Nieuws
'Toon meerwaarde van Engels aan'
Veel universiteiten leggen niet goed uit waarom zij voor Engelstalige opleidingen kiezen, schrijft de Onderwijsinspectie. Het blijkt zelfs dat een flink aantal universiteiten en hogescholen geen gedragscode taal heeft. Zij houden zich dan ook niet aan de wet.
donderdag 17 januari 2019

Dat is ‘onacceptabel’, aldus minister van Onderwijs, Ingrid van Engelshoven. Ze heeft dan ook een wetsvoorstel ingediend om dit beter te regelen.

Steeds meer studies worden in het Engels aangeboden. Deze verengelsing dreigt zelfs het Nederlands te verstikken, volgens critici althans. De Inspectie van het Onderwijs kreeg opdracht van de minister om het taalbeleid van universiteiten en hogescholen in kaart te brengen. Het uitgangspunt van de Wet op het Hoger Onderwijs (WHW) is helder: het onderwijs moet worden gegeven in het Nederlands.

Verder staat in deze wet dat onderwijs alleen in een andere taal dan het Nederlands mag worden gegeven als dit ‘noodzakelijk’ is. Redenen om bijvoorbeeld toch voor het Engels te kiezen zijn bijvoorbeeld het internationale karakter van de opleiding. Of als een Nederlandstalige docent met specifieke expertise niet beschikbaar is.

Onderwijsinstellingen die afwijken van het Nederlands moeten een gedragscode hebben waarin zij uitleggen waarom dat bij bepaalde studies noodzakelijk is. De Universiteit Leiden heeft zo’n code, maar twee universiteiten en zestien hogescholen hebben die niet, constateert de Inspectie. Minister van Onderwijs, Ingrid van Engelshoven, vindt dat ‘onacceptabel.’

Bij de instellingen die wel een code hebben, zijn de redenen voor een afwijkende taalkeuze vaak ‘beperkt uitgewerkt’, schrijf de Inspectie. Ook wordt lang niet uitgelegd waarom een andere taal zo noodzakelijk is. Al erkent de Inspectie dat dat ook lastig is omdat in de WHW geen normen staan waarmee ‘kan worden beoordeeld of die noodzaak er daadwerkelijk is’.

Van Engelshoven heeft nu een wetsvoorstel geschreven waarin staat dat universiteiten en hogescholen veel beter moeten uitleggen waarom ze een opleiding in een andere taal dan de Nederlandse aanbieden. Wel vervalt de term ‘noodzaak’. Instellingen moeten nu de ‘meerwaarde’ aantonen van het overstappen naar een andere taal.

Overigens staat in datzelfde wetsvoorstel dat universiteiten en hogescholen het collegegeld voor studenten van buiten de zogeheten Europese Economische Ruimte mogen verhogen. Aan het collegegeld voor deze groep studenten wordt geen maximum gesteld. Zo kunnen instellingen ‘controle houden’ op de toestroom van een deel van de internationale studenten.

Ook op het punt van de numerus fixus verandert het nodige. Studentenstops mogen worden ingesteld, maar de minister wil daar wel meer controle op uitoefenen. Alleen als een universiteit kan aantonen niet genoeg capaciteit te hebben om het aantal studenten op te vangen, geeft zij toestemming. Als een opleiding zowel in het Nederlands als in het Engels bestaat, wordt het mogelijk om alleen voor de Engelstalige variant een numerus fixus in te voeren. Ook dit is bedoeld om de toestroom van internationale studenten beter te regelen.

Door Vincent Bongers