Achtergrond
Het geweld was effectief
Vrijdag wordt de honderdste verjaardag van Nelson Mandela gevierd in het Academiegebouw met een lezing van biograaf Tom Lodge. ‘De dreiging was belang­rijker dan het geweld zelf.’
donderdag 31 mei 2018
© lasanta.com.ec (CC BY 2.0)

Oké, het is iets te vroeg, want Nelson Mandela werd op 18 juli 1918 geboren. Maar vrijdag viert het African Studies Centre met een symposium alvast de honderdste geboortedag van de in 2013 overleden president van Zuid-Afrika, die in 1999 een eredoctoraat van de Universiteit Leiden ontving.

Hoofdspreker is biograaf Tom Lodge, tevens hoogleraar conflictstudies aan de Universiteit van Limerick. ‘Het is dertien jaar geleden dat ik het boek schreef’, vertelt hij aan de telefoon. ‘Sindsdien weten we wat meer van Mandela’s geheime politieke acties in de jaren 50 en 60. Hij was bijvoorbeeld lid van de communistische partij in de periode ‘60-‘62. Dat was mij nog niet bekend in 2005.’

Het African National Congress (ANC), in 1912 opgericht om de belangen van zwarten te behartigen, stond in eerste instantie voor geweldloos verzet. Maar na het bloedbad in het township Sharpeville, waar de politie in 1960 69 protesterende zwarten doodschoot, raakte het ANC ervan overtuigd dat een gewapende strijd onvermijdelijk was. Juist de man die later wereldberoemd werd als de grote verzoener, richtte in 1961 samen met een aantal andere leiders de militaire tak van het ANC op. De guerrillagroepering kreeg de naam ‘Umkhonto we Sizwe' (MK), wat Speer van de Natie betekent. ‘Op zichzelf was het een niet heel erg succesvolle paramilitaire organisatie’, vertelt Lodge. ‘Maar het was politiek noodzakelijk om MK in het leven te roepen. Als ze dat niet hadden gedaan zou het ANC steun hebben verloren en hadden meer militante rivalen aan invloed gewonnen. MK gaf het ANC autoriteit.’

Mandela’s carrière als gewapende revolutionair was echter maar van korte duur. In 1963 werd hij gearresteerd en hij zou in totaal 27 jaar vastzitten, onder andere in de beruchte gevangenis op Robbeneiland. ‘Heel goed was het MK niet in het uitvoeren van operaties’, legt Lodge uit. ‘De dreiging van geweld is echter altijd belangrijker geweest dan het geweld zelf. Het hield druk op de Zuid-Afrikaanse regering. Die werd erop gewezen dat politieke verandering uiteindelijk onafwendbaar was. De overheid gaf veel geld uit om het ANC en het MK onder de duim te houden. Jonge blanke mannen moesten tegen hun zin in dienst.’

Daar kwam nog bij dat buitenlandse investeerders wegblijven als er bommen afgaan in de straten. ‘De internationale sancties hebben nooit echt gewerkt. Wat wel effectief was, was dat het voor het land steeds moeilijker werd om geld te lenen, vooral na de grote rellen in de townships in 1984. Het geweld zorgde dus uiteindelijk voor een credit squeeze. Zuid-Afrika werd een te groot risico voor zakenlui. Er zijn mensen die zeggen dat er ook verandering was gekomen als het ANC niet voor geweld had gekozen, maar ik geloof daar niet in.’

Mandela kwam uiteindelijk in 1990 vrij en ging een koers van verzoening varen. ‘Dat was heel verstandig. Het was belangrijk dat ook blanken in een nieuw Zuid-Afrika geloofden, en Mandela kreeg dat grotendeels voor elkaar. Hij gebruikte bijvoorbeeld rugby om zijn empathie met blanken te tonen. Het nationale team, de Springboks, werd door zwarten geassocieerd met blanke overheersing. Toen het team in 1994 het WK in eigen land won, ontving captain Francois Pienaar de cup uit handen van Mandela, die voor de gelegenheid speciaal een Springbok-shirt had aangetrokken.’

Celebrating Mandela 100

Academiegebouw, vrijdag 1 juni, 14 u