Wetenschap
Hersenen trainen tegen stress
Mindfulness krijgt steeds meer status. Er verschijnt meer academisch onderzoek, en Leiden is onlangs een online collegereeks gestart. Maar pas op voor 'zelfbenoemde lifestyle-goeroes.'
donderdag 6 oktober 2016

Boeddhistische monniken, brandend wierook, misschien geitenwollensokken en yoga. Mindfulness en meditatie kunnen verschillende beelden oproepen. Maar tegenwoordig kun je ook denken aan CT-scans, elektroden en hersengolven. Want academisch onderzoek naar mindfulness is de afgelopen twintig jaar explosief gestegen. En de wetenschap heeft meditatie omarmd als therapie.

Heel kort gezegd is mindfulness je concentratie richten op het nu. Dit bereik je door meditatie, al betekent dit niet dat je in ingewikkelde lotushoudingen hoeft te zitten (tenzij je dat graag doet). Mindfulness kan je overal doen: op de bank, op je werk of tijdens je studie. De bedoeling is dat als je het genoeg doet, je bewuster gaat leven.

Een beroemd voorbeeld is de zogeheten rozijnoefening. Pak een rozijn (of een ander klein voorwerp) tussen duim en wijsvinger. Doe alsof je van Mars komt, en er nog nooit een hebt gezien. Voel hoe de rozijn tussen je vingers zit. Kijk vol aandacht naar de plooitjes, de ribbeltjes en de kleur. Concentreer op hoe het voelt aan je vingers. Daarna hoe het ruikt. Stop hem daarna in je mond. Voel hem op je lippen, in je mond. Hoe smaakt het? Slik door. Voel hoe de rozijn door je lichaam naar beneden zakt.

Klinkt misschien zweverig. Maar mindfulness heeft zich in de afgelopen twintig jaar een weg gebaand in de wetenschap. Er zijn inmiddels talloze studies te vinden die claimen dat het helpt bij allerlei kwalen. Het vermindert stress, voorkomt terugval in depressies en verhelpt angststoornissen en chronische pijnklachten.

Sommige studies wijzen uit dat patiënten met ernstige aandoeningen als Parkinson er beter door met hun ziekte kunnen omgaan.

De wortels van mindfulness liggen in het boeddhisme. Maar de moderne variant, zoals we die steeds meer in het westen zien, komt van de Amerikaanse bioloog Jon Kabat-Zinn. Tijdens zijn studie ontmoette hij Zen-monniken die zijn interesse in meditatie wekten. Later ontwierp hij Mindfulness-Based Stress Reduction (MBSR), een cursus van acht weken waarbij patiënten leren om te gaan met chronische pijn, stress en depressie. Veel psychologische studies gebruiken zijn methode en definitie.

Want het blijkt je hersenen flink wat werk doen tijdens meditatie: ‘Onderzoek heeft aangetoond dat de connecties in de hersenen verbeteren’, zegt de Leidse psycholoog Lorenza Colzato, die onderzoek doet naar mindfulness en meditatie. ‘Oftewel: er worden sterkere links gelegd tussen hersengebieden die belangrijk zijn om je emoties te reguleren. Daarnaast communiceren neuronen in verschillende hersengebieden beter met elkaar tijdens meditatie.’

Sommige onderzoekers claimen vol optimisme dat langdurige meditatie de anatomie van de hersenen definitief kan veranderen. Amerikaanse neuroloog Richard Davidson, die goede vrienden is met de Dalai Lama, plakte voor zijn onderzoek honderden elektroden op de hoofden van Tibetaanse monniken en mat hun hersenactiviteit. Hij denkt dat we onze hersenen kunnen trainen om permanent stressbestendiger en emphatischer te worden.

