Cultuur
Kerstplezier zonder dier
Ook in een vieze studentenkeuken kun je prima een heerlijk veganistisch kerstdiner bereiden, bewijst Mare-columnist Femke Blommaert. Nu alleen nog afwassen.
donderdag 13 december 2018
© Taco van der Eb

Dit driegangendiner is prima te maken in een smerig studentenhuis met een dito smerige keuken met louter een vierpits gasstel: dat deed ik namelijk ook. Zolang je beschikt over een staafmixer (zo niet: investeer erin), een koekenpan en een ‘gewone pan’ komt het goed.

Zowel de soep als de pesto worden enkel lekkerder als ze even staan, dus maak ze vooral één à twee dagen van tevoren. De paprika’s voor de risotto zijn ook van tevoren te grillen. De witte en de rode wijn in deze recepten kwamen van Moncaro, een Italiaans wijnhuis dat louter veganistische wijnen produceert.

Voorgerecht: soep van gegrilde bloemkool met rucola-walnootpesto

De bloemkool is ook te grillen in de oven, maar naar mijn mening zijn de meeste ovens in studentenhuizen kankerverwekkend vuil of simpelweg te klein, of beide. Bij dezen dus de versie met pan.

De soep zelf (4 à 5 personen):

- 1 bloemkool, in plakken

- 3 sjalotjes, gesnipperd

- 4 tenen knoflook, fijngesneden

- scheutje witte wijn

- bosje verse tijmblaadjes

- 1 liter groentebouillon

- 0,5 liter (volle) havermelk

- chilivlokken

- olijfolie

- peper en zout

Rucola-walnootpesto (5 personen):

- 4 handjes rucola

- 50 gram walnoten

- 2 tenen knoflook

- 1 à 2 theelepels kappertjes

- 100 ml olijfolie

- 1 citroen, rasp en sap

- peper en zout

Voeg alle ingrediënten toe aan een hoge (maat)beker en pureer deze met de staafmixer

Bereiding:

1. Vet de bloemkoolplakken in met olijfolie, besprenkel met peper en zout

2. Laat een grote koekenpan warm worden en gril de plakken bloemkool tot deze zwarte/bruine randen hebben. Ze hoeven nog niet gaar te zijn. Verwijder de plakken bloemkool als de kleur is bereikt.

3. Verhit in een soeppan een beetje olijfolie en fruit de sjalotjes. Als deze glazig zijn voeg je de knoflook en de tijm toe.

4. Blus het geheel af met een scheutje witte wijn.

5. Voeg de gegrilde bloemkoolplakken, de groentebouillon en de havermelk toe. Laat pruttelen tot de bloemkool gaar is. Pureer.

6. Serveer met de rucola-walnootpesto, wat chilivlokken en wat verse tijm.

Serveer met een witte wijn, zoals een Verdicchio.

Hoofdgerecht: risotto met gegrilde paprika en zongedroogde tomaat

Mocht je, ik heb geen idee waarom, wat over hebben van deze risotto: draai er afgekoeld balletjes van, laat deze opstijven in de koelkast, paneer ze en frituur ze. Dat heet officieel arancini, maar het zijn gewoon veredelde bitterballen. En dat kan ik enkel waarderen.

Ingrediënten (4 à 5 personen):

- 2 sjalotjes, fijngesneden

- 5 tenen knoflook, fijngesneden

- 50 gram zongedroogde tomaten, in repen (niet op olie, maar die in een zakje)

- 2 puntpaprika’s, geroosterd en in stukjes gesneden

- 0,75 à 1 liter groentebouillon

- 1 blik tomatenblokjes (400g)

- 300 g risottorijst

- flinke scheut rode wijn

- platte peterselie, blaadjes en takjes apart, beide fijngesneden

- peper en zout

Nee, je mist de Parmezaanse kaas niet.

Bereiding:

1. Verhit wat olijfolie in de pan en fruit daarin de ui en de peterselietakjes. Voeg de knoflook toe als de ui glazig is.

2. Verwarm in een andere pan de groentebouillon samen met de tomatenblokjes.

3. Voeg de risottorijst toe aan de pan uit stap één. Als deze rijst ook enigszins glazig is, schenk je de rode wijn erbij.

4. Wanneer de wijn verdampt is, schenk je steeds een beetje bouillon bij de risotto. Houd ongeveer een soeplepel per keer aan. Zodra de bouillon volledig is opgenomen door de risottorijst, voeg je een nieuwe soeplepel aan bouillon toe. Voeg op dit punt ook de zongedroogde tomaat toe, zodat deze kan ‘meegaren’ in de bouillon.

5. Wanneer je denkt dat de rijst volledig gaar is, voeg je nog een laatste lepel bouillon en de gegrilde paprika toe. Zet het vuur uit en laat vijf minuutjes staan met de deksel erop.

6. Serveer met flink wat gehakte peterselie.

Serveer met een rode wijn, zoals een Sangiovese.

Nagerecht: affogato

Een simpel nagerecht met in de basis slechts twee componenten: vanille-ijs en een straffe espresso. Omdat het zo weinig ingrediënten heeft, is het aan te raden wel het meeste uit de koffie te halen en in ieder geval geen instant espresso te gebruiken.

Klassiek bevat een affogato geen whisky maar het maakt het aanzienlijk beter. Als je niet zo van de (rokerige) whisky’s bent, is een snufje gerookt zout een prima vervanger. Ook kun je in plaats van vanille-ijs kiezen voor chocolade-ijs. Probeer vooral wat dingen uit!

Qua hoeveelheden houd ik in het geval van een driegangendiner 2 à 3 bolletjes ijs per persoon aan en giet ik de koffie tot het ijs net niet volledig onder staat.

Ingrediënten:

- vanille-ijs op basis van soja

- espresso

- een rokerige whisky

Bereiding:

1. Koel het glas of de bakjes waarin je de affogato gaat serveren van tevoren in de koelkast of vriezer.

2. Zet de espresso.

3. Neem het glas en schep er één à twee bolletjes ijs in. Giet hierover de whisky.

4. Serveer de espresso in een apart kopje of kannetje naast het ijs: anders smelt het ijs te snel.