Nieuws
Bsa-maximum van de baan
Minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven wilde begin september nog een bindend studieadvies (bsa) van maximaal veertig punten invoeren. Dit plan heeft ze nu geschrapt, blijkt uit een brief  aan de Tweede Kamer waarin de minister haar beleid voor de komende jaren schetst.
donderdag 1 november 2018

Door Vincent Bongers In haar toespraak bij de opening van het academisch jaar van Tilburg University zei Van Engelshoven dat het bsa niet hoger mag zijn dan veertig punten. Bij studentenorganisaties klonk toen gejuich. Universiteitsbestuurders waren een stuk minder enthousiast.

Rector magnificus Carel Stolker van de Universiteit Leiden vond het een ‘ontzettend stom’  plan: het verlaagde advies is een signaal aan studenten om rustiger aan te doen. ‘Veel studenten beginnen te laat, en hebben tegen Kerstmis al zo’n achterstand opgelopen, dat ze het niet meer kunnen inhalen’, zei hij indertijd. Het bsa in Leiden is 45 punten.

Van Engelshoven is in de brief nog steeds heel kritisch op de regeling. Ze stelt dat het advies steeds dwingender is geworden. Het is onwenselijk dat een student ‘als gevolg van een hoge bsa-norm zich bijna geen fout kan veroorloven. Het rendementsdenken mag niet gaan overheersen.’

Het hoger onderwijs moet juist nog toegankelijker worden. Daarnaast moet er ruimte komen voor de persoonlijke ontwikkeling van studenten. Er komt ook een uitgebreid onderzoek naar het welzijn van studenten.

De minister verbindt in de brief nadrukkelijk geen maximum meer aan het advies. Ze wil in gesprek met de universiteiten over de regeling. Om zo te komen tot ‘een invulling van de bsa-norm die recht doet aan zowel de eigenschappen van de opleiding als recht doet aan het centraal stellen van studiesucces en niet van rendement. Deze gesprekken moeten uiteindelijk leiden tot aanvullende afspraken met de betrokken partijen.’

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en studentenvakbond LSVb zijn boos over de terugtrekkende beweging van de minister. Het ISO ‘betreurt’ het schrappen van het maximum.

LSVb-voorzitter Carline van Breugel: ‘De minister heeft studenten blij gemaakt met een dooie mus. Waar ze stelt toegankelijkheid belangrijk te vinden, durft ze geen daadwerkelijke maatregelen te treffen en komt ze zelfs terug op gedane beloftes.

In de brief staat verder dat de minister wil dat universiteiten minder makkelijk een numerus fixus kunnen invoeren. Het instellen van een fixus moet ‘adequaat onderbouwd’ worden en als dit niet gebeurt, dan krijgt de minister de mogelijkheid om het besluit van de universiteit te blokkeren. Althans, Van Engelshoven heeft een wetswijziging in voorbereiding die dat mogelijk maakt. Geneeskunde valt overigens niet onder de voorgestelde regeling.

Daarnaast wil Van Engelshoven het juridisch mogelijk maken dat een instelling alleen een capaciteitsbeperking op een Engelstalige track van een opleiding kan instellen. Daardoor blijft de toegankelijkheid van de Nederlandse variant gegarandeerd.

De grote toestroom van studenten, met name bij de technische universiteiten heeft er de laatste jaren juist voor gezorgd dat universiteitsbestuurders naar een fixus grijpen.

Daar is de minister fel tegen: ‘Het wringt dat er opleidingen met een numerus fixus kunnen zijn in een sector die tekorten op de arbeidsmarkt kent, zoals op dit moment gebeurt in de technieksector.’

Hoe de universiteiten de stormloop van studenten dan moeten opvangen, is echter niet duidelijk. Wel belooft de minister de bekostiging van studies nog eens goed onder de loep te nemen.

Universiteitskoepel VSNU benadrukt de noodzaak van de fixus bij bepaalde studies: ‘Door een groeiende arbeidsmarktvraag en een sterk gestimuleerde interesse van studenten in deze opleidingen, moet er soms een fixus worden ingesteld om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen garanderen.’