Studentenleven
Kamervragen: ?Ik verzamel goede intenties?
donderdag 8 december 2016
Foto Marc de Haan

Huis: Pelikaanhof

Kamer: 15m2

Huur: 350 euro (incl. internet en tv)

Huisgenoten: 8

Hoe lang woon je hier al?

‘Drie jaar. Ik heb het via iemand van mijn vereniging Catena gevonden. Een vriend van hem zocht een huisgenoot. Ik dacht: ach, die kamer krijg ik vast niet, maar laat ik het maar proberen. Dan heb ik in ieder geval een keer een hospiteeravond meegemaakt.

‘Ik ben toen helemaal verdwaald, ik kon het echt niet vinden. Ik was hier nog nooit geweest. Uiteindelijk zijn ze me gaan zoeken. Er waren maar twee kandidaten, en ik ben het gelukkig geworden.’

Je hebt een hoop spullen...

‘Mijn kamer is een grote verzameling van goede intenties. Onder de tafel ligt een Weight Loss Hoop, een soort hoelahoep, maar dan zwaarder. Het werkt als een jekko, maar ik vind het nu te koud buiten. Ik heb het wel een maand iedere dag gebruikt. Ik doe nog wel aan Club Yoga op het Universitair Sport Centrum. Dat is een mix van pilates, krachttraining en yoga. Dat doe ik al een jaar. Maar je hoeft dan niet per se te gaan, dat is wel gevaarlijk voor mij. Dan regent het weer, of mijn computer roept…

‘Ik heb ook een krijtbord, in een poging mijn leven te ordenen. Ik heb ook een agenda gemaakt, daarvoor gebruik ik bullet journaling. Dat is een bepaalde manier van je agenda indelen, met bullet points. Het is heel leuk als je een beetje creatief bent.Ik vind het idee van koken ook leuk. Ik heb allemaal Allerhandes, ik vind de foto’s en de recepten gaaf. Maar in de praktijk maak ik vaak rijstmaaltijden. Ik kan wel koken hoor. Mijn opa is chefkok.’

Steek je vaak wierook op?

‘Ja, het maakt me rustig. Dan kan ik lekker studeren met een muziekje. Ik luister echt alles van Rammstein tot Enya en Britney Spears.’

En je kleding?

‘Ik ben dol op vintage kleding. De rode jurk is echt mijn pride and joy. Hij is uit de jaren 60, en eronder zit een enorme petticoat. Ik vond het in een zaak die gespecialiseerd was in oude galajurken, ook uit de negentiende eeuw. Daar was ook een ander stel, en toen ik deze jurk aantrok, zei de man: “Meid, dat is hem gewoon! Als je hem niet neemt, word ik boos.” Bleek later dat die mensen werkten bij missverkiezingen, en dat ze op zoek waren naar een jurk voor Miss Nederland. En door hen ben ik geadviseerd! Ik heb ook nog bakken kleding onder mijn bed, en daarnaast nog wat in de gangkast. Pas heb ik wel veel dingen weggebracht. Dat is wel een heel ding, ik denk altijd: wat als ik het nog nodig heb? Maar dan ligt het een jaar ongedragen in mijn kast, en iemand anders kan het dan toch beter gebruiken.’

Anoushka Kloosterman