Nieuws
'De zweep erover'
donderdag 17 augustus 2017

‘Een student zoals ik moeten jullie nooit worden’, waarschuwt Nout Wellink de Mare-kerk woensdagmiddag tijdens Collegetour. De voormalig president van De Nederlandsche Bank studeerde rechten in de jaren zestig. Samen met microbioloog, NRC-columnist en oud-Mare-medewerker Rosanne Hertzberger, die van 2002 tot 2008 life science & technology studeerde, wordt hij door de eerstejaarsstudenten gevraagd naar zijn Leidse tijd. 

‘Ik ben een keer mijn studentenhuis uitgezet’, vertelt Wellink, na vragen over de huizen waarin ze woonden. De reden wil hij niet delen, wel de laatste woorden die zijn hospita tot hem richtte: ‘Dit had ik nóóit van u verwacht.’ Hertzberger woonde enige tijd op Vliet 11, waar ook Shabir Burhani een kamer had. Een omstreden figuur, die later een taakstraf zou krijgen voor dreigtweets aan het adres van hoogleraar Afshin Ellian. Rechtenstudent Madina mengt zich vanuit het publiek in de discussie die ontstaat. ‘Dat is mijn broer’, zegt ze. De zaal valt even stil, tot ze onthult: ‘Grapje.’

Verpest

Toen Wellink in 1961 begon met studeren, bestond de El Cid-week nog niet. Bij een vereniging gaan was vanzelfsprekend. In zijn geval: Augustinus en het Leidsch Studenten Corps, dat later opging in Minerva. Hertzberger, die bij Quintus ging, denkt nog vaak terug aan haar El Cid. ‘Als student ben je nog niet verpest door de realiteit’, vindt ze. 

In Wellinks tijd bestonden er nog geen afstudeeronderwerpen en liepen er twaalfdejaarsstudenten rond. Ook Hertzbergers studententijd verschilt inmiddels behoorlijk met nu. Er was nog geen bindend studieadvies en ze kreeg nog een basisbeurs. In tegenstelling tot een groot deel van het publiek zijn beide gasten van mening dat het leenstelsel een prima vervanger is voor de oude studiefinanciering. Een stok achter de deur werkt volgens hen juist goed om studenten te laten nadenken over hun keuzes. ‘De zweep erover’, zegt Hertzberger. 

Over de studie geschiedenis zijn ze het dan weer niet eens. ‘Dat kun je geen studie noemen’, vindt Hertzberger. ‘Meer een cursus die je ook uit een boek kunt leren.’ Ze adviseert nieuwe studenten om iets te doen waaraan ze wel iets hebben, zoals bio-informatica of natuurkunde. Veel aanwezigen, onder wie Wellink, zijn het niet met haar eens. Wellink had zelf graag nog eens geschiedenis willen studeren. ‘Dat is dan ook iets voor mannen van middelbare leeftijd, die toch geen baan meer nodig hebben’, reageert Hertzberger. ‘Van inspirerende hoogleraren kun je meer leren dan je uit een boek ooit zou kunnen’, voegt Wellink er nog aan toe. 

Dat niet alle belangrijke vaardigheden uit boeken te leren zijn, daarover zijn ze het helemaal eens. Zorgen voor jezelf, programmeren of Chinees spreken: voor al dat soort dingen biedt je studententijd de uitgelezen kans. Hertzberger: ‘Nu heb je er nog tijd voor.’ (Hessel Hoekstra)