English
Zoeken
Digitale krant
App
Menu
Voorpagina Achtergrond Wetenschap Studentenleven Nieuws Cultuur Columns & opinie Podcast  

Menu

Categorieën

  • Voorpagina
  • Achtergrond
  • Wetenschap
  • Studentenleven
  • Nieuws
  • Cultuur
  • Columns & opinie
  • Podcast

Algemeen

  • Archief
  • Contact
  • Colofon
  • App
  • Digitale krant
  • English
Achtergrond
Eeuwig koken in de hel: ‘Je blijft de pijn continu voelen’
De hel van Dante door Andrea Orcagna
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 23 februari 2023
Gewaterboard met wijn, verkracht en gefileerd: in de hel moeten zondaars de meest gruwelijke straffen ondergaan. ‘Je gaat nooit dood, je blijft de pijn continu voelen.’

Wie in Tartaros belandt, een grote en ommuurde stad waar een rivier van vlammen omheen stroomt, is voor eeuwig verdoemd. In de hal van het poortgebouw, met deurposten van staal en een ijzeren toren, zit de furie. De kleren van deze wraakgodin zitten onder het bloed, in haar linkerhand heeft ze slangen vast. Achter haar worden mensen met zwepen afgeranseld, gemarteld en geketend.

Een laag dieper in de stad kruipen mensen rond die zich hebben misdragen. Ook Tityus zit daar, een reus die als eeuwigdurende straf moet ondergaan hoe een gier zijn lever uit zijn lichaam pikt. Verderop duwt Sisyphus telkens weer een rotsblok omhoog.

Wie denkt dat de hel een uitvinding is van het christendom, heeft het mis. Verhalen over de onderwereld stammen al uit de Griekse mythologie. Zo komt bovenstaande beschrijving van de hel - het naarste gedeelte van de onderwereld - uit het epos Aeneis van de dichter Vergilius, die dit in de eerste eeuw voor Christus schreef.

‘Het is misschien wel de beroemdste bron uit de Oudheid waarin de hel een rol speelt’, zegt de in Leiden gepromoveerde classicus en literatuurwetenschapper Amaranth Feuth.

Maar ook veel eerder, in de achtste eeuw voor Christus, berichtte Homerus al over de onderwereld in zijn Odyssee. Daarin krijgt Odysseus, die niet meer goed weet wat hij moet beginnen, de tip naar de onderwereld af te dalen en offerdieren mee te nemen. Door een kuil te graven en daarboven de dieren te offeren, zouden de zielen van de doden naar boven komen. Wanneer de zielen van het offerbloed drinken, kunnen ze spreken en hem vertellen wat hij het best kan doen.

‘In het werk van Dante staan heel sadistische beschrijvingen van straffen die passen bij de aard van de zonde’

De onderwereld was vanaf de Griekse traditie een gebied binnenin de aarde, waar alle zielen na de dood naartoe gingen’, zegt Feuth. ‘Het idee dat je na de dood naar een andere fysieke wereld ging, gaf iets geruststellends.’

Rond de zesde eeuw voor Christus verandert dat. ‘Toen werd het idee: als je goed leefde, ging je naar een fijne plek, als je slecht leefde ging je naar een plek waar straffen werden uitgedeeld. De wereld van de overledenen kreeg steeds meer een morele lading, net als later in het christendom.’

Dat idee is door Vergilius helemaal uitgedacht, zegt Feuth. ‘Zo is in de Aeneis de omringde stad Tartaros de hel, terwijl de Elysese velden, waar tussen groene heuveltjes wordt gedanst en muziek wordt gemaakt, de plek is voor de gelukzaligen.’ En ook in die verhalen al was, net als later in het christendom, een gang naar de hel onomkeerbaar. Feuth: ‘Als je daar eenmaal zat, was het voor altijd.’

Simonie

Fast forward naar de middeleeuwen. ‘In die periode werden voor elke zonde andere kwellingen bedacht’, zegt universitair hoofddocent Middelnederlandse literatuur Geert Warnar over de weergave van de hel in teksten van toen. ‘De zeven hoofdzonden - hoogmoed, afgunst, woede, gulzigheid, wellust, hebzucht en luiheid - werden ver uitgewerkt.’

Een toonaangevend werk is De Goddelijke Komedie van de Italiaanse dichter Dante uit begin veertiende eeuw. Dat werk bestaat uit drie delen: de hel, de louteringsberg en de hemel. In het eerste deel reist Dante door de hel, begeleid door Vergilius. ‘Daarin staan heel sadistische beschrijvingen van straffen die passen bij de aard van de zonde. De gulzigaards krijgen niks te eten, de dronkaards niks te drinken.’

‘Dante heeft het superonderwereldboek geschreven’, vindt Feuth. ‘Bij Vergilius werden een paar straffen beschreven, maar in Dante’s hel zijn er negen lagen. Hoe dieper in de hel je komt, hoe ernstiger je zonden zijn en hoe naarder de straffen worden. En ook bij Dante zit je er voor eeuwig.’

Zo is de achtste laag in de hel bestemd voor de bedriegers, onder wie enkele pausen die zich schuldig hebben gemaakt aan simonie: het tegen geld verhandelen van geestelijke goederen of ambten.

‘In de onderste laag van de hel woont de duivel en is het ijskoud’

Feuth: ‘Dante was zelf een christen en kritisch op de kerk. Hij beschrijft pausen die spartelend met hun benen, op hun hoofd in gaten in de grond staan, waaromheen vlammen likken. Dit lijkt een beeld te zijn voor hun laagheid, of het is bedoeld als een passend lesje in nederigheid.’

