Columns & opinie
Column: Het falen van mooie plaatjes
donderdag 8 december 2016

Vorige week bezocht ik een paneldiscussie van de Yale School of Forestry and Environmental Studies, met als onderwerp ‘The New Presidential Administration’.

Oftewel: paniek!

De eerste professor stond op en zei: ‘Ik weet het gewoon niet meer. Ik ben een politiek wetenschapper en alles wat ik dacht te weten bleek niet waar te zijn. Ik weet het echt niet meer.’

De tweede professor – een Franse dame – zorgde voor enige consternatie in de zaal: ‘Make America great again? America was never that great. Maybe Trump can make America great, for once!

De derde professor hamerde op communicatie. Milieuwetenschappers moeten beter communiceren om hun boodschap over te krijgen.

Het overbrengen van je boodschap is hier tot nationale topsport verheven. Die focus op communicatie is ook gelijk een van de grotere verschillen tussen Yale en Leiden. Alles draait hier om de storyline. De plaatjes moeten mooi zijn. De titels moeten aanspreken. De samenvatting moet zelfs iemand met de aandachtspanne van een goudvis overtuigen.

Het is leuk om te doen, en ik neem het zeker mee naar mijn volgende baan. Maar na de verkiezing van Trump en zijn kabinet vol wetenschapsontkenners kunnen we ook vaststellen dat deze Amerikaanse stijl van wetenschapscommunicatie keihard heeft gefaald. We kaderen het milieu vaak in morele termen. Ontkennen van klimaatverandering maakt je een slecht persoon. Blijkbaar werkt die aanpak niet.

Gelukkig biedt Nederland een prachtig voorbeeld van hoe het ook anders kan. Want het negeren van wetenschappelijk advies kost ook gewoon geld.

Vorige week kwam er een interessant rapport uit. ‘The Dutch Coal Mistake: How Three Brand-New Power Plants in the Netherlands Are at Risk Already of Becoming Stranded Assets.’ Kort de technische term: ‘stranded asset’ is een investering die in de boekhouding staat voor een bepaalde waarde die misschien ooit realistisch was, maar nu niet meer.

In Nederland werden anno 2015 drie nieuwe kolencentrales geopend. Een 1600MW-centrale van RWE bij Eemshaven, een kleinere 800MW-eenheid van Engie in Rotterdam, en Uniper is eigenaar van een 1070MW-centrale op de Maasvlakte. De totale kosten van het bouwen van deze centrales was 6 miljard euro. Kolencentrales gaan op z’n minst veertig jaar mee, en dat is ook nodig om die enorme investering terug te verdienen.

Voordat de kolencentrales gebouwd werden stond al vast dat ze – gezien de kelderende kostprijs van zowel gas- als zonne- en windenergie – die levensduur van enkele decennia nooit zouden halen. Maar toch heeft onze regering ze toentertijd goedgekeurd. Dat er nu een internationaal rapport is verschenen dat Nederland voordraagt als voorbeeld van hoe het niet moet, is natuurlijk een enorme blamage, en doet denken aan de economische term ‘Dutch Disease’, gebaseerd op hoe de Nederlandse overheid verkeerd omging (en -gaat) met de aardgasbaten. Ongetwijfeld was er een horde ambtenaren die met gemeenplaatsen smeten als ‘we hebben alle opties nauwkeurig onderzocht’ en ‘alle belangen zijn secuur afgewogen’. Vervolgens nam onze regering een volkomen verkeerde beslissing.

Nu is de investering van 6 miljard nog maar 1.5 – 3.5 miljard waard. Iets of iemand in Nederland is een paar miljard armer, en hoewel ik het niet meteen kan achterhalen, gok ik op pensioenfondsen. Wij dus.

Het is natuurlijk niet zo dat energiebedrijven met de regering samenspannen om lekker wat geld over de balk te smijten. Dat ik dit van mijlenver had zien aankomen, en dat het tóch gebeurde: dat is een falen van ons wetenschapsveld. Betere communicatie. Maar niet met creatieve grafieken of indrukwekkende p-waardes die alleen binnen het ivoren torentje relevant zijn.

De wetenschap moet laten zien wat ze waard is.

Benjamin Sprecher promoveerde onlangs bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden en is nu postdoc in Yale