Studentenleven
De week tot nu toe
donderdag 16 augustus 2018
De El Cid-deelnemers verzamelen zich op de Lammermarkt © Wampie Driessen

Zestien shirts voor vijf dagen

De eerste nacht op de slaapzaal

Pffff, pffff, pffff. In het Universitair Sportcentrum klinkt op zondagavond het geluid van luchtbedden die opgepompt worden. Langzaamaan druppelen de eerste El Cid-deelnemers binnen. Ze zijn zwaar bepakt en bezakt met spullen om de eerste week van hun Leidse studentenleven zo goed mogelijk door te komen.

Sommige eerstejaars hebben voor de zekerheid maar hun halve kledingkast ingepakt. ‘Ik heb voor vijf dagen vijftien T-shirts bij me’, geeft Sofie Sitskoorn (17, verpleegkunde) als verklaring voor haar nogal fors uitgevallen koffer. Wanneer ze voor de zekerheid de inhoud nog even natelt, blijken er zelfs zestien shirts in te zitten.

Naast haar is Estelle Pronk (18, rechten) bezig met het oppompen van haar luchtbed. Ze hoeft niet te blazen, want ze heeft een elektrische pomp meegenomen. De aanwezigheid van het apparaat wordt al snel opgemerkt door andere deelnemers. Het duurt dan ook niet lang voordat de eerste noodkreet om de pomp door de zaal klinkt. Pronk leent hem met liefde uit.

Marjolein Gösgens (17, biomedische wetenschappen) maakt het groepje compleet. Alle drie komen ze uit Zoetermeer. Ze kennen elkaar al langer, maar kijken er naar uit om nieuwe mensen te ontmoeten en de stad en studie beter te leren kennen.

Wat is volgens deze meiden een onmisbaar item om de El Cid heelhuids door te komen? ‘Oordopjes!’ antwoorden ze. ‘Om hopelijk toch nog wat slaap mee te kunnen pakken.’

Aan de andere kant van de sporthal zit Justin Eussen (18, natuurkunde) voorlopig nog alleen. ‘Ik heb de dude die naast me ligt al wel ontmoet, maar hij heeft alleen zijn spullen gedropt en slaapt vannacht ergens anders.’

Op de vraag of hij het een beetje ziet zitten om een week lang op een luchtbedje in een volle sporthal te slapen, reageert Eussen vrij nuchter. ‘Dat komt vast wel goed, hoewel mijn luchtbed nu al een beetje leegloopt. Maar dan slaap ik wel op de grond.’

Wanneer de luchtbedden op hun plek liggen en de koffers gedropt zijn, vertrekt een gedeelte van de slaapzaaldeelnemers naar café Van der Werff, waar alvast geproost wordt op een mooie El Cid-week.

Door Ilja Goedegebuure

foto Willemijn Roebroek

Dansen in de stortregen

Kennismaken in poncho’s en onder paraplu’s

Terwijl het op maandag begint te miezeren, gaan de ogen van honderden Leienaren in spe zoekend de Lammermarkt over. Sommigen checken nog eens zenuwachtig hun telefoon, op zoek naar mentoren en groepsgenoten die ze nog niet hebben ontmoet, maar met wie ze wel sinds een dag of twee in een wat ongemakkelijke, maar gezellige WhatsAppgroep zitten.

Als het water echt met bakken uit de hemel begint te vallen en er massaal paraplu’s uit de backpacks worden getoverd, zoekt toekomstig rechtenstudent Wilmar Guleij (19) zijn toevlucht onder de paraplu’s van de mediacrew. Ook hij is nog op zoek naar de studenten met wie hij deze week zal doorbrengen. 

Hoe verwacht hij er eind deze week uit te zien? ‘Brak, vooral erg brak’, zegt hij lachend. Tegen de kennismakingsspellen ziet hij wel een beetje op, moet hij toegeven, maar gelukkig kan hij ook wel genieten van wat ongemakkelijkheid. 

