Nieuws
Apencentrum moet krimpen
Minister Van Engelshoven wil ‘zo snel mogelijk stoppen’ met dierproeven op apen. Het apencentrum BPRC in Rijswijk moet daarom met veertig procent minder apen toe.
donderdag 7 juni 2018
© BPRC

Nederland gebruikt jaarlijks zo’n 200 à 250 apen voor wetenschappelijk onderzoek. Omdat je alleen maar dierproeven mag doen op apen als er sprake is van heel erge ziektes, gaat het vrij vaak om proeven die de aap niet overleeft. Proeven op mensapen ('Waarom apen geen aids krijgen') en in het wild gevangen apen zijn verboden.

Vrijwel alle Nederlandse proefapen zitten bij elkaar in een speciaal apencentrum, het BPRC in Rijswijk. Daar gaat het financieel niet zo goed mee, en dat was reden voor het ministerie van Onderwijs en Wetenschap om zich eens te bezinnen op de toekomst ervan. Minister Van Engelshoven wil ‘zo snel als redelijkerwijs mogelijk is stoppen met het gebruik van apen voor wetenschappelijk onderzoek’, schrijft ze aan de Tweede Kamer. Dat is niet vandaag al, want ze wil niet ‘het risico lopen dat onderzoek naar levensbedreigende infecties vertraging oploopt’. (Zie ook: 'Apen blijven nodig')

Wel hoopt ze dat nieuwe technologieën het mogelijk maken om met minder dierproeven toe te kunnen, en om die ontwikkeling een zetje in de rug te geven laat ze het BPRC krimpen: het aantal apenproeven moet met veertig procent omlaag. Daarnaast wil ze onderzoeken of het andere apenonderzoek in Nederland (in Rotterdam en Amsterdam) ook naar Rijswijk kan verhuizen.

Een van de redenen dat het financieel lastig gaat met het BPRC is overigens dat er in de VS en China juist een intensivering van de apenproeven plaatsvindt, en dat de Chinezen dat ongeveer vier keer zo goedkoop kunnen doen. ‘Er bestaan dan ook zorgen over de welzijnsstandaarden in China’, schrijft Van Engelshoven. BB