Wetenschap
Dwergen tellen
Twee sterrenkundestudentes rekenden voor hun bachelorscriptie uit hoeveel zogeheten bruine dwergen er in de Melkweg zijn. Hun conclusie verscheen in het sterrenkunde-vakblad MNRAS.
Bart Braun
donderdag 24 maart 2016

Isabel van Vledder, jij bent eerste auteur?

‘Ja, maar mijn studiegenote Diewertje van der Vlugt en ik hebben alles samen gedaan.’

Als we het goed begrijpen zijn bruine dwergsterren geen sterren, en ook niet bruin?

‘Een bruine dwerg zit tussen een grote planeet en een kleine ster in. Ze hebben wel kernfusie, maar ze fuseren geen waterstof, zoals onze zon. Daardoor geven ze ook stukken minder licht. Het licht dat ze geven, is niet bruin, maar vooral infrarood.’

Jullie begeleiders nemen normaal foto’s van sterrenstelsels die heel ver weg liggen, met de Hubble-telescoop.

‘Ja, maar voor dit onderzoek hadden ze plaatjes met de bruine dwergen uit een openbare database gehaald. Daarop stonden 274 bruine dwergen. Wij zijn daarmee aan de slag gegaan voor ons eigen onderzoek.’

Vertel?

‘Sterrenkundigen hebben verschillende modellen van de structuur van de Melkweg. Wij vergeleken de voorspellingen die die modellen doen met de Hubble-foto’s die we hadden, en dan bepaal je wat het beste model is.’

Daar komt dan ook een getal uitrollen: in de hele Melkweg zijn er ergens tussen de 51 en 69 miljard bruine dwergen. Dat is nogal een verschil.

‘Op astronomische schalen is dat redelijk te doen.’

Is het veel? Meer of minder dan verwacht?

‘Er was nog nooit echt goed naar dit type dwergen gekeken, dus er was ook niet zo’n expliciet idee van hoeveel er zouden moeten zijn.’

Is het dan wel belangrijk om te weten hoeveel het er zijn?

‘Het licht van oude sterrenstelsels wordt door de uitdijing van het heelal beïnvloed, de zogeheten roodverschuiving. Voor sommige stelsels is die verschuiving zo groot dat hun licht in het infrarood zit, dezelfde kleur als die bruine dwergen.’

Je denkt dat je naar een verafgelegen stelsel uit de oertijd van het heelal kijkt, maar in werkelijkheid is het stipje op de foto een bruine dwerg die sterrenkundig gezien op je stoep ligt?

‘Inderdaad. Ons onderzoek kan iets zeggen over hoeveel dwergen er zijn, en dus ook over hoe vaak ze je data beïnvloeden. In de toekomst lanceert ESA de Euclid-telescoop, en gaat ook Hubble-opvolger JWST de ruimte in: die missies gaan heel precies naar zulke verafgelegen stelsels kijken. Daar wil je dan de bruine dwergen uit de data kunnen vissen, en zo kan je uiteindelijk nog betere modellen van de Melkweg maken.’ BB

Van Vledder, Van der Vlugt, et al,

‘The Size and Shape of the Milky Way Disk and Halo from M-type Brown Dwarfs in the BoRG Survey.’ Monthly Notices of the Royal Astronomical Society.