Studentenleven
Column: Utopia
woensdag 21 februari 2018

Nadat ik bij Google ‘Utopia’ intikte en op enter drukte, vroeg ik me toch even af hoe ver die ideale wereld hier nu eigenlijk vandaan is.

Thomas More gaf het woord al in 1516 zijn betekenis door een voorbeeldsamenleving te schetsen. Hij schreef een boek over de gang van zaken op een fictief eiland, ‘Utopia’ en deed dat op het eiland Engeland in zijn tijd – met de bijbehorende problemen. Dystopische grond is vruchtbare bodem voor utopisch denken.

Veel van de problemen uit zijn tijd hebben inmiddels plaatsgemaakt voor datgene wat hij en zijn collega’s voor ogen hadden als alternatief. Het lijkt me daarom ietwat naïef om te denken dat die ideeën niets in gang zouden hebben gezet. Dat is dan ook de reden waarom ik toch even geshockeerd werd door het resultaat van mijn zoekopdracht.

Onder het kopje ‘voorpaginanieuws’ lees ik de titel van het meest recente RTL Boulevard-artikel: ‘Emil teruggekeerd in Utopia: schopt hij Billy alsnog naar huis?’

Eerlijk gezegd heb ik geen idee wie Emil en Billy zijn, maar plots dringt het tot me door dat John de Mol een soort van collega is van Thomas More. De televisieserie Utopia is zelfs nog steeds gaande.

‘Reality-televisieserie’ moet ik eigenlijk zeggen, maar dat past niet bij ‘Utopia’. Want Utopia mag dan wel bekend staan als een goede plaats, de oorsprong van het woord duidt juist op de afwezigheid van zo’n plaats, op de fictiefheid. Het komt namelijk van het Griekse ‘ou’, samengevoegd met ‘topos’: geen-plaats. Daarvoor is slechts plek in fictie, niet in de realiteit.

Of toch wel? Schuifdeuren waren bijvoorbeeld eerst vooral te zien in Star Trek, maar nu loop je er dagelijks de supermarkt door in en uit. Ook fictie wordt soms werkelijkheid.

John de Mol zag wel wat in een Utopia voor het hier en nu. Het enige wat hij daarvoor nodig achtte waren wat camera’s, mensen, en een lege boerderij. Nu hebben ze een webshop waar je allerlei spullen kunt kopen die ze daar maken, ze organiseren feesten waarvoor je kaartjes kunt kopen en etentjes die je kunt reserveren.

Het programma verschilt niet echt bepaald van de wereld die we al kennen. Utopisch denken ging daarentegen juist altijd om vooruitkijken – om kijken hoe het beter zou kunnen.

Ik klik verder in mijn Google-zoekresultaten en vind pas op de derde pagina een link van bol.com waarop Thomas More’s werk uit 1516 wordt aangeboden. Ach, daar komen we ook niet bepaald verder meer mee in de 21e eeuw.

Toch heb ik een wereld voor ogen: een waarin reality-televisie zich niet voordoet als de ideale wereld. Een wereld waarin er nog gewoon gedroomd wordt over hoe het beter kan. Een wereld waarin we niet doen alsof we al in Utopia zijn – zodat we er ooit arriveren.

Mattijn de Groot studeert wijsbegeerte