Wetenschap
Japan: E
Japanners zijn grondige recyclers. En het is vanzelfsprekend dat vrouwen daar verantwoordelijk voor zijn, ontdekte Rebecca Tompkins.
donderdag 21 maart 2019
Werknemers van de grootste vismarkt ter wereld, in Tsukiji, sorteren de piepschuimen bakken voor recycling. © Hollandse Hoogte

‘In mijn eerste appartement in Japan kwam de huisbaas langs om mijn douche te repareren’, zegt Rebecca Tompkins. ‘Toen zag hij dat ik mijn vuilnis niet goed had gescheiden. Het ging om een verpakking, met plastic aan de buitenkant en karton aan de binnenkant. “Dat is verkeerd!” riep hij. Hij maakte de verpakking open, en haalde het karton eruit. Ik schaamde me echt’.

Tompkins verdedigt deze week haar proefschrift over afvalverwerking in Japan en de maatschappelijke status van Japanse vrouwen. Japanners zijn grondige recyclers. Gemiddeld zijn er twaalf verschillende afvalcategorieën. Elke soort moet in een aparte doorzichtige vuilniszak, elk met een andere kleur, op het afhaalpunt worden gelegd. Als de vuilnisman ziet dat het niet goed is gescheiden, neemt hij het afval niet mee, en laat een briefje achter met het verzoek alles opnieuw te sorteren.

De intimiderende recyclingregels worden vastgelegd in documenten van soms tientallen pagina’s, vol gedetailleerde beschrijvingen van verschillende soorten afval en in welke bak die moeten. ‘Als je naar een nieuwe stad gaat, gelden daar weer andere richtlijnen’, zegt Tompkins. ‘Als je ergens gaat wonen, kan je het beste meteen de recycle-regels opzoeken.’

Milieuproblemen

Japan is niet voor niets een dankbaar onderwerp voor discard studies, waarbij afval onder de loep wordt genomen, niet alleen vanwege milieuproblemen, maar ook om culturele, maatschappelijke en politieke onderwerpen te onderzoeken.

Tompkins richtte zich op de status van Japanse vrouwen. Want in Japan is afval scheiden echt vrouwenwerk, zegt ze. ‘Als het stadsbestuur nieuwe regels maakt, is de informatie gericht op vrouwen, omdat het vanzelfsprekend is dat zij er verantwoordelijk voor zijn. Zelfs nu nog.’

Japan doet het meestal niet zo goed op gendergelijkheidslijstjes: in 2018 stonden ze op plek 110 (van 149), berekende het World Economic Forum. Ver onder de meeste Europese landen. In de eigen regio, Oost-Azië, doet Japan het alleen beter dan Noord-Korea en Oost-Timor.

‘Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de huisvrouw nog steeds gezien wordt als ideaal, en veel vrouwen omarmen dit idee. Dat beeld heerst nog heel sterk. Degenen die zich hiertegen verzetten zijn ook nu nog in de minderheid’, zegt Tompkins. ‘Veel mensen zeggen: het is alsof Japan vijftig jaar achterloopt. Daar ben ik het niet mee eens. Ik zou zeggen: iedereen die nu leeft, is modern, want we leven in dezelfde tijd. Het verschilt alleen erg met hoe het hier is.’

Stemrecht

Afval, vuilnis en recycling heeft in het verleden en nu een rol gespeeld in de zichtbaarheid van vrouwen in de maatschappij, zegt Tompkins. ‘Toen Japan moderniseerde, zo’n honderd jaar geleden, waren er veel vrouwenbewegingen die zich inzetten voor stemrecht en meer maatschappelijke status.’

Zoals in 1933, toen Fukagawa, in Tokio, gehuld werd in een dikke, vieze rook uit de nieuwe vuilverbrandingsoven, tot grote onvrede van de bewoners. Een paar leden van een vrouwenbeweging voor stemrecht zagen hun kans schoon: ze werkten samen met de lokale overheid om het afvalprobleem op te lossen, en tegelijkertijd hun zichtbaarheid te vergroten.

‘Vuilnis was onmiskenbaar verbonden aan de huiselijke, en dus vrouwelijke sfeer. Dus de vrouwen zeiden: “Wij hebben speciale vaardigheden om dingen schoon te houden, dus waarom laten jullie het ons niet doen?”’

Tijdens de Tweede Wereldoorlog, een paar jaar later, werd vuilnis een nationaal probleem: alles wat werd verspild, kon namelijk niet ingezet worden in de oorlog. ‘Het werd gezien als niet-vaderlandslievend om iets te verspillen’, zegt Tompkins. ‘Verschillende vrouwengroepen organiseerden acties om te kunnen bijdragen, zoals de campagne waarbij ze rondliepen, en elke verspilling noteerden en doorgaven. Niet alleen verspilling van spullen, maar ook verspilling van ruimte.’

Tegenwoordig is het omgaan met afval nog steeds het meest zichtbare van het werk van een huisvrouw, waarvan een groot gedeelte zich natuurlijk afspeelt binnen vier muren. Daarnaast doen vrouwen veel van het onbetaalde werk dat nodig is om afval te verminderen. Japan kent veel vrijwilligersorganisaties die zich inzetten voor het milieu. ‘Degene die ik onderzocht verzamelden tweedehands spullen om heel goedkoop door te verkopen. Beide organisaties hadden het doel afval te verminderen. Beide werden gerund door vrouwelijke vrijwilligers.’

Door Anoushka Kloosterman