Cultuur
Vijf ontroerende koekjes
Waarom is dit in hemelsnaam onderdeel van onze collectie?, vraagt Eliza Jordaan zich regelmatig af. De vierdejaars student culturele antropologie loopt stage bij Museum De Lakenhal en stort zich de komende tijd in Mare op de verborgen schatten.
Eliza Jordaan
donderdag 14 juni 2018
‘5 Biscuits uit mei 1945’ © Collectie Museum De Lakenhal, Leiden.

Waar denk je aan als je aan koekjes denkt? Aan gezelligheid en lekker kletsen bij de thee? Misschien denk je niet aan een museum, of zelfs aan objecten uit de collectie. Ook betwijfel ik of de Tweede Wereldoorlog je als eerste te binnen schiet.

Toch is dit mogelijk bij het object met inventarisnummer 10643. Het bestaat uit vijf droge kaakjes, als een spel kaarten uitgevouwen in waaiervorm. Dit object getiteld ‘5 biscuits uit mei 1945’ lijkt onschuldig in z’n eenvoud. Hier en daar zie je grove korrels van het meel waarmee het deeg werd bereid. De kleine geperforeerde gaatjes zijn symmetrisch verdeeld over ieder beigekleurig gebakken biscuitje.

Het object ontroert en fascineert me. De biscuits zijn waarschijnlijk afkomstig van een voedseldropping toen ons land werd bevrijd in 1945. Dit object is dus geen kunstwerk, geen conceptuele uiting van een kunstenaar die hoge ogen wilde gooien. Het zijn gewoon echt koekjes! Blijkbaar heeft iemand ze jarenlang zorgvuldig bewaard. Waarom?

Er zijn nog zo’n duizend vragen die ze bij me losmaken, maar de belangrijkste is: wat is de meerwaarde hiervan in een museumcollectie? Of eigenlijk, wat kan een dergelijk object ons vertellen over oorlog en vrijheid? Welke verhalen omringen deze biscuits? Een museum is een verzamelplaats voor creatieve uitingen, bijzonder gedachtegoed, maar bovenal: verhalen. Zo ook verhalen over oorlog(en) en de nasleep ervan.

Er is een hele reeks bekende kunstwerken die pogen dit tot uiting te brengen. Een van de mooiste en meest ontroerende voorbeelden is de kunstinstallatie ‘Shalekhet - Fallen Leaves’ (Menashe Kadishman 1997-2001) die zich bevindt in het Joods Museum in Berlijn. Een gigantisch hoge ruimte waarvan de vloer is bezaaid met koperen platen waarin abstracte gezichten te herkennen zijn. Ieder koperen gezicht heeft een opengesperde mond en holle ogen, in duizendvoud liggen ze op een grote hoop. Ontelbaar veel en pijnlijk anoniem: een directe verwijzing naar de Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgebracht.

De leegte in de ruimte is een metafoor voor de leegte die de slachtoffers hebben achtergelaten in de wereld. Oorlogen zijn gruwelijk, angstaanjagend en ongrijpbaar. Soms is kunst in staat dit onnavolgbaar tot uiting te brengen. In mijn ogen zijn het echter niet altijd prestigieuze werken zoals die van Kadishman die nodig zijn om vragen op te roepen of bewustwording te creëren. Vijf biscuits uit mei 1945 kunnen dit ook.