Columns & opinie
Het clubje: 'Wij staan opeens op straat'
Marleen van Wesel
donderdag 17 november 2016
V.l.n.r.: Lichelle Fisser, Nadia van Alten, Ghislaine Voogd, Hermien Buis en Claire Witteman. Niet op de foto: huisgenoot Lina Zheng. © Taco van der Eb

Nadia van Alten (23, forensische gezinspedagogiek): ‘Wij zijn de Oude Singel Ladies.’

Ghislaine Voogd (20, pedagogische wetenschappen): ‘Of de Digros Diva’s. We veranderen de naam van ons huis elke twee weken.’

Lichelle Fisser (23, Zuid- en Zuidoost-Aziëstudies): ‘Nu staan we letterlijk op straat.’

Van Alten: ‘Ik kwam zondagochtend om kwart over vijf thuis van een feestje. Toen de brandalarmen van de buren afgingen, leek het loos alarm. Pas in mijn eigen kamer, rook ik de brand bij de buren. Ik rende naar buiten en begon op de deur te bonken en te schreeuwen.’

Voogd: ‘Ik dacht dat ze werd lastig gevallen, dus ik pakte mijn telefoon en rende ook naar buiten.’

Van Alten: ‘Daardoor kon zij de brandweer bellen. De buren stonden inmiddels ook op straat. We hoorden glas breken en toen kwamen al die vlammen naar buiten.’

Voogd: ‘Wij renden naar links, om op nog meer deuren te bonken, de buren renden naar rechts. Daarna konden we niet meer naar elkaar toe, omdat de brandweer ertussen stond.’

Hermien Buis (25, geschiedenis): ‘Oh ja, de brandweer. In onze huurcontracten staat: géén herenbezoek tussen 23.00 en 7.00 uur.’

Van Alten: ‘Ze vroegen steeds of er nog mensen binnen waren. We wisten het écht niet. Uiteindelijk waren alleen Ghislaine en ik thuis.’

Buis: ‘Dáárom moet je dus op ons magneetbord aangeven of je aanwezig bent.’

Voogd: ‘Ineens dacht ik: oh nee, de kat! Ik paste op de kat van Hermiens vriend. In zijn huis hoor, maar de sleutel lag bij ons. Een heel lieve brandweerman zei: "Ik snap het, meid." Eenmaal binnen zei hij: "Focus! Wat heb je nog meer nodig? Paspoort? Kleding? Je knuffel?" Intussen hoorde ik het vuur knetteren, heftig. De lijstjes met huisfoto’s waren gevallen en het was heel vies door bluswater.’

Claire Witteman (19, geschiedenis): ‘Ik vond de troep later meevallen, toen ik mocht kijken. Het stonk wel heel erg.’

Voogd: ‘Nu zijn we een maand dakloos.’

Buis: ‘Echt? Die schatting ging toch niet over óns huis?’

Voogd: ‘Na een Facebook-oproep kregen we superveel lieve reacties. Inmiddels hebben we allemaal onderdak. Maar we kunnen een maand lang niet bij elkaar binnenlopen. We zijn echt een soort zusjes. De afgelopen maanden zijn we alleen maar hechter geworden. Steeds gebeurde er iets kuts met iemand, en dan waren we er met z’n allen.’

Fisser: ‘Ik had niet in Leiden moeten zijn, maar in India. Daar heb ik twee maanden geleden een busongeluk gehad, en nu mis ik mijn arm. Nu dit weer. Ik dacht: wanneer stopt het? Gelukkig hebben we superveel steun aan elkaar.’

Voogd: ‘Oh ja, ik had mijn laptop nog mee naar buiten genomen, om hem te redden. Vervolgens liet ik hem op de stoep in de regen staan. Een buurvrouw had hem gelukkig in veiligheid gebracht.’

Buis: ‘Toen we in de media lazen dat alle bewoners hun huis weer even in mochten, dachten we: oh?’

Voogd: ‘Er stond ook dat alle bewoners in Van der Valk mocht slapen. Wij zijn zondag gewoon overal en nergens terechtgekomen. Ik sliep bij de kat.’