De ongemakkelijkheid wordt grappig genoeg juist aardig geklaard door de stortregen die inmiddels nog extremere vormen begint aan te nemen. Het dwingt de deelnemers gezellig dicht bij elkaar onder afdakjes te schuilen en elkaar te helpen met het aantrekken van de poncho’s, die door ‘helden’- vrijwilligers verkleed als Batman, Superman en andere superhelden- worden uitgedeeld. 

Ondertussen houden de mentoren goed de sfeer erin door het El Cid-dansje in te zetten op Galantis’ ‘Satisfied’, het El Cid-nummer van dit jaar.

Onder de dansende mentoren bevinden zich ook rechtenstudente Emma van den Boogaard (21) en biologiestudente Sonja van der Wal (21). Samen zullen zij deze week groepje 187 op sleeptouw nemen. Ze zijn te herkennen aan hun glitter-

magische mentorbordje, versierd met lichten en discoballen, en bovendien aan de Barry Badpak-pet die dankzij een potje twerken op de mentordag trots op het hoofd van Sonja pronkt. Zij zal straks de pet doorgeven aan de deelnemer of vrijwilliger met de meest ludieke actie van de dag.

Verder staan er kennismakingspellen, een rondleiding op Augustinus en een diner bij Minerva op de planning. Wat Emma en Sonja deze week willen meegeven aan hun groepje? ‘Heel veel gezelligheid. We willen vooral laten zien hoeveel Leiden te bieden heeft!’

Door Charlotte de Beus

foto Gracia Nolten

Na de officiële opening blijft iedereen dansen

‘Openen wij alleen de El Cid-week? Nee, dit is het begin van jullie studentenleven’, zegt Gijs Versteegh maandagavond tegen de eerstejaars in de Stadsgehoorzaal.

De nieuwe studenten begroeten de voorzitter van de El Cid-commissie met enthousiast gejoel. ‘Durf keuzes te maken, en durf je eigen code te kraken’, adviseert Versteegh, daarbij verwijzend naar het thema van de introductieweek. Als laatste tip parafraseert hij de hit ‘Traag’ van rapper Bizzey: ‘Het is niet moeilijk voor je, doe het traag. Geniet op trage wijze van deze magische week.’

Niet alleen de El Cid-commissie heet de studenten welkom. Namens de gemeente Leiden betreedt wethouder Martine Leewis het podium. Rector magnificus Carel Stolker van de universiteit en Sander van der Eijnden, collegevoorzitter van de Hogeschool, voegen zich bij haar.

Leewis vertelt dat zij zich voornamelijk bezighoudt met duurzaamheid, mobiliteit en het beheer van de openbare ruimte. Stolker benoemt het belang van deze drie thema’s en legt dan de nadruk op duurzaamheid: ‘De universiteit besteedt hier te weinig aandacht aan, maar hier komt gelukkig verandering in.’

Tijdens het gesprek stipt Van der Eijnden een ander belangrijk punt aan: de participatie van hogeschoolstudenten aan het Leidse verenigingsleven. Hij spreekt zijn lof uit over het feit dat verenigingen steeds toegankelijker worden voor studenten van de hogeschool.

Momenteel is ongeveer twintig procent van de hbo’ers lid. Dat geeft deze studenten structuur, een netwerk en sociale verankering, aldus Van der Eijnden. Stolker, zelf lid geweest van Augustinus, benadrukt ook het belang van de verenigingen: ‘Blijf vooral niet alleen.’

Na deze serieuze onderwerpen is het tijd voor wat luchtiger vragen. Wat moeten de studenten absoluut gaan zien? Volgens Van der Eijnden moeten ze zeker eens langsgaan bij de Hogeschool, al is het alleen maar voor een ontbijt of diner. Stolker noemt het Rapenburg en de Pieterskerk als bezienswaardigheden en Leewis raadt de studenten aan de woensdag- of zaterdagmarkt eens te bezoeken.

Wat is nu eigenlijk het favoriete evenement van Van der Eijnden? Het 3 Oktoberfeest, met als hoogtepunt de koraalzang. ‘Als je een beetje doorhaalt op de kermis, dan haal je het net.’ Stolker twijfelt tussen de opening van het academisch jaar en de dies natalis. Hij kiest voor de dies, onder andere omdat de universiteit in 2019 haar 444’ste verjaardag viert.

