Achtergrond
Opinie: Dogma's zijn gezond
Als je gelooft dat de moraal van de meerderheid regeert, vraagt Tjerk Oosterkamp zich af, hoe hou je dan je rug recht?
Tjerk Oosterkamp
donderdag 23 maart 2017
'De maaltijd in Emmaüs' (1648) van Rembrandt, te zien in Musée du Louvre, Parijs.

Door Matthijs van der Laan word ik beticht van het maken van een fout: ik gebruik een niet-bewijsbare god ter onderbouwing van een sociaal systeem (‘Moraal kan prima zonder religie’, Mare 22, 16 maart). Hij betoogt verder dat ‘de moraal binnen een religieus sociaal systeem even veranderlijk is als een moraal daarbuiten: […] niet berustend op iets anders dan cultuurgebonden menselijke afspraken’.

Ik ben dat met hem oneens. Laat ik proberen om hem te overtuigen dat een samenleving stabieler wordt door bepaalde ideeën aan een externe bron toe te schrijven. Zeker als het ideeën zijn die mensen niet zo van nature toevallen. Ik mag hopen dat ik hem niets dwingend opleg, door mijn argumentatie in het publieke domein te houden.

Ik ben het beslist met Matthijs van der Laan eens, dat de moraliteit van het religieuze systeem waarvan ik onderdeel ben, aan verandering onderhevig is. Ik kan immers nadenken en mijn interpretatie van traditie en oude geschriften bijstellen.

Waarom sta ik mezelf toe om mijn nadenken en interpreteren zijn oorsprong te laten vinden in een onveranderlijke God? Ik heb daar veel redenen voor die voor niet-religieuze mensen niet altijd even gemakkelijk in te voelen zijn.

Het levert ook een veel grotere continuïteit en stabiliteit van denkbeelden op, dan wanneer ik de bron van mijn moraliteit in mezelf zoek of in de mening van een meerderheid van de mensen om mij heen.

Ik geloof dat de verzameling geïnspireerde verhalen, gedichten en wetsteksten in de bijbel samen een betrouwbaar beeld schetsen van de eigenschappen van God. Ik vermoed dat dit geloof en mijn interactie met deze God mij weerbaarder maakt tegenover meningen die indruisen tegen christelijke waarden als naastenliefde of vrijheid.

Ik heb in het betoog van Matthijs van der Laan gezocht naar het antwoord op de vraag waar hij zijn moraal vandaan haalt, zonder zich te beroepen op een opperwezen. Net als in het verhaal van Lubach komt hij niet verder dan een argument dat gestoeld is op de meerderheid van de mensen: de moraal is veranderlijk ‘en niet berustend op iets anders dan cultuurgebonden menselijke afspraken. […] Zo kunnen zaken waarmee we het niet langer eens zijn rustig worden afgeschaft.’

Ik vind dat mager en weinig vertrouwenwekkend. Hiermee wordt moraal ten diepste volstrekt arbitrair, er is immers volstrekt geen fundamenteel verschil meer tussen goed en kwaad.

De Nederlandse orde van advocaten telde bijvoorbeeld in de verkiezingsprogramma’s van diverse politieke partijen hoeveel maatregelen de rechtstaat zouden versterken, verzwakken of er zelfs lijnrecht tegen in gaan. Het verbaast mij niet dat de partij van Gert Jan Segers, die tijdens het debat de vrijheid van álle minderheden verdedigde, in deze telling ruimschoots bovenaan eindigde.

Als je gelooft dat de moraal van de meerderheid regeert, waar durf je dan nog een rechte rug vandaan te halen?

Dogma’s, een verzameling gedeelde uitgangspunten die een geloofsgemeenschap uit de bijbel heeft proberen te destilleren, zijn gezond. Het verrassende aan dogma’s is dat zij iedere generatie uitdagen om zelf weer een nieuwe dogmatiek te schrijven die voortbouwt op die van de vorige generatie. Iedere generatie ziet zich immers geplaatst voor nieuwe ontwikkelingen. Zo word ik (en de gemeenschap waarvan ik deel uitmaak) opgeroepen te evalueren waartoe de essentie van het christelijk geloof ons oproept.

Het bestuderen van die oude teksten levert een rijk begrippenkader op dat van pas komt bij het oefenen van levenskunst of het opnemen van verantwoordelijkheid. En dat kan duurzame vaardigheden opleveren, die soms benijdenswaardig zijn.

Tjerk Oosterkamp is hoogleraar experimentele natuurkunde

Lees ook Oosterkamps eerdere opiniestuk: 'Waarom ik niet in elfjes geloof'.

Daarmee reageerde hij op uitspraken van Arjen Lubach in Mare en in het debat met Gert-Jan Segers in de Pieterskerk.