‘De hel zit volgens het middeleeuws perspectief in het middelpunt van de aarde’, vertelt Warnar. ‘Vanuit het idee dat God overal om ons heen is, is de hel het punt dat het verst verwijderd is van God.’

De christenen die gezondigd hadden, zaten het diepst in de hel, vertelt Warnar. ‘Zij wisten immers hoe je goed moest leven. Daarboven zaten de Joden, want die hadden Christus vermoord. Bovenin zaten de heidenen: die hebben wel gezondigd, maar wisten niet beter.’

Hij leest het gedicht Vanden levene ons Heren voor, rond 1250 geschreven door een onbekende auteur (en vertaald door mediëvist Ludo Jongen): ‘Bij het vuur is een beek, zo gruwelijk koud, dat als je de halve zee erin zou gieten het direct tot ijs zou bevriezen. Maar het vuur is zo heet, daar hangen ketels in, waar de zielen ten eeuwigen dage in worden gekookt.’

In de hel van Dante is het in de negende en onderste laag ook weerzinwekkend koud. ‘Dat is het ijsgedeelte waar de echte verraders wonen, onder wie Judas’, zegt Feuth. ‘En ook de duivel Lucifer zit in het ijs.’

Jaws-scènes

‘In de middeleeuwen zijn er veel schilderwerken van de hel gemaakt’, zegt Warnar. Een daarvan is Het Laatste Oordeel van Jan van Eyck. ‘In de bovenste helft van dat schilderij ziet het er goed uit: daar zitten Maria, Johannes de Doper en alle geredden. In de onderste helft zie je monsterlijke wezens klaarstaan om de in de hel geworpen doden op te vangen. Er zitten ook Jaws-scènes in, waarbij mensen worden opgevreten. Maar je gaat nooit dood, je blijft de pijn continu voelen.’

Het Laatste Oordeel van Jeroen Bosch is al even gruwelijk. ‘Een vrouw zit onder de slangen, een ander wordt gefileerd, vrouwen worden verkracht. Je ziet ook een dronkaard die wordt gewaterboard met wijn.’

De voornaamste functie van die gruwelijke beschrijvingen en visualisaties was mensen bang maken en ze zo aan te sporen goed te leven. ‘Veel teksten die vertelden hoe je moest leven, eindigden vaak met een beschrijving van hoe het eraan toe gaat bij het laatste oordeel’, aldus Warnar. ‘Schrijvers leefden zich enorm uit met perversiteiten.’

Het sterke contrast tussen de hemel en de hel werd vanaf de twaalfde eeuw minder scherp. ‘Toen werd het vagevuur bedacht, een soort wachtkamer voor de hemel. Het is een middeleeuwse uitvinding van theologen’, aldus Warnar. ‘Men kon niet meer leven met het idee dat de hel onherroepelijk was, dat er geen uitweg was. In het vagevuur moest je wel boeten voor je zonden, maar niet meer voor eeuwig. Het was bedoeld als herkansing, niet als een mogelijkheid om het er toch maar van te nemen.’

De hel en de islam

Ook binnen de islam bestaan de hemel (Djannah) en de hel (Jahannam). De hel wordt in de Koran beschreven als een plek waar ‘laaiend vuur’ is en ‘kokend water’. Zo staat in de Koran 22:19-22: ‘Voor degenen die ongelovig zijn zal er kleding van vuur uitgesneden worden, kokend water zal over hun hoofden uitgegoten worden. Daarmee zal alles wat in hun buiken is smelten of verdwijnen, en ook (hun) huiden. En voor hen zijn er kromme ijzeren staven. Iedere keer als zij daarvan weg proberen te komen, uit leed, worden zij daartoe teruggedreven en zal tegen hen gezegd worden: “Proef de bestraffing van het branden!”’

In de islamitische hel zijn zeven lagen, schrijft de Noorse religiewetenschapper Einar Thomassen in zijn artikel ‘Islamic Hell’ (2009, uitgeverij Brill). De hoogste laag wordt bezet door zondige moslims. Zij krijgen mildere straffen dan de zondaars in de lagere regionen van de hel, waar de ongelovigen worden gemarteld.

Er is discussie over de vraag of de islamitische hel voor eeuwig is. Er zijn passages in de Koran die de indruk geven dat de martelingen inderdaad eeuwig doorgaan, terwijl er ook verzen zijn die suggereren dat de straffen net zo lang duren als Allah het wil, aldus Thomassen. Volgens hem is de meest aannemelijke lezing dat voor de moslims in de hoogste laag van de hel nog redding bestaat, terwijl voor de ongelovigen onderin de hel de straf eeuwig zal voortduren.

Deel dit artikel:

Lees ook

Achtergrond
Sociale veiligheid blijft probleem bij Archeologie
De resultaten van de Personeelsmonitor voor de faculteit Archeologie zijn beter dan vijf jaar geleden, maar sociale veiligheid is nog steeds een probleem. Vooral op de afdeling Heritage and Society is het ‘zorgelijk’.
Achtergrond
China is niet onze vijand, stelt promovendus Friso Stevens
Achtergrond
Scrollverslaafden en acute afhakers over hun schermtijd: ‘Eigenlijk zou ik moeten stoppen’
Achtergrond
Studenten moesten politieagent en psycholoog zijn voor hun buren
Achtergrond
Selectie bij psychologie is ‘verkapte loting’
Download nu de Mare app voor je mobiel!
Downloaden
✕

Draai je telefoon een kwartslag, dan ziet onze site er een stuk beter uit!