Cultuur
De kater na het feest
Waarom is dit in hemelsnaam onderdeel van de collectie? vraagt Eliza Jordaan zich regelmatig af. Tot aan de heropening stort de masterstudent film & photographic studies zich op de verborgen schatten van Museum De Lakenhal.
donderdag 11 oktober 2018
Tinus van Doorn, 3 oct. Leiden © Collectie Museum De Lakenhal

Mogelijk had je vorige week een flinke kater van het feesten. Het zou betekenen dat je een uitbundige 3-oktoberviering achter de rug had. Generaties Leienaren en studenten hebben het goede voorbeeld gegeven, eeuwenlang. Een viering waarvan de achtergrond en geschiedenis bij jou als lezer bekend is, mag ik hopen.

Wanneer de kleuren rood en wit de Leidse straten sieren, bewegen feestgangers door de stad te midden van kraampjes, lichtjes, dansjes en hitjes. Het volledige kleurenpalet lijkt nodig om de uitbundigheid van alle feestelementen in beeld te brengen.

Toch is dit niet wat Tinus van Doorn heeft gedaan.

Wie?

Tinus van Doorn. Niet eerder van hem gehoord? Ik in elk geval niet. Ik stuitte op zijn werk in de collectie van Museum De Lakenhal. Van Doorn presenteert in het werk 3 oct. Leiden (1928) een gitzwarte nacht. De feestvierders zijn in witte lijnen strak tegen de achtergrond neergezet, in contrast met de duisternis van hun omgeving. Hun gezichten dragen ondefinieerbare uitdrukkingen, een enkele grimas daargelaten. Een linosnede waarin een heldere vlakverdeling het beeld bepaalt, een beeld dat mij doet denken aan werk van De Grote Namen: Picasso, Franz Marc of Karl Schmidt-Rottluff.

Wat kan ik vertellen over deze kunstenaar van (ietwat) bescheidener faam, Tinus van Doorn? Een man wiens bestaan van korte duur is geweest: hij was pas halverwege de dertig toen hij al een einde aan het leven maakte, tegelijk met zijn vrouw. De opkomst van het nationaalsocialisme stemde hen dusdanig ongelukkig dat dit een juiste uitweg leek.

Plots doet de linosnede niet meer feestelijk aan. De figuren komen niet langer opgetogen over. Ik zie onheilspellende beeldtaal waarin het diepe zwart de boventoon voert. Ik heb echter geen reden om aan te nemen dat zware emoties voor Van Doorn toen een rol speelden bij het maken van 3 okt. Leiden. Het werk komt uit een vroege periode, ver voordat hij zich van het leven beroofde. Met de kennis over zijn levenseinde kan ik de afgebeelde feestsfeer echter niet langer onbevangen aanschouwen. Zien we enkel zorgeloze uitbundigheid? Of geeft Van Doorns zelfmoord dit werk een andere lading?

Wel zeker is dat de kunstenaar met krachtige beeldtaal Leidens Ontzet wist te vangen. In 1928 zagen de Leidse straten zwart van de feestende inwoners, bijna honderd jaar later is dit onveranderd. De volgende ochtend kan een kater voelen als een zwart gat, hopelijk overheersten bij de meeste mensen kleurrijke herinneringen. Rood-wit, niet zwart-wit.