Wetenschap
Nieuwe garnaal - roet - schotwonden
donderdag 31 mei 2018

Nieuwe garnaal

Biologiestudent Gabriël Olthof beschrijft in Zootaxa een nieuwe steurgarnalensoort uit de Cariben. Het beestje heet Pseudocoutiera acutidorsata, en is dus familie van de andere Pseudocoutiera-soorten, een geslacht dat voor het eerst werd beschreven in wat nu Naturalis is. (Zie ook: 'Leven voor kreeften')

In tropisch water hebben allerlei zeedieren hun eigen bijbehorende garnaal die speciaal aan hen is aangepast, en dat lijkt hier ook het geval te zijn. Deze soort werd tijdens expedities met een klein duikbootje gevonden op een exemplaar van de zachte koraalsoort Callogorgia gracilis, op 138 meter diepte.

De soort kan van andere Pseudocoutiera’s onderscheiden worden dankzij een stekeltje net achter de kop. Biologen noemen dat een ‘epigastrische tand’ omdat hij op de maag zit (bij garnalen zit het maagdarmstelsel op de rug, zoals iedereen weet die wel eens een garnaal eet). Welke kleur de garnaal heeft, is onduidelijk, omdat alle acht bekende exemplaren meteen op sterk water zijn gezet.

Roet

Milieuwetenschappers van het University College hebben in de bussen van Stuttgart gemeten aan hoeveel roetdeeltjes de passagiers worden blootgesteld. Een gedeelte van dat roet is fijnstof, en dus niet zo goed voor je, met name als je al kwetsbaar bent.

De roetconcentratie blijkt niet overal in de bus hetzelfde. Met name de zitplekken bij de deuren in het midden bij de bus krijgen meer voor hun kiezen: de gemiddelde concentratie roet is daar hoger, en op die plek zitten er meer pieken in de blootstelling. Dat kan meer dan dertig procent schelen, volgens de metingen. En precies daar bevinden zich de zitplekken voor kwetsbare mensen als kleine kindjes, ouderen en mensen met een beperking.

Je zou dus eens goed na kunnen denken over waar zulke zitplekken nou echt moeten zitten in de bus, of beter kunnen ventileren, opperen de onderzoekers in Transportation Research. Ook een optie: verplaats de locatie waar de bus van chauffeurs wisselt naar een relatief groene omgeving in plaats van een drukke weg, zodat de bus tijdens de wissel een beetje kan luchten.

Penetratiewond

In de meeste westerse landen zijn wonden waarbij een voorwerp de patiënt binnendringt behoorlijk zeldzaam. In Nederland komt het bijvoorbeeld maar bij zo’n drie procent van alle verwondingen voor. Als je zoiets krijgt door geweld, dan is het wel meteen gevaarlijk: bij 70 procent van de dodelijke geweldsincidenten in Nederland kwamen zulke wonden langs.

Nu bestaat er een land waar zulke wonden veel vaker voorkomen: de VS. Dat land heeft een geheel eigen vuurwapensituatie, en mede daardoor ligt het percentage penetrerende wonden daar stukken hoger, tot wel 45 procent in sommige plekken. Je zou dus kunnen verwachten dat ze in dat land veel beter zijn in het behandelen van zulke wonden.

In het World Journal of Surgery beschrijft traumachirurg-in-opleiding Suzan Dijkink samen met andere onderzoekers een vergelijkend onderzoek tussen Amerikaanse en Nederlandse traumacentra. Er zijn wat verschillen in aanpak – zo maken de Nederlandse ziekenhuizen meer gebruik van zogeheten Medium Care als de ergste druk van de ketel is – maar voor de kans om te overlijden maakt dat allemaal niet zoveel uit. Blijkbaar ligt de zorglat in beide landen even hoog.