Wetenschap
Met je kop erbij kan je minder op
Psychologe Lotte van Dillen houdt vrijdag een lezing over de rol van aandacht en verwachtingen op eetgedrag en smaak. ‘Hoe harder chips kraken, hoe beter ze smaken.’
donderdag 23 november 2017

In 2004 deden Massimiliano Zampini van de universiteit van Trento, en Charles Spence uit Oxford een experiment dat wereldberoemd zou worden. Ze zetten hun proefpersonen in een geluidsdichte kamer, en lieten ze chips eten met een koptelefoon op. Met de koptelefoon kon het gekraak – de onderzoekers kozen Pringles, omdat die allemaal precies hetzelfde zijn – gedempt of juist versterkt worden. Conclusie: hoe meer herrie je chips maken, hoe krokanter en verser je ze vindt smaken.

‘Je zintuigen spelen een grote rol bij je perceptie van smaak, en aandacht is daarbij de grote poortwachter’, vertelt psychologe Lotte van Dillen. Ook verwachtingen spelen een rol, en die zijn deels cultureel bepaald. Zo is het veel makkelijker om een smaakstof – bijvoorbeeld chemische fop-aardbei – te herkennen als de kleur van je snoepje of drankje daarbij past.

Nog eentje: ratten die gewend zijn aan water met een hoge concentratie suiker, vinden water met minder suiker erin minder lekker dan ratten die juist gewend zijn aan minder zoet drinken. Zij worden dus echt een zoetekauw van zoet eten. De rol van zulke verwachtingen is nog sterker als je je aandacht er niet bij hebt, vermoedt Van Dillen. Haar eigen onderzoek gaat over aandacht en eten. Proefpersonen eten meer crackertjes met zoute boter of doen meer siroop in hun limonade, als ze een lang getal moeten onthouden. Maar als je vraagt hoe zoet ze hun eigen drankje vinden, geven ze hetzelfde cijfer als de controlegroep die een makkelijker getal kreeg, en maar half zoveel siroop gebruikte.

Beloning

‘Je eet meer als je je aandacht er niet bij hebt’, vat Van Dillen het samen. ‘Onze resultaten suggereren dat je streeft naar een bepaalde mate van plezier, en zolang je die niet beleefd hebt, eet je door.’ In een nog-niet gepubliceerde studie met fMRI-scans zag Van Dillen dat het beloningseffect in de hersenen van afgeleide proefpersonen die iets zoets te proeven kregen, ook meetbaar minder sterk was. ‘Er lijkt iets vergelijkbaars te spelen als bij verslaafden: je beleeft minder plezier, maar je hebt meer nodig. Dat is bij onze afgeleide proefpersonen ook zo: ze geven vaker aan dat ze een zoeter drankje willen.’

Van Dillens advies voor mensen die gezonder willen eten is dus simpel: eet niet terwijl je iets anders aan het doen bent. Concentreer je op de smaak, geuren en het geluid van je eten, zodat je maximaal plezier beleeft aan elke hap. ‘Wat ook kan helpen, is dat je met je verwachtingen aan de slag gaat. Omdat we vaak zulke ingesleten patronen hebben, zou je die moeten doorbreken. Zorg dat er verschillend smakende dingen op je bord liggen, eet niet steeds hetzelfde maar probeer juist nieuwe dingen. Dan heb je minder verwachtingen die van invloed zijn op wat je proeft.’ BB

24 november 9:00

Stadsgehoorzaal Leiden