Columns & opinie
Geen commentaar: Opdat we niet vergeten
Bart Braun
donderdag 1 juni 2017
© Silas.nl

In het Hyde Park in Londen staat een reusachtig monument voor alle dieren die in dienst van de Britse legers zijn gestorven. Het Verenigd Koninkrijk heeft een vrij uitgebreide militaire geschiedenis, dus er staan kamelen op, en een olifant, honden, ezels, paarden en postduiven. Het kostte 1,4 miljoen pond, en er staat in grote letters op: ‘Ze hadden geen keus.’

Hoeveel dieren er precies herdacht worden, staat er niet op. Niemand heeft een idee, en de teller loopt bovendien nog: het Britse leger heeft nog steeds dieren in dienst: onder meer als mascotte, zoals het Swaledale-ram Private Derby XXXI*. Legerdieren hebben in elk geval nog een naam, een mager eerbetoon dat proefdieren maar zelden krijgen. 

Hoeveel proefdieren zou Leiden hebben ingezet, sinds 1575? Ook hier heeft niemand een idee. Het wordt pas sinds kort bijgehouden, en dan nog tellen we alleen gewervelde dieren – daarvan gebruiken universiteit en Leids Universitair Medisch Centrum er samen ergens tussen de twintig- en dertigduizend per jaar. De insecten, slakken en dieren die nog nét niet uit hun ei zijn gekomen tellen niet mee.

Dat onderzoek levert kennis op, en voorkomt veel ellende met menselijke proefpersonen. We maken op deze wereld dieren dood om veel slechtere redenen. Omdat ze zo lekker smaken, terwijl we slimmere manieren hebben om aan voedingsstoffen te komen. Om kleren van te maken, terwijl er steviger, goedkoper en mooier materiaal uit onze fabrieken komt. Omdat we een trofee aan de muur willen hangen. Of gewoon, voor de lol.

Zelfs als we als mensheid een enorme morele sprong zouden maken, en al die andere dierdoodmakingen afschaffen, dan nog steeds zou het uitvoeren van dierproeven te verdedigen zijn. Maar een ding blijft hetzelfde: ze hebben geen keus.

Het zou dan ook volkomen gepast zijn om ook monumenten voor onze proefdieren aan te leggen. In het Russische Novosibirsk staat er eentje: een muis met een bril die een DNA-keten breit. Ergens op de campus van de Universiteit Utrecht zou er nog een moeten zijn, maar tijdens mijn dierproeven gebruikende studie aldaar ben ik er nooit op gewezen. Gevonden heb ik het ook niet, dus groot en opvallend kan het niet zijn.

Wellicht komt ooit de dag waar alle dierproefonderzoekers op hopen. Dat er geen dierproeven meer nodig zijn, omdat er een beter alternatief is. Tot die tijd kunnen we sparen voor ons monument, dat het Britse oorlogsdierenmonument best mag overtreffen. Een belastinkje van tien eurocent per geregistreerd proefdier, en de miljoenen heb je zo bij elkaar.

De locatie? Niet ergens verstoppen op een campus of Bio Science Park, maar op een centrale plek. Zodat iedereen die heeft geprofiteerd van dierproeven – daar hoort u ook bij! – de gesneuvelde helden even in de ogen kan kijken.

Bart Braun

*In de originele versie van dit stuk ging het nog over Derby's voorganger, Lance Corporal Derby XXX, die wegens goed gedrag een promotie had gekregen. Bij het online zetten van deze post bleek echter dat Derby XXX eind 2015 is overleden, wat op zich het punt hier benadrukt. Hij is niet op het slagveld gestorven, maar aan een bacteriële infectie. Desalniettemin werd er na zijn dood een militaire parade gehouden in zijn eer.