Studentenleven
?Een beetje raar, maar wel aardig?
donderdag 9 maart 2017
Foto Taco van der Eb

Joris van den Hurk (22 jaar, biomedische wetenschappen): ‘Frisbee is zo’n leuke teamsport. Of eigenlijk is het helemaal geen sport, ze hebben er een teamsport van gemaakt ultimate frisbee, of ultimate.’

Hanneke Reinders (25 jaar, Life science and technology): ‘Je hebt meestal een team van tien a twaalf mensen. Dat ligt eraan of je het binnen of buiten speelt. Outdoor is het spel zeven tegen zeven, indoor vijf tegen vijf.’

Van den Hurk: ‘Al overgooiend moet je de schijf in het vak van de tegenstander proberen te vangen. Lukt dit, dan heb je een punt. Het is heel anders dan voetbal of hockey, waar ik ook op heb gezeten. In plaats van alleen maar tegen een bal te schoppen of slaan, ben je veel meer met strategie bezig.’

Reinders: ‘Je hebt vrij snel een hechte band met de mensen met wie je speelt.

Van den Hurk: ‘Er is ook geen scheidsrechter. Die heb je eigenlijk niet nodig, want je moet er met beide teams uitkomen of iets wel of niet een overtreding is. Het spel is niet zo hatelijk als voetbal. Frisbeeërs zijn misschien soms een beetje rare mensen, maar ze zijn wel aardig.’

Reinders: ‘Onze club bestaat uit 35 mensen, dus dat is niet zo groot. Je leert elkaar zo snel kennen. We trainen ook altijd met de twee teams die we hebben tegelijk op maandag en vrijdag. We leveren ook onze eigen trainers aan, best uniek voor de sportverenigingen hier.’

Van den Hurk: ‘Het is ook wel fijner. Naast dat ze het leuk vinden om te doen, kennen ze de groep ook en staan ze meer open voor ideeën en suggesties.’

Reinders: ‘Naast de trainingen proberen we iedere maand ook iets niet frisbee-gerelateerds te doen, zoals bijvoorbeeld een kroegentocht.’

Van den Hurk: ‘Als je de mensen ook op een andere manier wilt leren kennen, hebben we dit soort activiteiten. Maar als je het alleen bij frisbee wilt houden, is dat ook goed. Ook daarin zijn frisbeeërs heel open.’

Reinders: ‘We zijn afgelopen jaar ook voor het eerst op “Panic-holiday” gegaan, naar een toernooi in Straatsburg. Daar hebben we tegen andere teams gespeeld vanuit heel Europa. Heel gezellig.’

Van den Hurk: ‘Soms houden we een “Panic-diner” een uur voor de training. Frisbee is in het buitenland populairder dan hier, dus hebben we meestal wel een redelijke aanloop van internationale studenten. Zo’n diner is dan een mooi excuus om ze de wonderen van de Nederlandse keuken te laten ontdekken. Stamppot gaat er meestal wel in.’

Marlies Rothoff