Studentenleven
Twee keer trainen voor twee dagen racen
donderdag 26 april 2018
‘De Bata is een fijne manier om kapot te gaan’

Tweeëntwintig uur rennen in twee dagen. Dat is de Batavierenrace, de grootste estafetteloop ter wereld die speciaal voor studenten wordt georganiseerd. Vanuit Leiden renden er afgelopen weekend onder andere het team mee van de Leidsche Flesch, de studievereniging voor natuurwetenschappen. ‘We slapen op de camping van de campus van Universiteit Twente’, vertelt organisator Bert Peters (25, informatica) als vrijdagmiddag de auto’s met de deelnemers naar Enschede vertrekken. De achterbanken zijn volgestouwd met tassen en kampeerspullen. ‘Je kon ook in de slaapzaal slapen, maar wij vinden het niet erg om bij elkaar in een tent te liggen. En kamperen is gratis.’

De Batavierenrace is in totaal zo’n 175 kilometer lang en opgedeeld in vier tijdsblokken: vrijdagnacht en zaterdagochtend, -middag en –avond. De vijfentwintig etappes lopen van de Grote Markt in Nijmegen naar de campus van Universiteit Twente, waarbij deelnemers afwisselend lopen en fietsen. Achtergrond en sportervaring van de ploegleden lopen wijd uiteen, van fanatiekelingen die minstens twee keer per week trainen, tot een enkeling die twee weken traint - verspreid over een jaar. ‘Ik heb twee keer getraind, één keer met het team en één keer alleen’, aldus een optimistische Alex Reumer (21, wiskunde). ‘Ik zie wel wat het wordt.’

Om half vier ’s nachts worden de deelnemers aan de zaterdagochtendetappe gewekt door Peters. ‘Ochtenddelegatie, het is tijd om wakker te worden. Over een kwartier moeten we bij de bus staan.’ Met enige moeite hijsen de deelnemers zich uit hun tentjes. Als drie uur later de lopers van de nachtetappes op hun matjes rollen, zijn de middaglopers ook meteen wakker. Niks lekker uitslapen, maar organisatorisch wel zo handig: de busjes naar de middagetappes rijden weg om negen uur. Traditiegetrouw hebben sommigen het laat gemaakt, met enkele deelnemers die doorfeestten tot een uur of drie.

De middagtemperatuur is ook weinig gunstig: tweeëntwintig graden en volle zon. Eigenlijk net te hoog, aldus deelnemer en organisator Martijn van Velzen (26, science based business). ‘Als het zo warm is, kun je wel vijf minuten optellen bij je tijd.’ Van Velzen is als deelnemer van stormbaanlopen en triatlons een fervent sporter. Hij is niet van plan om zich te laten kisten door hitte, alcohol of vermoeidheid – net als zijn mede-commissielid Rémi Claessen (21, natuurkunde en sterrenkunde): ‘Ik wil een goede tijd neerzetten. Dat hoeft niet voor iedereen. Heel veel mensen doen aan de Batavierenrace mee om te feesten, en niet voor het hardlopen. Wij wilden eerst ook een apart bier- en sportteam, maar daarvoor hebben helaas niet genoeg mensen zich opgegeven.’

Claessens houding werpt zijn vruchten af. Als hij met grote passen naar de finish van zijn etappe rent – de parkeerplaats van de Grolsch-fabriek – heeft hij met ruim twaalf kilometer per uur een persoonlijk record neergezet. ‘Ik ben kapot’, hijgt hij, terwijl hij een flesje water leeggiet in zijn nek.

De laatste etappe (7,8 kilometer) strekt zich uit van de markt van Enschede tot de campus van Universiteit Twente en wordt gelopen door een duo dat moet bestaan uit minstens één vrouw. Bij de Leidsche Flesch is Jeske Bol (28, wiskunde) daarvoor verantwoordelijk. Hoe is het voor haar om deel uit te maken van een team dat voor tachtig procent uit mannen bestaat? ‘Ik heb daar echt geen moeite mee. Ons team is heel gezellig, iedereen steunt elkaar. Ik ben ook niet anders gewend van mijn studie.’

Negenenveertig minuten later rent ze de campus van Universiteit Twente op. De sfeer is uitgelaten. Mensen zitten op de rand van het fietstunneltje waar de sporters doorheen moeten. Als Bol voorbij komt, wordt ze luidkeels aangemoedigd. Reumers steekt de verenigingsvlag naar haar uit. Vermoeid maar lachend trekt ze hem uit zijn hand. Even later, na het finishen: ‘Ik was zo moe. Ik ben gisteren ook tot half vier doorgegaan. Maar ik wilde het echt afmaken.’

Claessens: ‘Ik ben ingestort. Maar dat hoort er ook wel bij.’ Reumers: ‘De Bata is een fijne manier om kapot te gaan.’

Door Monica Preller