Achtergrond
071 - 527... Happy end
Mirjam Romeijn (24) onderzocht voor haar masterscriptie een oorlogsdagboek, en spoorde de familie van de auteur op.
woensdag 7 september 2016

Wie heeft het dagboek geschreven?

‘Kitty Ouwens (1925-2005), een vrouw die in Amsterdam woont tijdens de oorlog. Kitty heeft een geliefde, Henk Schutten. Hij werd in 1943 tewerkgesteld in "Mofrika". Ze stuurde hem brieven, maar die kwamen begin 1945 niet meer aan. Ze bleef hem schrijven, maar dan in haar dagboek. De twee zijn na de oorlog herenigd. "Lieveling, nu heeft het geen zin om nog verder te schrijven’, schrijft ze dan. "Eindelijk hebben we hier dan het happy end. De rest kunnen we er wel bij denken, hè?"’

Hoe kwam je aan deze bron?

‘Het zat in een speciale collectie van de Universiteitsbibliotheek. Voor mijn master book & digital media studies kreeg ik de opdracht een oude tekst te bewerken. Ik ben heel erg geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog en het persoonlijke element van dagboeken spreekt me aan. Maar dit dagboek was zo interessant dat ik mijn docent heb gevraagd of ik er mijn scriptie over mocht schrijven.’

Waar schrijft Kitty over?

‘Op de pagina’s komen heftige oorlogsgebeurtenissen langs. Zo is Kitty op 7 mei 1945 op de Dam, net na de bevrijding dus. Maar er zijn nog Duitse soldaten aanwezig en die openen het vuur op de feestvierende menigte. Er vallen tenminste 31 doden. "Heele bossen menschen lagen op en over elkaar op de grond en het duurde maar voort", schrijft Kitty. Zelf is ze op een paar blauwe plekken na ongedeerd, maar haar "handen en blouse zaten onder het bloed".

‘Maar het gaat ook over hele banale dingen. Zo is er weddenschap tussen Kitty en haar zus Mies over de naam van een bepaald soort zeep: is het nou "Rexena" of "Rexona"? Die mix is juist zo boeiend.’

Hoe vond je de nabestaanden terug?

‘Er staat een zinnetje in het dagboek: "Wat een vullik, zou de Tilburger zeggen." Met de hulp van het Tilburgse archief ben ik op het spoor gekomen van Ineke Kaars, de oudste dochter van Kitty en Henk.

‘Dat werd een spannend telefoontje. Ineke was heel emotioneel. Ze wist wel van het bestaan van het dagboek af, maar ze kende de inhoud niet. Haar eerste reactie was: "Ik wil het terug!" Toen ze over de eerste schok heen was veranderde ze van gedachten.’

Hoe is het dagboek in de UB terechtgekomen?

‘Henk is in 2014 overleden. Waarschijnlijk is het toen per ongeluk in een verkeerde doos terechtgekomen en weggegooid. Zo is het op een rommelmarkt beland en vervolgens is het door de UB aangeschaft.

‘Ik heb Ineke opgezocht in Kudelstaart. Het dagboek mocht ik niet meenemen, maar ik heb wel een transcriptie van de tekst gestuurd. Ze krijgt nu scans van het dagboek. Ineke kwam me bij de bushalte ophalen en ik kreeg gelijk een knuffel.’

Wordt het ooit uitgegeven?

‘Er is wel een uitgever geïnteresseerd en Ineke vindt het een goed idee. Maar andere familieleden hebben zo hun twijfels. Het is erg persoonlijk en gevoelig materiaal natuurlijk.’

VB