Nieuws
Strijd tegen schurft
De GGD Hollands Midden (in Leiden) krijgt sinds twee jaar opvallend veel studenten met schurft over de vloer. Of dit betekent dat er ook sprake is van meer schurft, of dat studenten bijvoorbeeld de GGD wat beter weten te vinden, is niet duidelijk.
donderdag 17 januari 2019

Door Anoushka Kloosterman Maar een stijging is een stijging, dus genoeg reden om eens goed te kijken wat er aan de hand is, vindt de GGD. Daarom hebben ze een vragenlijst ontwikkeld, en roepen ze studenten op die in te vullen.

Timo Boelsums, arts infectieziektenbestrijding: ‘We zagen in toenemende mate studenten met schurft bij de GGD terechtkomen. Dat was een duidelijke stijging, en dat is de reden dat we het willen onderzoeken, en op die manier een bijdrage te leveren aan zorg voor een goed gecoördineerde behandeling van schurft in studentenhuizen.’

In 2017 kwamen er duidelijk méér studenten dan 2016. Die groei heeft afgelopen jaar niet doorgezet, maar het is nog steeds druk. ‘2017 en 2018 waren even drukke schurftjaren’, zegt Boelsums. ‘Dat geeft ons wel aanwijzingen dat schurft nog steeds een rol speelt bij studenten’.

‘We proberen daar wat meer grip op te krijgen: onder welke studenten verspreidt het zich, en hoe?’

Op de vragenlijst staan vragen over schurft zelf – of je het weleens hebt gehad, of je bent behandeld, dat soort dingen. En over mogelijke risicofactoren: of je met huisgenoten woont, of je weleens kleding deelt, hoeveel bedpartners je hebt, en of je lid bent van een vereniging.

Wacht, wat? Boelsums: ‘Lid zijn zelf is natuurlijk geen risicofactor, maar onze hypothese is dat activiteiten bij een studentenvereniging, aanwezigheid bij borrels, of andere omstandigheden waarbij je dicht contact hebt met iemand anders, een rol kan spelen bij verspreiding. Bijvoorbeeld wonen in verenigingshuizen, vaker het bed delen met iemand uit de vereniging. Allemaal hypotheses, die we willen toetsen met dat onderzoek.’

Stel dat uit het onderzoek blijkt dat het wonen in verenigingshuizen, of andere studentactiviteiten tot meer schurft leiden, wat kan de GGD daaraan doen? Boelsums: ‘Daar ligt een grote uitdaging, want het natuurlijke gedrag van de student verander je niet zomaar. Maar het gaat ons te ver om te zeggen: we doen niets. Als je bewijs hebt dat het op bepaalde plekken meer voorkomt, kan je mensen motiveren sneller hulp te zoeken bij klachten, waarmee je verspreiding voorkomt. Daar valt nog wel winst te behalen: snel klachten signaleren en snel naar de huisarts of GGD gaan.’ De vragenlijst staat hier.