Nieuws
Geesteswetenschappen miljoen in de min
De faculteit Geesteswetenschappen tast diep in haar reserves om de begroting sluitend te maken. Het gaat om een miljoen euro voor de periode 2018-2022, die met toestemming van het college van bestuur uit de facultaire reserve wordt gehaald. ‘Als we niks doen, komen we in de problemen.’
donderdag 18 oktober 2018

Door Sebastiaan van Loosbroek Het moeten aanspreken van de facultaire reserve geeft voor portefeuillehouder bedrijfsvoering Menno Tuurenhout ‘aanleiding tot lichte zorg’ op middellange termijn. ‘Als we niks doen komen we rond 2020-2022 in de problemen. Er is dus gepaste actie nodig, maar er is geen reden tot paniek.’ Als reden voor het tekort noemt Tuurenhout onder meer het tegenvallend aantal promoties, waardoor minder inkomsten binnenkwamen.

Het geld uit de facultaire reserve moet van het college van bestuur worden aangewend voor duurzame oplossingen. Decaan Mark Rutgers: ‘Dit geld besteden we aan het onderwijs en vermindering van de werkdruk in 2019-2020. Voor volgend jaar ziet het er dus goed uit, maar daarna moeten we echt opletten, zodat we niet op het punt komen te moeten reorganiseren.’

Faculteitsraadslid Nicole van Os merkt op dat in iedere begroting van de afgelopen jaren ‘zwaar weer zit aan te komen’, maar dat het uiteindelijk steeds weer meevalt. Van Os: ‘Deze faculteit heeft sinds 2009 positieve resultaten behaald, behalve in 2010.’ Tuurenhout erkent dat de faculteit voortdurend grote overschotten heeft gehad, maar dat die tijd nu voorbij is. ‘Het lijkt alsof we steeds veel geld hebben, maar veel valt onder gelabelde reserves, dus die zijn al voor specifieke doeleinden gereserveerd’, licht hij toe.

Ook wijst Van Os het bestuur op de ‘schrikbarende daling’ fte’s wetenschappelijk personeel op de langere termijn, waar ze bij het natrekken van alle tabellen op stuitte. ‘In het kader van de vermindering van de werkdruk heb ik daar problemen mee’, zegt ze. Daar komt bij dat het aantal docenten wordt verlaagd en het aantal ud’s en uhd’s wordt verhoogd, omdat de gewenste verwevenheid van onderwijs en onderzoek die ‘kenmerkend is voor een researchuniversiteit’ ontbreekt bij medewerkers die alleen doceren.

Maar doordat ud’s en uhd’d duurder zijn dan docenten, stijgt de gemiddelde personeelslast, met als gevolg dat de begroting van sommige onderdelen van de faculteit verder onder druk komt te staan. Daarnaast neemt de druk op docenten toe met die maatregel, zegt Van Os: ‘Doordat deze docenten ook onderzoeken, is er nog minder tijd voor onderwijs, terwijl het aantal studenten groeit.’

‘Wij delen die zorg’, geeft Tuurenhout toe. ‘Maar we zijn afhankelijk van het geld dat we van het college van bestuur krijgen. Ik kan het budget niet vergroten.’ Ook signaleert Van Os een hoger ziekteverzuim onder het personeel. ‘Wie draagt de kosten hiervoor?’ Tuurenhout: ‘In principe de instituten zelf. De faculteit heeft daar geen collectieve regeling voor. Alleen in bijzondere gevallen kan de faculteit helpen.’