Achtergrond
Wonden genezen eerder dan woorden
Schrijver Mohammed Benzakour (46) trok op een ezel door het Rifgebergte van Marokko, op zoek naar Berberse spreekwoorden voor zijn boek 10 op een ezel. Zaterdag spreekt hij op de Nacht van Ontdekkingen. ‘Even knokken is ook wel lekker.’ 
Frank Provoost
donderdag 13 september 2018
Schrijver Mohammed Benzakour: ‘Ezels zijn mijn maatjes.’ © Jocelyne Moreau

Smex aâeffan qaâ Hsen si rmoux ichouwan qaâ 
De slechtste inkt is beter dan het beste geheugen

‘Mijn moeder is ziek en gehandicapt. Door een infarct is ze haar stem kwijtgeraakt: ze is sprakeloos geworden. Ik heb nog zoveel vragen aan haar. Over vroeger, mijn jeugd en ons dorp in het Rifgebergte, maar ze kan ze niet meer beantwoorden. Mijn vader praat nog een beetje, maar ook niet veel.

‘Mijn ouders gaan straks in een kistje terug naar Marokko. Ze nemen hun prachtige taalschatten met zich mee onder de grond. Verdomme, dacht ik, het is toch eeuwig zonde als dat straks allemaal verdwijnt? Toen ik onderzoek ging doen op internet en in bibliotheken vond ik zó weinig. Het Berbers is een orale taal. Er is bijna niets vastgelegd. Ik voelde een morele plicht. Iemand moet dit doen. Laat ik dan maar diegene zijn.

‘Maar dan moet je dus veldwerk gaan doen. Als een antropoloog ben ik de Rif doorgereden, met een bandrecorder en een opschrijfboekje. Op een ezel, want veel dorpjes liggen heel hoog of juist laag in een vallei, daar kun je moeilijk met de auto komen.

‘Oudjes weten meer. Ik was vooral op zoek naar mensen van wie ik dacht: daar moet ik snel bij zijn, die hebben nog maar tien jaar te leven. Eigenlijk had ik maar één vraag: awar aqdim? Kent u nog een oud spreekwoord? En dan kwamen de verhalen vanzelf. Dat was smullen.’

Wenni ite??an ifessen kxoubech, as-iqqes oufir?ar
Wie zijn handen in holen steekt, wordt gebeten door een slang

‘Dat hoorde ik een oude man tegen zijn zakkenroller zeggen, nadat die in de kraag was gevat en een paar klappen had gekregen. Toen een arme vrouw bij een grenspost in Beni Ansar werd tegengehouden en moest toekijken hoe een dikke BMW wél mocht doorrijden, riep ze woedend: ‘Geld opent alle deuren, behalve de hemelpoort.’ Ik stapte op haar af en vroeg: “Sorry mevrouw, maar wat zei u precies?”

‘Berberse spreekwoorden zijn heel beeldend. Issekên s-izjen, thratha sekkanen r?aas. Als je een beschuldigende vinger naar iemand wijst, wijzen er drie naar jou. Het is heel makkelijk om anderen de schuld te geven, of zoals Jezus zei: wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. Het mooie is: het klopt ook echt. Probeer maar: zodra je je wijsvinger uitsteekt, wijzen je pink, ring- en middelvinger naar jezelf.

‘Al die spreekwoorden vormen een soort morele apotheek. Ik vind er heel veel wijsheid in terug. R?zaa r?ow fous nech, kour dhadh waHdhes. Kijk naar je hand, elke vinger is anders. Daarmee wordt bedoeld: iedereen is verschillend, maar als we samen optrekken zijn we een eenheid. Dat is een mooie kijk op de mensheid.’

Itwara âachra xour?your
Hij ziet er tien op een ezel

‘Die heb ik van mijn vader. Het betekent: er zit een steekje aan hem los. In het Nederlands zou je zeggen: hij is zo stom als het achtereind van een varken. Een mooie Berberse variant luidt: Ittezo bokronis. Hij plant ansjovis.

‘Ik zag ze soms wel kijken: wat is dit? Het is natuurlijk ook gek als een Europese Marokkaan op een ezel voor je neus staat met een microfoon en het verzoek: zeg eens een spreekwoord. Maar ze gingen mij nooit uit de weg. En als ze vonden dat ik ver moest terugrijden, was er altijd wel een kamer waarin ik kon blijven slapen.

‘In zeven jaar heb ik dertien trips door de Rif gemaakt, telkens twee tot drie weken lang. Het was fantastisch en erbarmelijk tegelijk. Ik kwam gehavend thuis, vol bulten, schrammen en kneuzingen. Ik ben met een scooter onderuit gegaan, ben beroofd, heb klappen gekregen, maar heb er ook uitgedeeld. Na al die ezelritten voelde mijn kont als een houten plank. Maar als het bij mij al zeer deed, hoeveel pijn moeten zij dan wel niet aan die magere pootjes hebben gehad?

