Studentenleven
De buitenlanders zijn even Hollenjers
De internationale studenten van ISN Leiden trokken naar Limburg om carnaval te vieren. ‘Dit is toch wel andere koek.’
Hugo Vermeer
donderdag 15 februari 2018
Studenten van ISN Leiden wagen zich aan de polonaise. 'In China zou dit ondenkbaar zijn.' © Foto's: Harry Heuts

'Ik ben pas twee weken in Nederland en heb geen idee wat ik moet verwachten’, zegt Tiffany Boudaud (22, South Asia studies). ‘Ik weet alleen dat we dit in Frankrijk niet hebben.’

Ze is zondagochtend in alle vroegte in een bus gestapt, die uit Leiden vertrekt richting Maastricht (spreek uit Mestreech). Bestemming: het carnaval. Aan boord: een flinke delegatie van het International Student Network Leiden, de vereniging die onderdeel is van Erasmus Student Network, het Europese platform voor uitwisselingsstudenten.

Niet echt de typische vastelaovendvierders dus. Zo is Boudaud bijvoorbeeld niet verkleed – ‘daar had ik helaas geen tijd meer voor’ – wat haar straks in Limburg nog op commentaar zal komen te staan.

Niet alle studenten zijn volledige leken op carnavalsgebied. Zo is Florian Tusch (24, international relations) verkleed als oliesjeik. ‘In Oostenrijk hebben we ook carnaval, Fasching noemen we dat. Ik ben benieuwd hoe het er hier aan toe gaat.’

Plop! Plop!

Rond tien uur schrikt het deel van de bus dat in slaap was gevallen wakker. De eerste biertjes worden opengetrokken, een teken dat de rest van de studenten er zin in heeft. Als de bus Maastricht binnenrijdt, heerst er alom verbazing bij de inzittenden. Zodra ze de eerste feestvierders in hun traditionele pekskes spotten, vertonen ze hetzelfde gedrag als toeristen die tijdens een safari hun eerste wilde leeuw zien. Ze vliegen van hun stoel en plakken tegen de ramen om de Maastrichtenaren aan te gapen.

De bekende Brabantse boerenkiel blijkt in Limburg echt not done. De locals dragen veelal zelfgemaakt kostuums in Pruisische stijl in de kleuren rood, geel en groen. De meeste gezichten zijn geschminkt. Andere populaire verschijningsvormen zijn duo’s (Bassie en Adriaan), personages uit de populaire serie Peaky Blinders, of wintersportoutfits compleet met zogenaamd zongebruind gezicht.

Na aankomst staat er direct een tour door Maastricht op het programma. Weer vallen de studenten van de ene in de andere verbazing. ‘Wat raar dat er overal op straat bier verkocht wordt.’ Maar ook wel handig: de studenten slaan meteen gretig in. Terwijl een van de gidsen uitleg probeert te geven over de Sint-Janskerk wordt deze ruw verstoord door voorbijkomende zaate hermeniekes – die boven de rivieren hoempapaband of dweilorkest zouden heten.

De studenten beginnen naar hartelust foto’s te maken. ‘Ik kan hier erg van genieten’, zegt Giovanni Biandaro (24, physics and business) die een roze gimp suit draagt. ‘In Italië hebben we bij speciale evenementen ook wel zulke luidruchtige bands. Maar dit is toch wel andere koek.’

Onderweg naar Het Vrijthof, naast de markt een van de grote feestlocaties, wordt eerst nog even de biervoorraad van de plaatselijke supermarkt ingeslagen. Door naar de optocht: een bonte stoet van praalwagens en grote groepen uitgedoste mensen in pekskes en zelfgebreide truien. In tegenstelling tot de rest van Limburg zijn sommige studenten niet verkleed, iets wat tot hilariteit leidt bij de doorgewinterde Maastrichtenaren. ‘Hollenjers!’ roepen die naar de buitenlanders.

Na de optocht duiken de studenten zelf in het feestgedruis. Weer een verschil met Brabant: er wordt niet gehost op welbekende klassiekers als ‘Er staat een paard in de gang’ of ‘’t Dondert en ‘t bliksemt’ maar op de plaatselijke helden als Beppie Kraft (‘De nach is toch zoe laank’) en Duo X- Elle (‘Mie Sjoenste Pekske’). Limburgs en Duits voeren de boventoon in deze zogenoemde Vastelaovesmezeek.

De studenten wagen zich zelfs aan de lokale manier van dansen: het sjoenkele (rustig bewegen van links naar rechts) of een incidentele polonaise. ‘Ik geniet hier ontzettend van’, zegt Louis Lu (27, Asian studies). ‘In China zou zo iets ondenkbaar zijn, daar is het land veel te conservatief voor.’

Daniella Bachour (23, ICT and business) afkomstig uit het ultieme carnavalsbedevaartsoord Brazilië: ‘Er zijn echt enorm veel verschillen. Bij ons is iedereen een stuk meer dronken. Ook zie ik hier veel oude mensen ook fanatiek feestvieren, dat zou in Brazilië echt ondenkbaar zijn. De Parade was leuk hier, maar in Rio is deze toch echt minstens tien keer zo groot.’

Na al dat bier op een toch veelal lege maag moet er echt wat gegeten worden. Na een goede bodem van patat, kibbeling en broodjes frikandel – die niet bij iedereen even goed vallen – gaan op een volgend plein de rondjes bier in rap tempo rond.

Nicolò Gastaldi (24, Grieks en Latijn) uit Venetië: ‘Dit is echt zo anders dan wat wij doen. Ik hoorde dat mensen hier veel aandacht aan hun outfit besteden maar in Venetië is dat nog extremer. Ook valt het mij op dat mensen hier geschminkt zijn, in Venetië zijn er meer maskers.’

Na de allerlaatste vlemkes (bier met een scheutje bruin bier) en sjoes (bier met een flinke scheut bruin bier) achterover te hebben getikt is het toch echt tijd om te vertrekken. Met de nodige drankjes achter de kiezen lijkt de terugweg richting de bus opeens een kwartier te duren. Als ze eenmaal zitten, proberen de studenten nog wat na te praten, maar al snel eist het vastelaovend vieren zijn tol. Na een laatste poging van de buschauffeur om de stemming er in te houden door carnavalskrakers door de speakers te laten schallen (het enige wat op de plaatselijke radiozenders wordt gedraaid) klinkt het eerste gesnurk.

Zestien uur na het vroege vertrek is de bus weer terug in Leiden en schrikken de studenten wakker. ‘Ik ben echt ontzettend moe’ zucht Italiaan Nicolo De Sandre (24, ICT and business). Hij is een van de organisatoren en heeft de hele dag zijn sumoworstelaar-pak aangehouden. ‘Het was zo ontzettend gaaf, maar wel blij dat ik thuis ben.’