Studentenleven
'Je kunt best veel levens junken'
woensdag 20 april 2016

Jesse van der Straaten (19, toegepaste psychologie): ‘League of Legends speel je in twee teams van vijf. De spelers proberen elkaars Nexus, een groot kristal, te vernietigen. Je speelt het spel online.’

Elze de Vink (Teamcaptain, 18, sterrenkunde): ‘Het is enorm in opkomst. Zondag was ik op een toernooi in Ahoy, Rotterdam. Je zit dan in een vol stadion naar de wedstrijd te kijken. De gamers zitten op een podium, zij krijgen betaald. Er zijn ook shoutcasters, oftewel commentatoren, en er is een nabeschouwing.’

Quinty Kouveld (19, international studies): ‘Wij zijn nog niet zover dat we betaald worden. We spelen in de Talent League, de pool voor minder sterke gamers. Professionele gamers zitten in de Premier League.’

Vincent Stokman (20, psychologie): ‘Tot nu toe hebben we twee potjes gespeeld. Die hebben we helaas allebei verloren.’

Van der Straaten: ‘Maar je speelt ook gelijk tegen de beste spelers. Er is niet echt een systeem in de wedstrijd dat teams van gelijke niveaus binnen de pool tegen elkaar laat vechten.’

Sjors de Reu (17, informatica): ‘Iedereen speelt met zijn eigen karakter, oftewel een champion. Champions koop je met Riot Points. Die kun je verdienen door wedstrijden te winnen. Als je deze wedstrijd wint, verdien je 3900 RP.’

Kouveld: ‘Elke champion heeft zijn eigen ability. Dat is een speciale kracht die alleen dat karakter heeft. De ultimate ability van Darius, mijn favoriete champion, is de Noxian Guillotine. Dan springt hij omhoog en slaat met zijn bijl in de grond.’

Marnix de Groot (24, biomedische wetenschappen, niet op de foto): ‘Met Noxian Guillotine kun je best wel veel levens junken. Mijn lievelingschampion, Zilian, kan andere spelers juist tot leven wekken. Ik lijk zelf wel een beetje op hem, ik doe namelijk kankeronderzoek voor mijn studie. Misschien kan ik in de toekomst zo ook mensenlevens redden.’

Kouveld: ‘Ik lijk niet op Darius. Nou, een beetje misschien. Ik doe wel aan smacktalk. Dat is dat je tegenstanders opjut als ze verliezen. Niet zo aardig, maar soms wil je gewoon even trollen.’

De Groot: ‘In een officieel spelletje doe je dat niet. Dan blijf je wel beleefd.’

Van der Straaten: ‘We proberen één keer in de week te trainen. Dat lukt eigenlijk nooit met z’n allen. Iedereen is naast de wedstrijd ook nog bezig met studeren en andere afspraken. Het is ook niet zo dat we leven op een dieet van energydrinks.’

De Groot: ‘Dat doen ze ook niet in de echte topteams. Het is belangrijk om af en toe een frisse neus te halen. Maar het kan wel gebeuren dat je tijdens het spelen de tijd vergeet.’

Van der Straaten: ‘Eén keer heb ik acht uur achter elkaar gespeeld. In de ochtend ging ik naar de sportschool. Ik kwam thuis en had niet meer zoveel te doen. Toen zat ik langer achter mijn computer dan ik gepland had.’

Kouveld: ‘Dan denk je: oeps, is dat de zon die opkomt?’

Door Monica Preller