Studentenleven
Column: Uitgekleed
donderdag 6 april 2017

Wekenlang had Lente hiernaartoe gewerkt. Dag in, dag uit trok ze een met zorg uitgekozen bloemenjurkje aan alvorens met een grote lach op haar gezicht de deur uit te stappen. Weer of geen weer, dat maakte niet uit. Haar missie is duidelijk.

Ze loopt langs het Rapenburg terwijl het langzaam, maar zeker, verder gevuld wordt door datgeen wat voorheen een wolk was. Wat haastige fietsers passeren haar, alsmede wat voetgangers die zowel paraplu’s als verontruste blikken dragen. Juist op dit soort momenten wordt Lente eraan herinnerd waarom ze dit alles nou precies doet: de zon moet verder uitgekleed worden. Die bontkraag van wolken kan namelijk écht niet meer.

Zij moet haar steentje bijdragen om de hoognodige striptease in gang te zetten, want het moet simpelweg beter: heter. Van kinds af aan was ze al bezig met het uitvogelen hoe dat moest. Door nauwkeurige observatie kwam ze tot de conclusie dat het niet-dragen van jassen en vooral het wel-dragen van T-shirts, korte broeken en jurkjes hetgeen is wat de winter aan een einde brengt.

Er is overigens een aanzienlijk grote groep mensen die op deze manier gekleed gaat, nét voordat het aangenaam is om zo over straat te gaan. Ze zijn de zon voor, geven haar het goede voorbeeld. Vanaf nu is Lente een van hen, de schaars geklede mensen die de zon ervan proberen te overtuigen dat verlegenheid niet nodig is. Wat ze de zon duidelijk proberen te maken, is dat haar wolkendeken weg moet. Alleen dan komt aan het licht hoe oogverblindend mooi ze is.

Een spoor van regen achter zich latend, loopt Lente de collegezaal binnen. Haar taak zit er voor nu even op – voor wat de zon betreft dan. Causaliteit begrijpen, dat is de nieuwe missie voor de komende uurtjes.

De brildragende docent waarschuwt alvast vooraf: ‘Hume, waar we vandaag mee beginnen, is een typische scepticus. Hij stelt overigens dat we wel wat kunnen weten, onze subjectieve indrukken en ideeën, maar stelt tegelijkertijd dat deze helemaal geen direct verband hoeven te hebben met de werkelijkheid. Ons waarnemingsvermogen is immers beperkt, want om een noodzakelijk verband te zien tussen bijvoorbeeld oorzaak en gevolg, schieten onze zintuigen te kort.’

Lente doezelt langzaam in slaap en hoort nog net iets over Kant, die Hume aangevuld zou hebben. Iets met de rede ofzo.

Lente schrikt wakker van het geluid van inklappende collegebanken, pakt haar tas en loopt richting de uitgang. Onderweg vraagt ze zich af of haar bloemenjurkje gewerkt zou hebben. Buiten aangekomen aanschouwt ze de zon, naakt. ‘Ik wist het!’ roept ze terwijl ze in gepaste kleding naar huis loopt.

Mattijn de Groot is student wijs­begeerte