Cultuur
Kapotte mensen repareren
Toneelgroep Imperium speelt een absurdistisch stuk over robots in de woestijn. ‘Maar het gaat ook over hoe je mensen repareert, als ze kapot zijn.’
Marleen van Wesel
woensdag 21 februari 2018
© René Huinen

Op de vloer van het Leidse Imperium Theater ligt een kuub zand. ‘De zakken zijn net een uur geleden omgekeerd. Nu moet het even drogen’, vertelt regisseur Laura Liefting. Vrijdagavond gaat de voorstelling Over iedereen die er niet is in première, die zich afspeelt in de woestijn. Het gaat over robots, die niet tegen water kunnen – terwijl het al 31 dagen aan het regenen is in die woestijn.

‘Het is een beetje een absurd stuk’, zegt Liefting meteen. ‘Maar ook heel symbolisch. Een jonge vrouw, Anne, wordt aangereden door een jongen, Jan. Hij raakt bewusteloos en zij neemt hem mee naar haar huis. Ze woont middenin de woestijn met haar twee broers. En er is nog iemand, maar die zit opgesloten in de kelder. Als Jan bijkomt, kan hij geen kant op. De bewoners vertellen hem dat ze robots zijn. Robots hoeven niet te eten en te slapen.’

Dat is dus symbolisch. ‘In werkelijkheid zijn ze gewoon mensen, die iets heel traumatisch hebben meegemaakt’, legt Liefting uit. ‘Dit is hun manier om het probleem weg te stoppen. De oudste broer heeft bedacht dat ze zo niets hoeven te voelen. Maar het gaat ook over hoe je mensen repareert, als ze kapot zijn, dat het nodig is om over trauma’s te praten. Anne begint zich te realiseren dat Jan degene is die haar daar weg kan krijgen. Ze moeten alleen proberen om zijn auto te maken. Jan voelt die noodzaak alleen niet zo. Hij vindt het wel interessant, wat er gaande is.’

Liefting regisseerde al vaker bij Toneelgroep Imperium. ‘Typisch aan Imperium is dat iedereen heel ver gaat, om het niveau zo hoog mogelijk te krijgen, zeker voor een amateurgroep’, vertelt ze. In 2006 stond ze er zelf op de vloer, in Medea’s Droom. ‘Op de middelbare school zat ik al bij het schooltoneel van het Visser ’t Hooftlyceum in Leiden. De theaterdocent, die zelf voorstellingen maakte bij Imperium, stelde voor dat ik me daar misschien kon aansluiten. Ik kreeg gelijk de rol van Medea.’

Daarna vertrok ze naar Zwolle, voor haar opleiding tot theaterdocent. ‘Mijn afstudeervoorstelling heb ik weer bij Toneelgroep Imperium gemaakt. Nu werk ik veel als theaterdocent op scholen, maar ook met toneelgezelschappen. En afgelopen jaar was ik coördinator van een kunstproject in een asielzoekerscentrum.’

Het script van Over iedereen die er niet is, van Alexander Peterhans, kwam ze tegen in de theaterboeken die ze voor haar lessen gebruikt. ‘De tekst vond ik prachtig, maar ook heel ingewikkeld. Het is heel poëtisch geschreven. Een deel heb ik al eens gebruikt voor het Leidse Dialogenfestival in het Imperium Theater. Dat werkte heel goed, dus daarom heb ik het ingediend om als volledig stuk te regisseren.’

De maandagavond voor de voorstelling wordt de belichting eerst nog even afgesteld. ‘En hoe die op het zand schijnt’, vertelt Liefting. ‘Repeteren wordt vanaf nu wel even anders, want de acteurs worden soms over de vloer gesleept.’

Imperium Theater, Over iedereen die er niet is. 23 en 24 februari, 2, 3, 8, 9 en 10 maart, 20.30, 4 maart 15.00 uur.