Dan is het tijd om de week officieel in te luiden. Met een druk op de knop en dansend op dé El Cid-hit ‘Satisfied’ van Galantis viert de commissie het begin van de week met de deelnemers, die nog tot één uur ’s nachts in de Stadsgehoorzaal blijven dansen.

Door Ilja Goedegebuure

foto Simone Both

Lid worden? En zo ja, waar dan?

Kalm en informatief voorzittersdebat

‘Aan een buitenlander uitleggen hoe de verenigingscultuur van Nederlandse studenten werkt, is hetzelfde als aan iemand die zijn hele leven in een bos gewoond heeft, vertellen wat een nierdialyse is’, zegt Quintus-voorzitter Christiaan van Buchem. De Nederlandse studentenverenigingen zijn uniek, en nergens spelen ze zo’n belangrijke rol als in Leiden.

Mede daarom zit de Stadsgehoorzaal maandagavond vol voor het voorzittersdebat. De zenuwen bij de voorzitters lijken in het begin op te spelen, maar ze houden zich groot. Het debat gaat tussen Minerva, Augustinus, SSR, Catena en Quintus (de grote vijf), en draait vooral om de vraag of deelnemers ergens lid willen worden en zo ja, waar?

Aan de hand van stellingen gaan de voorzitters met elkaar in discussie. Stelling één: ‘Een vaste verenigingsstructuur zorgt ervoor dat leden actief blijven op hun vereniging.’ De voorzitters leggen alle verschillen uit: zo werken Minerva en Augustinus meer met jaarclubs of cordialen, terwijl SSR en Quintus de focus leggen op disputen.

Bij Catena hebben ze überhaupt geen vaste structuur, benadrukt hun voorzitter, Didier van Someren. Leden kunnen daar bijvoorbeeld twee keer per week zijn of maar één keer per maand. Ook noemt hij het nadeel van een vaste structuur: je kunt in disputen of jaarclubs gegooid worden die je helemaal niet leuk vindt.

Myrna van Dijk (Augustinus) zegt dat dit eigenlijk niet mogelijk is, omdat juist het vormen van een cordiaal een verplichting is. Dit gebeurt door een borrelperiode aan het begin van het academisch jaar. Melcher van Nieuwkoop (SSR) benadrukt nog dat je niet bij een dispuut hoeft – dat is aan jou om te bepalen. ‘SSR is groot genoeg voor een normaal studentenleven, maar klein genoeg om niet op te gaan in the crowd.

Onderling wordt soms op een subtiele manier naar een andere vereniging gewezen. Als SSR-preses Van Nieuwkoop beweert dat bij SSR alles kan en niets moet, merkt Van Someren op dat er bij Catena écht helemaal geen verplichtingen zijn. Afgezien van dit soort plaagstootjes blijft het debat rustig, en vooral gericht op het geven van informatie. Daarbij komen de KMT’s echter opvallend weinig aan bod. Je hoeft daar als vereniging toch geen kiekeboe mee te spelen?

Tussen de stellingen door zijn er promotiefilmpjes te zien van de kleinere studentenverenigingen, zoals Plankenkoorts, Asopos en NSL. Er wordt beweerd dat je je bij Quintus moet afmelden voor een borrel en dat je bij Minerva de dag voor je tentamen verplicht naar een borrel zou moeten komen. Beide voorzitters ontkrachten het negatieve aspect hiervan: wat sociale druk doet soms juist goed, daardoor kom je je kamer uit! Bovendien benadrukken beide verenigingen dat je niet naar een borrel hoeft te komen als je dat niet wilt.

Wel vinden beide voorzitters, waar ook Van Dijk (Augustinus) zich bij aansluit, dat het belangrijk is om veel tijd met je jaarclub of dispuut door te brengen. Ivo Dorresteijn (Minerva) voegt daaraan toe dat dat ook kan door samen in de bibliotheek te studeren. Ook zegt hij ‘het gaat niet om lid worden of niet, maar om of je daar zin in hebt’.

Door Manon van der Zwart