Achtergrond
Bij racisme gaat het alarm af
De sfeer in Europa wordt grimmiger, vindt Jasmina Ma?ki?, en daarom wordt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens steeds belangrijker. ‘Laat lidstaten maar uitleggen dat het niet om discriminatie gaat.’
Vincent Bongers
donderdag 18 mei 2017
Demonstratie van Gouden Dageraad in Griekenland. De extreemrechtse partij schuwt geweld tegen migranten niet. © Wikimedia Commons

Op 29 januari 1996 wordt de zeventienjarige Anguel Zabchekov in de Bulgaarse stad Razgrad opgepakt door een politieagent, omdat hij zich verdacht zou hebben gedragen. Na in elkaar te zijn geslagen overlijdt hij in zijn cel. Maar de politie noemt een andere doodsoorzaak: hij zou tijdens de achtervolging ‘heel vaak zijn gevallen’.

‘Zabchekov behoort tot de Roma-minderheid in Bulgarije’, zegt Jasmina Ma?ki?. Ze doet onderzoek naar zaken rond discriminatoir geweld die zijn behandeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg en hoopt volgende week te promoveren. ‘De moeder van de jongen stelt dat de politieagenten hem zo hard hebben aangepakt vanwege zijn etnische achtergrond’, aldus Ma?ki?.

In 2002 volgt de uitspraak. ‘Het Hof achtte dat het niet buiten redelijke twijfel vast stond dat de agenten een discriminatoir motief hadden. Er waren wel wat rapporten dat Roma in Bulgarije werden blootgesteld aan systematisch racisme, maar dat was onvoldoende om het Hof te overtuigen.’

Maar een van de rechters in de zaak, Giovanni Bonello, die het niet eens was met de uitspraak, schreef een zogeheten dissenting opinion. Hij vond het toch wel heel toevallig dat iedere keer als er een Roma werd mishandeld of gedood, dat niets had te maken met racisme. ‘Dat stuk prikkelde mij om dit onderzoek te doen. Is zo’n motief vast te stellen, en moeten de bewijsregels op dit punt veranderd worden?’

Het EHRM is overigens nadrukkelijk geen strafhof. Het is geen instelling van de EU, maar van de Raad van Europa, die in 1950 werd opgericht om de mensenrechten te bevorderen. Er zijn 47 landen lid, waaronder ook Rusland en Turkije.

‘Het Hof kan geen keiharde sancties opleggen’, legt Ma?ki? uit. ‘Maar het geeft een boodschap af aan lidstaten dat ze de mensenrechtensituatie moeten verbeteren. Het stelt staatsaansprakelijkheid vast in zaken en onderzoekt of de mensenrechten worden gerespecteerd. Het EHRM fungeert als een alarmbel, die afgaat als lidstaten totalitaire trekken gaan vertonen of minderheden onvoldoende beschermen. Die functie was een beetje op de achtergrond geraakt, maar met de opkomst van extremistische stromingen is het belangrijk dat sommige landen goed in de gaten worden gehouden. De mentaliteit in Turkije, maar ook in andere Europese landen, is aan het veranderen. Rusland wordt steeds conservatiever en voerde bijvoorbeeld een anti-homopropagandawet in.’

Het discriminatie-aspect in geweldszaken is in veel gevallen moeilijk zichtbaar te maken. ‘Vaak ontbreekt het aan bewijs. Ik stel dan ook voor dat rapporten en statistisch onderzoek van intergouvernementele organisaties en ngo’s een belangrijkere rol in de bewijsvoering krijgen. Als in Bulgarije een Roma klaagt dat hij in elkaar is geslagen, en uit statistieken en rapporten blijkt dat deze groep disproportioneel vaak slachtoffer is van geweld, dan moet de lidstaat uitleggen dat het niet om discriminatie gaat.’

Maar hoe toon je iets aan dat er niet is? En kun je statistieken gebruiken als bewijs in individuele zaken? ‘Het gaat erom dat je vaststelt of er sprake is van een patroon van geweld tegen een bepaalde groep’, vindt Ma?ki?. ‘Je hebt ook meerdere bronnen nodig.’

Volgens haar heeft het Hof best invloed. ‘Een uitspraak kan genoegdoening geven aan slachtoffers. Daarnaast is het mogelijk om een schadevergoeding te eisen. Het gaat ook om de erkenning van een probleem.’

Er is ook echt wel wat veranderd door uitspraken van het Hof. ‘De Salduz-zaak is een goed voorbeeld. Een Turkse jongen van zeventien werd door de politie verhoord, maar kreeg niet eerst de mogelijkheid om met zijn advocaat te overleggen. Toen het Hof bepaalde dat dat wel had gemoeten, had die uitspraak grote impact, niet alleen in Turkije. Ook in Nederland is de wetgeving in 2009 door deze zaak aangepast.’

Verder probeert het Hof in Turkije geslachtsgerelateerd geweld aan te pakken. ‘In 2009 deed het EHRM uitspraak in een heel belangrijke zaak: Nahide Opuz werd bedreigd en mishandeld door haar ex. Deze man verwondde haar met een mes en vermoordde haar moeder. Toch weigerden de autoriteiten haar te beschermen. De politie vindt dit vaak “familiezaken”, en als het al tot een rechtszaak komt, dan legt de rechter de nadruk op de eer van de man. Maar uit statistieken van verschillende organisaties bleek dat de politie te weinig deed om vrouwen te beschermen. Er waren honderden vergelijkbare zaken.’

Ook in de vluchtelingencrisis kan het EHRM een rol spelen. ‘Het geweld tegen migranten door de extreemrechtse partij Gouden Dageraad in Griekenland is al aan de orde gekomen. Vorig jaar speelde de zaak Sakir bijvoorbeeld. Een Afghaanse vluchteling werd in Athene door gemaskerde mannen met knuppels aangevallen. Het Hof bepaalde toen dat er sprake was van discriminatoir geweld. De politie had de mishandeling als een racistische hate crime moeten behandelen. Dat is niet gebeurd. Griekenland erkent het probleem en heeft laten weten scherper te zijn in dit soort zaken.’