Achtergrond
Column: Degelijke wetenschap
Benjamin Sprecher
donderdag 7 maart 2019

Morgen geven twee groepjes studenten een presentatie aan de Haagse gemeenteraad, over werk dat ze tijdens een vak van de minor sustainable development gedaan hebben. Het idee was dat ze meer consultancy-achtig te werk zouden gaan doen. Wel wetenschappelijk goed onderbouwd, maar tegelijkertijd ook heel concreet. Het ene groepje onderzocht of je anders met afval moet omgaan als je de stad volbouwt met woontorens. Het andere groepje ontwierp een plan om het gebied naast Den Haag Centraal Station te vergroenen.

Dat deden ze uitstekend. En dat bracht ze tot bij de gemeenteraad. Dat is heel gaaf. Het gebeurt gewoon niet zo vaak dat er zo direct uitwisseling is tussen universiteit en de politiek. Die interactie tussen wetenschap en de rest van de maatschappij vind ik heel interessant.

Ik heb de afgelopen twee jaar het project resilient cities hub opgezet, en daarbij veel aandacht besteed aan samenwerking met lokale overheden. Zeker als je onderzoek doet naar zaken als klimaat en milieu hebben we problemen die we echt heel snel moeten oplossen. Dan past een afstandelijke analytische houding niet meer. De fik erin zou natuurlijk het devies moeten zijn. Maar als dat wat te ver gaat, dan op z’n minst werk produceren dat bijvoorbeeld Den Haag of Leiden direct kan gebruiken om de stad een beetje leefbaar te houden. Voor als klimaatverandering echt begint te bijten.

Ook leuk: we komen regelmatig in de lokale krantjes met ons onderzoek, ik mag praatjes komen houden op plekken waar ik als wetenschapper normaal gesproken niet zo snel kom (een festival op het strand bijvoorbeeld), en als we een voorstel indienen bij NWO dan is het gevreesde onderdeel valorisatie makkelijk in te vullen.

En na die uitnodiging om te komen kijken hoe mijn studenten het bij de gemeenteraad deden, wist ik het helemaal zeker. Wij wetenschappers moeten meer ons best doen om dicht tegen de maatschappij aan te kruipen. En dat was ook zeker wat ik de rest van mijn carrière wilde ga doen.

Althans, dat dacht ik. Tot ik dit verkondigde aan professor Boersema. Hij is al met pensioen, maar ik zie hem nog bijna dagelijks bij het koffieapparaat.

‘Dat is een van de grootste misvattingen van deze tijd!’ riep hij vrijwel direct, daarmee doelend op het idee dat een universiteit tegenwoordig bij alles moet bewijzen direct nuttig te zijn voor de maatschappij, in plaats van indirect of over een langere tijdshorizon.

Hij vervolgde: ‘Ik had vroeger zelf die attitude ook, om heel erg naar buiten te kijken. Naar de praktijk en dergelijke. Maar de echte doorbraken kwamen niet uit dat soort werk. Mijn beste inzichten kwamen doordat ik mijn eigenwijze neus volgde en op de universiteit de tijd kreeg om het goed uit te zoeken.’

Bij nader inzien heeft de heer Boersema daar een punt. Soms bekruipt mij het gevoel dat ik net zo goed consultant had kunnen worden. En daar heb ik juist helemaal geen zin in. En hoewel er nog geen resilient cities hub-papers zijn gepubliceerd denk ik echt wel dat er publiceerbare resultaten uit komen. Heel degelijke resultaten. Maar is dat waarvoor ik in de wetenschap ben gegaan? Zodat ik degelijke resultaten kan publiceren in een degelijke sub-topper van een wetenschappelijk journal?

Nee.

Misschien toch maar terug de ivoren toren in. Maar part-time, dat dan wel.

Benjamin Sprecher is universitair docent bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden