Studentenleven
Red ons van de slooprambo's
Marleen van Wesel
donderdag 23 maart 2017
© Silas.nl

Duizenden kinderen sloegen op verzoek van Freek Vonk hun dinovormige spaarpot aan diggelen, troggelden hun oma’s nog wat rapportgeld af en doneerden gedwee de inhoud van de cadeau-envelopjes voor hun Eerste Heilige Communiefeest. Vijf miljoen werd er zo ingezameld met de crowdfundingscampagne Tientje voor T.rex.

Inmiddels is Trix alweer een poosje te bewonderen in museum Naturalis, dat deze week liefst anderhalf miljoen moest doorsluizen. De architect die het museumgebouw in de jaren negentig ontwierp, meende namelijk dat de verbouwing van het museum, met een erepodium voor het paradedinootje, een inbreuk op zijn auteursrechten zou vormen. Via de rechter dwong architect Fons Verheijen eerder deze maand een bouwstop af. Nu is hij akkoord met een schikking. Die anderhalf miljoen gaat naar een stichting ter bevordering van wetenschap en architectuur, en de bouw kan doorgaan.

Jammer, en niet alleen voor de kinderen die dan toch liever in hoverboards hadden geïnvesteerd. Maar ook voor de architectuur. Want het hád dus gekund, dat het architectonische gelijk prevaleerde boven de sloop- en vernieuwzucht.

Pardon, ik vergeet mij voor te stellen. De naam is stadsbouwmeester Willem Leendertsz. van der Helm (1628-1675), ontwerper van onder meer de Morspoort, de Zijlpoort en het torentje van het Academiegebouw. En sinds 1675 assessor extern van het ondergrondse Leidse Architectengilde.

Wij zijn de tekenaars van deze stad, grofweg van de Pieterskerk tot het laboratorium van Heike Kamerlingh Onnes aan de Steenschuur. Vervolgens gingen anderen ermee aan de haal. In een rechtvaardige wereld zou Verheijen doorgestreden hebben tot het einde. En ook wij zouden opstaan om orde op zaken te stellen.

We zouden verklappen dat we al eeuwen ronddwalen door de krochten van de stad. In ondergrondse tunnels, waarover weliswaar legendes gaan (zie 'Ondergronds geheim'), maar die jullie goddank nog niet gevonden hebben. Anders hadden jullie, 21e-eeuwse vernieuwingsrambo’s, de drilboor alweer getrokken om los te gaan met kassa’s en entreepoortjes in hysterische glazen uitstulpingen, robuuste staalconstructies en led-lampjes. Maar we rusten niet, omdat we weten dat onze ontwerpen nooit écht veilig zijn.

De hedendaagse schouten en schepenen ’s nachts zachtjes toefluisteren in hun slaap helpt slechts een beetje: zo is met het project Historische Winkelpuien en de Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld al wat in oude glorie hersteld. Maar we kunnen het harder spelen. We kunnen omhoog krabbelen uit putdeksels en verborgen luiken onder jullie bed, met onze gelooide tronies en klepperende skeletten.

Met euro’s moet je bij ons niet aankomen. Jullie rusten ook niet meer, voor alle verpeste architectuur in ere is hersteld. Weg met de moderne aanbouwsels van het KOG, weg met de uitbreiding van de Lakenhal, weg met de herontwikkeling van de Meelfabriek. Vooruit, de nieuwe Asian Library mag blijven, maar weg met die lelijke UB eronder, en sowieso weg met het Lipsius.

En dan mijn geliefde Morspoort! Ik zal nooit vergeten hoe ik op een zonnige dag in het jaar 1669 aan mijn ontwerp zat te tekenen, met uitzicht op het galgenveld. Daar leidde de poort destijds heen, tegenwoordig naar dat gedrocht van een Morspoortgarage - sommige veranderingen zijn slechts relatief. Maar het was nooit, ik herhaal NOOIT, mijn bedoeling dat fietsers reddeloos te pletter zouden slaan tegen dat idiote stoepje. Laat staan dat je erómheen moest. Het is verdorie een poort, geen prieeltje. En voor we ons definitief terugtrekken: laat de Vismarktfontein weer bier spuiten.