Columns & opinie
Column: Breek de bubbel met het Wilders-quotum
donderdag 17 november 2016

Een paar dagen na de verkiezingen hier in Amerika ontmoette ik een hoogleraar politicologie. Aan de bar van de kroeg in mijn straat. Ze droeg een T-shirt met de tekst ‘Nasty Woman’ en had aan de Clinton-campagne meegewerkt.

Na de overwinning van Trump was ze gaan drinken, en daar niet meer mee opgehouden. Behalve als ze college gaf. Dan huilde ze met haar studenten. En, true to form, terwijl ik haar sprak, had ze tranen in haar ogen en een dubbele whisky in haar handen. Toen ze vertrok zei ze: ‘And now I have to go see my African American boyfriend, before he gets lynched by those motherfuckers.’

Dit is een redelijk typerende reactie. En terecht. Of het nou om homorechten, abortus of het milieu gaat, Trump zal de klok vijftig jaar terugdraaien. De helft van Amerika bevindt zich in een totale staat van ontreddering. En hoewel het hier vol hangt met portretten van Yale-alumnus George W. Bush, door historici vooralsnog aangeduid als de slechtste Amerikaanse president ooit, weet zelfs Yale nu niet hoe ze zich als instituut een houding moet geven.

In een algemene e-mail van de immer eloquente president van de universiteit stond deze passage: ‘We must not allow the historically divisive campaign to infect our campus with a comfort for intolerance. This has been a tumultuous period for all of us, but it is now the time to care for each other, empathize with each other, and embrace each other, no matter our political differences.’

Nu zou ik dolgraag dat dringende verzoek opvolgen en een Trumpsupporter een flinke knuffel geven. Al is het maar om aan de bijna fysieke onrust onder mijn vrienden te ontsnappen, en met iemand te praten die de toekomst nog wel zonnig inziet. Probleem is, ik kan ze niet vinden. En dat is niet zo raar, want in New Haven heeft 85 procent voor Clinton gestemd.

Ik wist dat de meeste Amerikanen in een bubbel wonen, maar om tijdens de verkiezingsnacht tegen alle verwachtingen – en eerlijk gezegd, voorstellingsvermogen – een fascist het Witte Huis te zien winnen, maakt het gevaar van de bubbel tastbaar. Als iemand met zo’n radicaal ander wereldbeeld de helft van de stemmen krijgt, is het tijd om serieus na te denken of je eigen wereldbeeld niet wat moet worden bijgeschaafd.

Dan kijk ik naar Nederland. Natuurlijk. De Amerikaanse situatie is in zijn details niet vergelijkbaar. Maar de essentie is hetzelfde: dat de ene helft van de bevolking geen idee heeft van wat er bij de andere helft speelt. Dat ze al hun informatie over ‘de ander’ uit opiniepeilingen moeten halen, omdat ze op Facebook al lang en breed zijn ontvriend. En het idee dat iedereen in jouw omgeving jouw mening deelt, dus dat dit ook de mening van de meerderheid moet zijn.

Daarom introduceer ik het Wilders-quotum. Elke Leidse student zou ernaar moet streven Wildersstemmers tot zijn/haar vriendenkring te rekenen. Echte vrienden. Waar je mee kan praten als het even wat minder gaat. Laat ik drie als streefgetal noemen, maar een of twee zou al het verschil maken. Niet huilen maar knuffelen.

Benjamin Sprecher promoveerde onlangs bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden en is nu postdoc in Yale