Achtergrond
VOC-carri
‘Trouw een rijke partner, dat helpt.’ Historicus Erik Odegard promoveerde vorige week op carrière maken, bij de VOC en de WIC.
Marleen van Wesel
donderdag 25 januari 2018
Rijckloff Volckertsz. Van Goens (1619-1682), gouverneur-generaal van de VOC

Hoe kwam je daarop?

‘De casestudies waren al uitgestippeld. Een van de twee, Rijckloff Volckertsz. Van Goens (1619-1682), gouverneur-generaal van de VOC, kende ik al wel uit mijn masteronderzoek. De ander was Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679), WIC-gouverneur-generaal in Brazilië. Voor mijn scriptie vond ik ook al besluiten waaruit bleek dat expertise een minder belangrijke rol speelde dan: wie ken je?’

Hoe onderzocht je hun netwerken?

‘Er zijn natuurlijk de officiële compagniestukken, maar zeker uit Azië is ook veel particuliere correspondentie bewaard. Op een gegeven moment schreef Van Goens aan een Nederlandse bewindhebber een bedankje voor toegestuurde kleding. Zijn vrouw was er heel blij mee, en Van Goens voegde er een ivoren beeldje bij. Als de bewindhebber wilde, kon hij het jaar erop een groter beeld sturen, maar ja, dan moest hij nog wel dezelfde functie hebben… Zo werd er gelobbyd.’

Wat voor netwerken hielpen verder een handje?

‘Van Goens bouwde zijn VOC-carrière op door te trouwen met een oudere weduwe, met hoge connecties in Batavia. En zijn tweede vrouw leverde banden op met bewindhebbers in de Republiek.

Johan Maurits had zijn positie in Brazilië eigenlijk alleen te danken aan het feit dat hij een Nassau was. Hij was persoonlijk failliet op het moment van zijn aanstelling en hij had eigenlijk geen kwaliteiten om een kolonie te leiden: geen ervaring in bestuur of handel, of zelfs maar buiten Nederland en Duitsland. De WIC wilde vooral een wit voetje halen bij de stadhouder.’

Tegelijkertijd schets je in je proefschrift de verschillen tussen de VOC en de WIC.

‘In de VOC kon je bijvoorbeeld een paar jaar werken in Indië, en daarna in een iets hogere rang in Japan. De WIC had niet zo’n talentpool om uit te scouten. Daar werd meer gemicromanaged, want er was minder centraal bestuur.

‘De WIC lag namelijk altijd met zichzelf overhoop. Dat blijkt al uit notulen van vergaderingen. In de VOC nam het centrale bestuur belangrijke besluiten. De kamers voerden die uit. In de WIC had het bestuur niet zo’n positie, dus werd er eindeloos vergaderd. De Kamers stapten intussen naar de Staten Generaal. Zo werd de invloed van het landelijk bestuur groter, en de compagnie kwetsbaarder voor landelijke ontwikkelingen.’

Kwam je overeenkomsten tegen met carrières in de 21e eeuw?

‘Hoe dieper ik erin dook, hoe vaker ik dacht: hé, zo anders was het niet. Goed zijn in wat je doet is natuurlijk belangrijk, maar zonder dat je de juiste mensen kent, of of zij jou, kom je nergens. En ook toen waren eigen kwaliteiten wel belangrijk, vooral om de júíste voet tussen de deur te krijgen.’

Nog zeventiende-eeuwse carrièretips?

‘Trouw een rijke partner, dat helpt. En stuur af en toe een mailtje naar je baas, over wat je aan het doen bent. Maurits stapte steeds naar de Staten Generaal. De bewindhebbers van de WIC raakten dat beu, wat een van de redenen was van zijn ontslag. De andere reden was dat hij krankzinnig veel geld uitgaf. Dan kun je maar beter de bonnetjes goed bewaren. Daar was hij ook niet zo sterk in.’

Colonial Careers. Johan Maurits van Nassau-Siegen, Rijckloff Volckertsz. Van Goens and Career-Making in the Seventeenth-Century Dutch Empire.

Promotie was op 15 januari