Nieuws
Dissident mocht niet in fotoboek
Jang Jin-Sung, een prominente Noord-Koreaanse dissident en voormalig hofdichter van Kim Jong Il, wilde een bijdrage leveren aan een fotoboek over Noord-Korea, maar werd geweigerd.
donderdag 23 maart 2017

Een aantal andere fotografen, zoals Raymond K. Cunningham, dreigden zich terug te trekken uit de publicatie als Jang mee zou werken.

Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies in Leiden, is ‘perplex’. Jang werd via hem uitgenodigd om een bijdrage te leveren. ‘Het moest immers de dagelijkse realiteit van Noord-Korea weergeven, en wie kan dat beter doen dan een Noord-Koreaan? Hij wilde het graag, en zou teksten bij de foto’s schrijven. Hij wilde zelfs ongepubliceerde foto’s van de minder leuke kanten van Noord-Korea beschikbaar stellen, zoals strafkampen en openbare executies - ook deel van de dagelijkse werkelijkheid daar. Toen meldde de uitgever dat andere fotografen zich zouden terugtrekken omdat ze bang waren hun toegang tot Noord-Korea te verliezen als ze zouden samenwerken met zo’n bekende dissident. Jang is er toen zonder veel omhaal uitgebonjourd.’

Jang Jin-Sung was propagandadichter voor Kim Jong Il, tot hij moest vluchten omdat een vriend een verboden boek, dat van Jangs departement afkomstig was, verloor. In 2015 was hij gastdocent aan de Universiteit Leiden.

‘Ik heb voor de foto’s gekozen’, legt uitgever Evelyn de Regt uit. ‘Ik had die andere fotografen al benaderd. Ze willen die maatschappij blijven volgen en dachten: als we met Jang in een boek staan, komen wij Noord-Korea niet meer in.’

Jang was niet bereikbaar voor commentaar. Hij is ‘niet blij, maar ook niet verrast’, zegt Breuker. ‘Het marginaliseren van dissidenten komt erg vaak voor en blijft vaak onbestraft.’ Het debat rond Noord-Korea wordt volgens hem gedomineerd door niet-Koreanen, ‘die geen ruimte wensen te geven aan Noord-Koreaanse ballingen’. ‘Dit boek is daar ook een voorbeeld van. De uitgever wilde eerst wel een Noord-Koreaanse balling erbij betrekken, maar de druk van de gevestigde orde bleek te groot, denk ik. Ik krijg een nare smaak in mijn mond van dit soort affaires omdat het nu eenmaal een feit is dat Noord-Korea goed verkoopt, terwijl we collectief niets doen aan de ellende daar.’ AK