Wetenschap
Waarom leed leuk is
Lachen om andermans leed kan een belangrijke rol spelen in het versterken van groepsgevoel, ontdekte de Leidse psycholoog Wilco van Dijk. Maar teveel leedvermaak is ook niet goed.
donderdag 18 januari 2018

‘We lieten ooit in een studie mensen opschrijven wanneer ze leedvermaak voelden. Een van de deelnemers vertelde over hoe het dochtertje van een buurtgenoot werd doodgebeten door een hond.’ Wilco van Dijk, een hoogleraar psychologie die makkelijk en snel praat, houdt nu even pauze.

‘Die vader was blijkbaar een kinderverkrachter. “Nu weet hij ook hoe het voelt als je kind iets vreselijks overkomt”, stond erbij.’

Leedvermaak, zo wil Van Dijk duidelijk maken, draait vaak om rechtvaardigheid. ‘We willen leven in een wereld waarin goede mensen goede dingen overkomen, en omgekeerd. We hebben meer leedvermaak over mensen met een hoge status, zeker als die niet verdiend is. Hypocrieten die onderuit gaan, zoals een tv-dominee die wordt betrapt met een minderjarige. Hoe meer kwalijke dingen iemand op zijn geweten heeft, hoe erger het leed mag zijn. Kijk naar de vreugdevolle reacties op de dood van Osama bin Laden of Saddam Hoessein. We willen ons goed voelen over onszelf. Dat kan onder meer door je te vergelijken met iemand anders, die belangrijk voor je is: als het slecht gaat met jou, dan gaat het relatief beter met mij.’

Feestjes

Van Dijk is bijzonder hoogleraar psychologische determinanten van economisch keuzegedrag, en onderzoekt tegenwoordig vooral hoe financiële stress van mensen hun keuzes beïnvloedt. Het onderzoek naar leedvermaak deed hij al langer, en doet hij er nog steeds bij. ‘Studenten vinden het leuk, en het doet het goed op feestjes en partijen.’

In een artikel in het vakblad Group Processes & Intergroup Relations beschrijft hij een ander aspect van leedvermaak, waarbij het niet om individuen maar om groepen gaat. ‘Wie je bent, wordt ook bepaald door de groepen waartoe je behoort. Ook die moeten zo positief mogelijk zijn.’ Ook hier geldt dat de groepen en wat ze doen belangrijk moet zijn voor jou. Voetbalsupporters van verschillende clubs hebben veel meer met elkaar gemeen dan met de fans van, pak hem beet, cricket. Toch slaan ze niet de handen ineen om op afgelegen veldjes te knokken met cricketsupporters: ze zijn alleen maar bezig met elkaar. En dan ben je er nog niet, legt Ajax-supporter Van Dijk uit: ‘De fans van ADO en FC Utrecht voelen leedvermaak als Ajax slecht voetbalt. Omgekeerd speelt dat nauwelijks. Wat kunnen mij die clubs nou schelen?’

Als leedvermaak een rol speelt in het versterken van groepsbanden dan zou je verwachten dat hoe meer mensen zich zien als lid van een groep, hoe meer leedvermaak ze hebben bij tegenslag voor een “vijandige” groep. Dat lijkt inderdaad zo te zijn, laten van Dijk en co zien in hun paper.

Fortuyn

Allereerst met behulp van een enquête die ze al sinds 2002 (!) op de plank hadden liggen, over de val van het Kabinet Balkenende 1. Voor de jongere lezers: dat was de regering die opstond uit de chaos na de moord op politicus Pim Fortuyn, een paar dagen voor de verkiezingen. Fortuyn had in heel hoog tempo zijn kieslijst uit de grond moeten stampen, en zonder zijn leiding raakten de leden van de Lijst Pim Fortuyn al snel verzeild in een schier eindeloze stroom botsingen met de media, de Tweede Kamer, hun kabinetsgenoten en elkaar. De eerste staatssecretaris viel al na acht uur, de rest van de regering hield het uiteindelijk nog geen jaar vol.

‘Een accident waiting to happen’, vat Van Dijk het samen. ‘We hadden onze vragenlijst al af, en zaten te wachten op de val. Een dag later deelden we op zeven universiteiten onze enquêtes uit.’ De resultaten komen netjes overeen met zijn ideeën over de rol van groepsidentiteit en leedvermaak: hoe meer mensen geïnteresseerd waren in politiek, en hoe meer ze zich verbonden voelden met een oppositiepartij, hoe meer plezier ze eraan zeiden te beleven.

Iets vergelijkbaars vonden de onderzoekers bij een latere enquête. Daarbij kregen Blackberry-gebruikers fictieve nieuwsberichten te lezen over problemen met iPhones. Omdat het om nepnieuws ging, was er geen sprake meer van mogelijke beïnvloeding van buitenaf, zoals bij de kabinetsval. Ook hier bleek dat de mensen die mobiele telefoons belangrijk vonden en mensen die zichzelf als Blackberry-gebruiker zagen, ook meer leedvermaak hadden.

Competitie

‘We kunnen leedvermaak hebben, omdat dat ons psychologisch iets oplevert’, vat Van Dijk het samen. ‘We hebben graag een positief zelfbeeld, en we gebruiken het leed van anderen om ons beter te voelen over onszelf. Dat geldt ook voor de groepen waartoe we behoren. Sterker nog: als je mensen een sociaal spel laat spelen waarin spelers uitgesloten worden, dan hebben teams daar meer leedvermaak over dan als ieder voor zich speelt. Groepen zijn competitiever dan individuen, en competitie tussen groepen roept sterkere emoties op.’

Toch lijken reclamemakers er in de regel huiverig voor te zijn om leedvermaak in te zetten om klanten aan zich te binden. Nu is er écht slecht nieuws over iPhones, maar zien we geen gniffelende campagnes van de andere telefoonboeren. Waarom niet? Van Dijk: ‘Leedvermaak wordt vaak gezien als iets dat niet zo netjes is. We beoordelen mensen die het laten zien vaak negatiever dan mensen die positief zijn. Je zou eigenlijk empathie willen zien, als het slecht gaat met andere mensen. Er is wel Amerikaans onderzoek dat suggereert dat als je leedvermaak hebt, je vervolgens ook eerder bereid bent om zelf schade te berokkenen aan het slachtoffer.’

Wat als je leedvermaak daarom juist zou willen tegengaan?

‘Mensen die zich slechter voelen over zichzelf, voelen meer leedvermaak. Als je ervoor zorgt dat mensen zich beter voelen, neemt dat weer af. Je moet dus de “Sesamstraat-oplossing” kiezen: benadrukken wat je gemeenschappelijk hebt. Dat kan door een gezamenlijk probleem te benadrukken. De uitschakeling van PSV door NK Osijek, bijvoorbeeld, is voor fans van andere clubs misschien grappig. Maar het betekent dat Nederlandse ploegen zich niet meer automatisch plaatsen voor de Champions League. Die nederlaag is dus niet alleen jammer voor PSV, maar slecht voor het hele Nederlandse voetbal. Dan is ‘ie toch minder leuk.’