Achtergrond
Bang voor de Brexit
Hoe bereiden Leidse wetenschappers zich voor op de naderende Brexit? Mare maakte een rondgang. ‘We zitten te worstelen.’ ‘Het is alsof je een ledemaat verliest’, zegt Robert Tijssen, onderzoeker bij het Centre of Science and Technology Studies (CWTS).  ‘De EU raakt een groot deel van de kennisinfrastructuur kwijt. Groot-Brittannië is een van de beste onderzoekslanden ter wereld. Als je naar de statistieken kijkt, zitten ze altijd in de top vijf. En ze zijn onlosmakelijk verbonden met het Europese kennissysteem.’ De Brexit komt steeds dichterbij. De Britse universiteiten zijn onlosmakelijk verbonden met Europa, maar wat er precies gebeurt met die jarenlang zorgvuldig opgebouwde netwerken als de Britten Europa verlaten, is nog onzeker.
Anoushka Kloosterman
donderdag 1 februari 2018
© Emanuele Del Rosso/@EmaDelRosso

Maar zelfs binnen die onzekerheid moeten universiteiten anticiperen op, mogelijk grote, gevolgen voor de academische wereld. ‘The point of no return ligt ergens in het voorjaar’, zegt Tijssen. ‘Dan wil je, als Brexit echt komt, van tevoren je zaakjes wel geregeld hebben.’

Wat zijn de mogelijke scenario’s? Wat merken Leidse wetenschappers ervan, en hoe bereiden ze zich erop voor?

Gaat de geldkraan dicht?

Nature publiceerde een paar maanden na het Brexit-referendum, in 2016, al enkele mails waaruit bleek dat Britse wetenschappers expliciet uit subsidieaanvragen werden geweerd door hun collega’s op het vasteland. Volgens The Guardian krijgen Britse aanvragen nu al steeds minder subsidies toegekend vanuit de EU.

‘Er worden geen nieuwe projecten vanuit Engeland gecoördineerd, terwijl zij dat in het verleden heel veel hebben gedaan’, zegt LUMC-hoogleraar en stamcelonderzoeker Christine Mummery. ‘De Engelsen die ik ken, van wie het project afloopt, dienen geen nieuwe aanvraag in als coördinator. Ze krijgen niemand mee. Ik denk dat ze het even hebben opgegeven tot er duidelijkheid is.’

‘Je hoopt dat je collega’s kunnen blijven meedoen’, zegt Hubertis Irth, wetenschappelijk directeur van het Leiden Academic Centre for Drug Research. ‘Maar een coördinator moet wel lid zijn van een EU-stad. Dat is ook logisch: Europese projecten zijn uitermate competitief en niemand zit te wachten op een vertrekkend project-lid, want dat breng complicaties mee. Het is alleen administratief: niet collegiaal of inhoudelijk.’

Moeten we wel of niet met Britten blijven samenwerken?

Europese wetenschappers die geld willen aanvragen van een Europees onderzoeksproject staan daarom voor een dilemma: doen ze dit met, of zonder Britse partners? Dit is een discussiepunt, zegt Mummery. ‘We zijn bezig met een aantal nieuwe aanvragen, maar we zitten te worstelen: wat gebeurt er als we Engelse collega’s includeren? Zal dat een negatieve invloed hebben, of niet? We weten niet wat de status is.’

Sterrenkundige Alessandro Patruno (zie pagina 7) was van plan een beursaanvraag bij de European Research Council (ERC) te schrijven samen met onderzoekers van Oxford. Door het vooruitzicht van een Brexit, koos hij toch voor een Duitse universiteit.

Mummery: ‘Toch schrijven we ook een aanvraag mét Engelse partners, want de Britse regering heeft beloofd alle “schulden” te dragen: als een project is goedgekeurd vóór de Brexit, zal de Engelse regering het overnemen. Je ziet nu dat veel Britten een EU-aanvraag binnen proberen te halen omdat ze denken dat ze garantie hebben dat het zal voortduren.’

Hoe moet het dan verder?

Cartoon: Tjeerd Royaards

Zowel Europese industrieën als universiteiten werken op grote schaal samen met het Verenigd Koninkrijk. Dat is nu makkelijker gemaakt door Europese kaderprogramma’s waarin subsidies, contracten en intellectueel eigendom goed vastliggen. Een Brexit zorgt voor rompslomp, denkt Tijssen. ‘Nu is het allemaal contractueel met één pennenstreek geregeld, maar na de Brexit moet over alles opnieuw worden onderhandeld.’

Toch verwacht Tijssen niet dat alle banden worden verbroken. ‘Engeland is wetenschappelijk gezien heel erg afhankelijk van samenwerking met anderen, en zeker met continentaal Europa. Engeland zit al langer dan dertig jaar in de EU, en heeft een enorm sterk netwerk opgebouwd: dat kan je niet zomaar uit elkaar trekken. En de Engelse wetenschap drijft op samenwerking. Dus ze hebben er baat bij zoveel mogelijk intact te houden.’