Genoeg reden dus voor universiteiten om steeds meer aandacht te besteden aan het fenomeen. Niet alleen als onderzoeksonderwerp, maar ook in de praktijk. Leiden heeft sinds vorig jaar – net als Oxford en honderden andere universiteiten – een mindfulnesscentrum, opgezet door hoogleraar Oosterse filosofie Christopher Goto-Jones. Daar gaf hij een honours-college, gecombineerd met meditatietraining, aan studenten.

Dat college is nu onder de naam ‘De-mystifying Mindfulness’ online te volgen als massive online open course (mooc). Het derde college staat maandag online, de eerste twee zijn nog terug te kijken.

Dat meditatie uit het new age-domein is getreden is volgens Goto-Jones een van de redenen dat het zo populair is geworden de afgelopen jaren. ‘Het lijkt erop dat de interesse is gestegen door de toename van wetenschappelijk bewijs. Daardoor is het nu niet alleen toegankelijker, maar ook meer acceptabel in moderne, seculiere samenlevingen. Het is nu een zeer gerespecteerde psychologische behandeling voor depressie, pijn en stress. Deze wetenschappelijke status loopt langzaam over naar de samenleving en wekt daardoor interesse bij een breder publiek.’

Hypes trekken vaak kwakzalvers aan. Niet iedereen die zich een mindfulness-therapeut noemt, weet ook daadwerkelijk waar hij of zij mee bezig is. In een reportage van het Belgische tv-programma Panorama uit 2013 nam journalist Peter Brems zijn verborgen camera mee langs een aantal mindfulness-therapeuten. Eén zei dat hij hardop tot honderd moest tellen. Een ander vertelde hem dat hij moest ‘ademen door zijn geslachtsdeel’. De Belgische Federatie van Psychologen reageerde onthutst en pleitte voor strengere kwaliteitscriteria.

Goto-Jones: ‘Een van de gevaren is dat zelfbenoemde lifestyle-goeroes het wetenschappelijke bewijs voor eigen winst aandragen. Er zijn veel mensen die proberen veel geld te verdienen met mindfulness, ook al hebben ze soms niet de goede kwalificaties of ervaring. Dit zou beter gereguleerd moeten worden. Zeker in Engeland worden stappen gezet naar de regulatie van geaccrediteerde trainers.’

Daarnaast moeten de resultaten van sommige onderzoeken niet klakkeloos worden overgenomen, zegt Colzato. ‘Vaak worden mensen die veel mediteren vergeleken met mensen die dat nog nooit eerder hebben gedaan. In die studies kun je eigenlijk geen causaal verband trekken, omdat positieve effecten ook verband kunnen hebben met neurologische verschillen tussen de twee groepen.’

De resultaten voor mensen die al langer aan meditatie doen vind ze wel veelbelovend. ‘Maar er is meer onderzoek nodig om helemaal te begrijpen welk effect meditatie heeft op onze hersenen, stemming en cognitie.’

Tijdens de cursus plaatst Goto-Jones ook nog een kanttekening: ‘Veel onderzoekers die zich bezighouden met mindfulness doen er zelf ook aan. Zij hebben misschien de neiging de positieve effecten wat meer te benadrukken.’

Toch kan mindfulness ook studenten helpen, denkt hij. ‘Veel studies hebben laten zien dat het studenten helpt bij hun concentratie en creativiteit. Het vermindert ook angst en stress. Je slaapt er beter door. Ook helpt het bij de ontwikkeling van een kritische manier van denken. Een risico is wel – en dit geldt voor iedereen- dat door mindfulness je gedachten en herinneringen even grenzeloos kunnen stromen. Voor sommigen kan dit betekenen dat onprettige of zelfs traumatische ervaringen boven kunnen drijven. Het gebeurt niet vaak dat dit soort problemen optreden, maar het kan gebeuren en we kunnen het ons niet veroorloven er naïef over te doen. Daarom is het belangrijk dat het wordt aangeleerd door een gekwalificeerde docent in een goede omgeving.’

De mooc ‘De-mystifying Mindfulness’ is te volgen op Coursera.

Anoushka Kloosterman