Columns & opinie
Kamervragen: 'Dat wordt feesten, deze zomer'
Marleen van Wesel
woensdag 11 mei 2016

Huis: Het Anatomiegebouw

Grootte: 58m2

Kost: 800 euro per maand, inclusief parkeerplaats

Bewoners: 1

Woon je hier allang?

‘Sinds eind september. Vroeger was hier het anatomisch laboratorium van het ziekenhuis gevestigd. Oudere collega’s van het Leids Universitair Medisch Centrum hebben in deze ruimtes nog anatomisch onderwijs gehad. Ik woon in het oude gedeelte. Er zit ook een toren aan het gebouw vast. Die is helemaal nieuw.’

Wat is het fijnst aan deze woning?

‘De ruimte! Het is een stuk groter dan mijn studentenhokje. Ik zie dit meer als een echt huis, dan als een kamer. Ik woonde eerst hier vlak achter, aan het Hildebrandpad. Als het die dag niet had geregend, had ik alles met een karretje kunnen verhuizen. Er is geen medicus die zo dicht bij het LUMC woont als ik. Nou ja, samen met degenen die hier óók wonen dan. En dat zijn er nogal wat.’

Hoeveel dan?

‘Zo’n tweehonderd mensen. Allemaal promovendi en postdocs, sommigen met een gezin, anderen alleen, zoals ik. Best veel bewoners, vooral van de toren, komen uit China. Zij vormen een beetje hun eigen community. Verder wonen hier Nederlanders, een aantal Portugezen en ook mensen uit Estland, de Filipijnen en Canada. De promovendi die nog een meer studentachtig leven hebben, zoeken elkaar wel op. We organiseren spontane filmavonden en laatst hebben we met de bewonerscommissie een gezamenlijke barbecue gekocht, met crowdfunding. We hebben een binnentuin én een groot grasveld achter het gebouw. Het maakt niet uit hoe de wind staat. Dat worden mooie feestjes, deze zomer.’

Geen nadelen?

‘Wij zijn de eerste bewoners, dus er waren wel wat opstartproblemen. Gedoe met het vuilnis. Containers, maar ook de deuren en de brievenbussen: alles werkt hier met de LU-card van de universiteit. Bij sommige bewoners was het systeem niet goed gekoppeld. Bij mij werkt alles overigens vlekkeloos, al ben ik soms wel bang dat er ooit een storing komt.’

Wat staat er voor instrument op de vensterbank?

‘Een angklung. Mijn vader was beroepsmuzikant en bracht hem mee na een concert in Indonesië. Zelf speelde ik altijd trombone. Toen ik op kamers ging is dat versloft. Misschien pak ik het weer op. Mijn trombone staat nog steeds naast mijn bed.

‘Veel mensen beginnen over het mooie design van de lamp in de kast. Eigenlijk heeft mijn oma die gemaakt, op een knutselavondje voor senioren, met ijzerdraad en kerstverlichting. In het donker geeft hij een heel mooi schijnsel, door die draden. Het bijzettafeltje komt nog uit mijn studentenkamer. Verder heb ik alles nieuw gekocht. Dat is het voordeel van werken: je hebt eindelijk geld voor de inrichting.’

Een aapje, een hamster, een rendier… Spaar je knuffels?

‘Oh, eigenlijk niet. Die marmotten komen uit de Alpen, de papegaaiduiker uit IJsland en de aap… dat weet ik niet eens meer. Ik ben niet bewust bezig met een knuffelverzamelproject. In de kast staan nog wat relikwieën. Een modelhart, gekregen van een studiegenoot. En een onschadelijk gemaakte handgranaat. Gekregen van mijn opa en oma, uit de oorlog. Het precieze verhaal weet ik eigenlijk niet, alleen dat hij het écht niet meer doet.’

Door Marleen van Wesel