Oxford is een van de Britse universiteiten die op eigen initiatief de banden met Europese partners aanhaalt. Bijvoorbeeld met het Europeaum Scholars Programme, waarin jonge wetenschappers uit heel Europa zich buigen over vraagstukken binnen de Europese Unie. ‘Het is een manier om de band te versterken’, zegt promovendus Frederik Behre, die meedoet aan het programma. ‘De universiteiten zijn niet blij met de Brexit. Het zegt veel dat de hoogopgeleide delen van de bevolking tegen hebben gestemd.’

Moeten wetenschappers straks halsoverkop het land verlaten?

‘De Engelsen zeggen: we gaan academici niet wegsturen’, zegt Mummery. ‘Ik denk dat ze de universiteiten niet kunnen runnen zonder mensen uit de EU.’ Ze noemt de Starting Grant van de European Research Council: 60 procent van de onderzoekers die dit binnenhalen komen niet uit Engeland. ‘Veel jong talent komt uit het buitenland. Ze zien ook dat dit geen goed idee zou zijn.’

Maar door de onduidelijkheid kiezen sommigen ook eieren voor hun geld. Tijssen: ‘Je ziet nu al dat er een stroom vertrekkende onderzoekers op gang is gekomen. Dat zijn mensen uit de EU, die niet het slachtoffer willen worden van een harde Brexit. Die gaan daar niet op wachten: je hebt een gezin, of andere dingen die tijdig geregeld moeten worden. Ik zie het ook om me heen: mensen die vanuit Engelse universiteiten komen solliciteren.’

LACDR-directeur Irth kent ook zulke voorbeelden. ‘Duitse of Franse wetenschappers die deel uitmaakten van Europese projecten en in Engeland werkten, hebben het land verlaten. Die moeten zich in allerlei bochten wringen om nog onderdeel van die projecten uit te maken, want die blijven via Engeland lopen. Ze houden daar dan nog aanstellingen van tien procent, om het te kunnen afronden.’

Voor de ‘uitstroom’ is vooral anekdotisch bewijs. In de cijfers is van een exodus nog geen sprake: de maanden na het referendum bleef het percentage Europese wetenschappers aan Britse universiteiten stijgen, schrijft Nature. Of er op lange termijn nog net zoveel Europese wetenschappers naar Groot-Brittannië gaan, moet nog blijken.

Komen die allemaal hierheen?

Stefaan Van den Bogaert, directeur van het Europa Instituut, verwacht dat steeds meer wetenschappers hun weg naar Nederland zullen vinden, met name in zijn vakgebied.

‘De verwachting is dat met name binnen Europees recht en Europese studies het belang van de Engelse universiteiten zal afnemen, en dat die departementen zullen krimpen of worden opgedoekt.

‘Getalenteerde onderzoekers die nu aan Britse universiteiten zitten gaan naar het continent kijken voor een alternatieve werkplek. Dat zal ervoor zorgen dat hoog gekwalificeerd personeel naar Nederland komt en dat die mensen eventueel bereid zijn om wat lagere jobs te aanvaarden. Daardoor zal de druk op de academische arbeidsmarkt wel groot worden voor jongeren. Er is wel de vereiste van de Nederlandse taal, maar als die er niet is, zal de competitie heel sterk worden.’

Wat zijn de voordelen van de Brexit voor Nederlandse universiteiten?

‘De Britten behoren tot de grootste ontvangers van de Europese gelden’, zegt Van den Bogaert. ‘Dat gaan ze kwijtspelen. Dat kan indirect voordelig zijn voor Nederlandse universiteiten. Er kan misschien een groter deel van de koek naar Nederlandse universiteiten gaan.’

Op lange termijn verwacht de universiteit dat een deel van de buitenlandse studenten die normaal naar Engeland zouden trekken, nu hun weg naar Nederland vinden.

Van den Bogaert: ‘Op dit moment zijn er veel studenten die naar het Verenigd Koninkrijk trekken voor Europees recht of European studies vanwege de grote reputatie van bepaalde universiteiten als Oxford of Cambridge. Ik verwacht dat zij daar minder zullen doen aan Europese studies en Europees recht. En als je de rankings bekijkt, dan doen Nederlandse universiteiten het in de slipstream van die Engelse universiteiten ook heel goed. En als goede, gemotiveerde studenten, die anders naar Cambridge of Oxford zouden gaan, nu de weg naar Leiden vinden, is dat alleen maar goed natuurlijk.’

En wat doen de Britten die hier zitten?

Voor Britse wetenschappers is niet duidelijk wat er gaat gebeuren. Mummery, van Britse afkomst, woont al dertig jaar in Nederland, en heeft zowel een Nederlands als Brits paspoort.

‘Maar als ik dat een paar jaar geleden niet had aangevraagd, had ik niet geweten wat mijn status zou zijn.’

In haar omgeving hoort ze dat veel Britten snel een Nederlands paspoort aanvragen. Nu moeten ze de Britse dan opgeven, omdat Engeland nog bij de EU hoort: twee EU-paspoorten hebben mag niet.

Mummery: ‘Ik neem aan dat de mensen die nu een Nederlands paspoort aanvragen dit doen met de bedoeling een Engels paspoort aan te vragen na de Brexit. In Engeland mag je namelijk een paspoort aanvragen als je grootouders een Britse nationaliteit hebben.’