‘Ezels zijn mijn maatjes. Ik hield al van ze, maar ben nog meer van die beestjes gaan houden. Zodra je “rrraaa” in die grote oren zegt, gaan ze lopen zonder te verdwalen. Ze hebben een TomTom, dat wil je niet weten. Steen, struik, bloem: alles slaan ze op. Je weet honderd procent zeker dat ze je keurig thuisbrengen. Ie-dee-aaal!’

Adh?enfan i?ezimmen oura ywaran
Wonden genezen eerder dan woorden

‘De ezel wordt ook wel het viervoetig Renaultje genoemd – omdat hij net als die auto nooit stuk gaat. Uit de spreekwoorden blijkt ook hoe taai ze zijn. Izjen our?your edhyameth! Dat betekent: er is een wonder gebeurd, als er een ezel voor je deur sterft.

‘Maar in Marokko worden ze slecht behandeld. Ze lopen de hele dag in de brandende zon uitpuilende korven vol tuinbonen te sjouwen. Ze moeten volle meloenenkarren trekken waar óók nog een complete familie opklimt. In plaats van eten of een bakje water krijgen ze trappen en klappen. Ik kan daar niet tegen.

‘Ezels voelen véél meer dan mensen. En omdat zij niet kunnen praten, doe ik dat voor hen. Dat is drie keer uit de klauwen gelopen, dan werd het vechten. Gelukkig sprong er altijd iemand tussen om ons uit elkaar te halen. Toen ik aan de winnende hand was, vond ik dat jammer. Maar die ene keer toen ik flink werd toegetakeld was ik dolblij. Ach, een beetje knokken is ook wel lekker. Overal in Marokko wordt gevochten. Als je een dag geen knokpartij ziet, is dat raar. Berbers zijn gewoon een hartstochtelijk volk, vol temperament.’

Ir?zar yisdoHchar, fadh yenr?aner?
De rivier is oorverdovend, de dorst doodde ons

‘Praatjes vullen geen gaatjes. Weet je, Berbers willen je altijd helpen en gaven ook altijd antwoord op mijn vragen. Alléén: wat ze zeggen klopt niet altijd. En dat wéten ze ook! Als je iemand de weg vraagt, stuurt-ie je liever de verkeerde kant op dan toe te geven het eigenlijk niet weten. Het is goed bedoeld hoor, een vorm van beleefdheid. Ze willen niet dat je met lege handen komt te staan, maar uiteindelijk ben je wel de lul. En altijd zeggen ze tot slot: vertrouw op God. Ze wijzen je de verkeerde weg en zeggen vervolgens: “Wat je zoekt, is daar niet, maar vertrouw op God en je zult het vinden.”’

Arrami tzaadh, ithedzjama dhanas
Pas toen ze een scheet liet, sloot ze haar benen

‘In het Nederlands zouden we zeggen: als het kalf verdronken is, dempt men de put. Maar dit klinkt beter toch? Berbers zijn minder preuts dan je zou denken. Zie ook: Thimr?arin edh-isserman sebHant dhirwest. Vrouwen en vissen zijn het best in het midden.

‘Spreekwoorden zeggen iets over volksaard en levensfilosofie. Dat was ook een belangrijk doel van mijn zoektocht. De meeste Marokkanen in Nederland zijn Berbers. Hoe kan het dat er over het volk waarover we zoveel praten in de media en waarover iedereen een mening heeft, nauwelijks een cultureel werk bestaat dat iets over hen vertelt? Ik heb ook meegedaan aan dat zogenaamde multiculturele debat, maar ik vind het interessanter om de cultuur te beschrijven dan om te oordelen. Mijn boek is het enige Berberse spreekwoordenboek in Europa. Ook in Duitsland en Frankrijk, waar eveneens veel Marokkanen wonen, bestaat zoiets nog niet.

‘Van al mijn boeken heeft deze de meeste tijd gekost. Zeven jaar heb er tot aan mijn oksels ingezeten. Ik heb heel veel moeten weglaten. Ik ben schrijver, geen wetenschapper. Ik heb die ambitie niet, maar het zou mooi zijn als iemand hier verder in zou duiken, bijvoorbeeld om erop te promoveren. Het gaat om een taal die met uitsterven wordt bedreigd.

‘Natuurlijk is het boek een ode aan mijn ouders, en daarmee ook aan mijn voorouders en een van de oudste beschavingen van de wereld. Vorig jaar is er een spectaculaire archeologische ontdekking gedaan in een grot ten westen van Marrakech: de oudste mens komt waarschijnlijk niet uit Ethiopië, maar uit Marokko. Aangezien de Berbers de oorspronkelijke bewoners zijn, durf ik de stelling te verdedigen dat jij ook een Berber bent. Goed volk, hoor.’

Mohammed Benzakour, 10 op een ezel. Berbers spreekwoordenboek. Ambo|Anthos, 222 pgs, € 20,99

Zaterdag 15 september treedt Mohammed Benzakour op tijdens de Nacht der Ontdekkingen. Academiegebouw, 20.30 u. Entree €17,50 (studenten €12,50)