Nieuws
Zorgen over decentrale selectie
Minister van Onderwijs, Ingrid van Engelshoven (D66), gaat opleidingen die een selectie aan de poort hebben extra in de gaten houden.
donderdag 18 januari 2018

De minister wil decentrale selectie niet afschaffen, maar erkent dat er nog veel onduidelijkheid is over de werking en de gevolgen van het selecteren van studenten. Dat blijkt uit haar antwoorden op Kamervragen die gesteld waren door de SP.

Jet Bussemaker, de vorige minister van Onderwijs, schafte loting bij numerus-fixusopleidingen af. Studies met minder plaatsen dan aanmeldingen moesten dus op een andere manier gaan schiften. Dat kan bijvoorbeeld met op de middelbare school behaalde cijfers, het maken van toetsen, het schrijven van een motivatiebrief of het verplicht volgen van een mooc. Geneeskunde in Leiden selecteert al jaren aan de poort en steeds meer Leidse opleidingen willen graag decentrale selectie invoeren.

De Groningse promovenda Nienke Schripsema stelde onlangs in haar proefschrift vast dat geselecteerde geneeskundestudenten niet beter presteren dan ingelote studenten. Althans: bij de door haar onderzochte opleidingen in Groningen, Rotterdam en aan de VU. Eerder trok VU-promovenda Anouk Wouters vergelijkbare conclusies. Zij stelde ook vast dat selectie een extra drempel opwerpt voor scholieren met niet-Nederlandse achtergrond en voor eerstegeneratiestudenten. Selectie komt de diversiteit op de opleidingen niet ten goede.

De twee proefschriften hebben echter betrekking op selectie bij medische opleidingen. Die trekken vaak gemotiveerde studenten. Decentrale selectie is juist bedoeld om minder gemotiveerde studenten buiten de deur te houden.

SP-Tweede Kamerlid Frank Futselaar wilde weten wat minister vindt van decentrale selectie. Futselaar wil selectie aan de poort afschaffen ‘aangezien het niet werkt’.

Dat ziet de minister niet zitten. ‘Wel zal ik stappen zetten om er zorg voor te dragen dat het besluit om een numerus fixus te voeren wordt voorzien van een adequate onderbouwing en de mogelijkheid creëren het besluit, indien nodig, te blokkeren.’

Van Engelshoven merkt ook op dat er positieve signalen zijn over decentrale selectie: ‘studenten zijn beter voorbereid, gemotiveerder en kiezen bewuster.’

Er zijn echter ook onduidelijkheden over de procedures. ‘Zo vraag ik me af of studenten voldoende op de hoogte zijn van de vervroegde aanmelddatum van 15 januari die voor numerus-fixusopleidingen geldt’, schrijft de minister. Daarnaast vraagt zij zich af of ‘het bestaan van particuliere stoomcursussen voor selectieprocedures zorgt voor een tweedeling tussen de kandidaat-studenten die deze cursussen wel kunnen en willen betalen en zij die dat niet doen.’

Ook wil de minister voorkomen dat de selectie bepaalde groepen afschrikt. ‘Uit verschillende onderzoeken blijkt dat eerste generatie studenten minder vaak het volgen van een numerus-fixusopleiding overwegen dan studenten met hoger opgeleide ouders.

Deze vorm van zelfselectie is onwenselijk en vraagt om actie.’ De minister belooft de effecten van selectie scherper te gaan monitoren en er voor te zorgen dat de informatievoorziening aan scholieren wordt verbeterd.

Door Vincent Bongers