Studentenleven
Brief: Studeren kan prima thuis, de UB is er voor de wetenschap
donderdag 1 juni 2017

Een vruchtbare dag in de UB. Mijn afstudeerscriptie over tiende-eeuwse Japanse poëzie zit in de laatste fase, en ik maak dankbaar gebruik van de collectie die de Aziëbibliotheek mij ter beschikking stelt: een dertiendelig woordenboek, literatuurstudies, tekstbronnen, en een pc om alles op te verwerken.

Terwijl ik naar de kast loop om iets te raadplegen, stuurt een bibliotheekmedewerker studenten weg die geen gebruik maken van de collectie. Maar naast mij zit de hele dag iemand op haar Macbook te rommelen aan een fotocollectie, terwijl zij de computer van haar werkplek uitsluitend gebruikt om via YouTube muziek te luisteren.

Nog een vruchtbare dag in de UB. Voor een werkcollege schrijf ik een essay over de Romeinse redenaar Cicero. Dankbaar maak ik gebruik van de collectie achter ‘deur nummer 5’, waar de klassieke literatuur in de open opstelling staat: wetenschappelijke tekstedities, grammatica’s, commentaren, en even verderop de collegeplanken met de belangrijkste literatuur voor het college.

Om de zoveel tijd komt er een bekende binnen die iets uit de kast meeneemt, en dan weer verdwijnt omdat er op de zaal zelf geen plaats is om in alle rust het te raadplegen boek door te lezen. En ondertussen zit naast mij al de hele ochtend iemand op zijn Macbook Hearthstone te spelen en YouTube-video’s te kijken.

Het zijn geen uitzonderingen. Wie een tijdje in de hal staat zal zien hoeveel mensen er mét een laptop een computerwerkplek bezet houden. En dan heb ik het nog niet eens gehad over sociale media: de kleur blauw verlicht het gezicht van menig student die een computer ‘nodig’ heeft.

Ik snap het commentaar op het deurbeleid van de nieuwe Aziëbibliotheek wel. Omdat er ruimte nodig is voor de studenten die in steeds groteren getale gebruik kwamen maken, zijn de studiezalen die bestemd waren voor gebruikers van de desbetreffende collecties opgeheven, en op dezelfde wijze zijn bijvoorbeeld het Instituut voor Papyrologie en het Scaligerinstituut zo goed als verdwenen.

Heb je eindelijk vrede met deze beslissing, besluit de bibliotheek plotseling om voor één vakgebied ineens tóch nog een exclusieve studiezaal in te richten (en daar bovendien een flinke smak geld voor uit te trekken). Dat getuigt, zwak uitgedrukt, niet echt van veel tact.

Maar sinds wanneer is een universitaire bibliotheek niet meer bedoeld voor onderzoek? Studeren voor een tentamen, dat kan prima thuis (want afgeleid worden, dat gebeurt in de bibliotheek net zo goed). Zien en gezien worden, daarvoor is de kroeg uitgevonden (en daar is luidkeels brallen ook nog eens geen probleem). En de mensen die per se de status moeten updaten, moet daar absoluut de kostbare tijd van een openbare computer voor worden opgeofferd?

Dat ene essay in het verzameld werk van die filosoof, de afbeeldingen uit de catalogus van juist dat obscure museum, de grammatica van die unieke minderheidstaal – die moeten niet uitleenbaar zijn, die staan permanent ter inzage klaar. Dat is waar een universiteitsbibliotheek voor zou moeten dienen, en daarvoor moet ruimte en gelegenheid zijn.

Is het dus tijd voor een echte UB-politie, zoals die al enige tijd door de onbevlekte hallen van de Aziëbibliotheek patrouilleert om te zien wat de gasten in hun schild voeren? Helpt een Facebookblock, of een Twitterban?

Waarschijnlijk kunnen fatsoen en enige interesse meer wonderen doen dan harde, autoritaire maatregelen. Maar het zou geen kwaad kunnen als we ons eens afvroegen waar een universitaire bibliotheek echt voor dient.

En als u dan per se de plek bezet houdt van iemand die op een studiezaal wil werken - pak daar dan eens een boek van de plank en doe het open. Misschien doet u nog eens een echte ontdekking.

A.J.N. van der Salm is student Asian Studies/Classics and Ancient Civilizations

Zie ook dit opiniestuk over de Asian Library