Achtergrond
Het is genoeg geweest
Albert Heringa werd vervolgd, omdat hij zijn 99-jarige moeder hielp bij haar doodswens. Binnenkort spreekt hij op het symposium van JFV Grotius: Sterven op Verzoek.
Marleen van Wesel
donderdag 10 maart 2016
Ik was me bewust van de risico’s en ben op alles voorbereid.

‘U weet zeker wel waarom ik bel’, zei de nachtzuster, nadat Albert Heringa (1942) om zes uur ’s ochtends, juni 2008, gewekt was door de telefoon. Moek was overleden, op 99-jarige leeftijd. De vrouw die sinds zijn derde voor hem gezorgd had, eerst als huishoudster, niet veel later als echtgenote van zijn vader. Heringa’s moeder kwam om in een concentratiekamp.

De avond ervoor had hij Moek zelf geholpen op haar kamer in de zorginstelling. Volgens de huisarts voldeed ze niet aan de wettelijke criteria voor euthanasie, maar zelf wilde ze geen honderd meer worden. Heringa voorzag haar van pillen, die zij met een bakje yoghurt en tussendoor wat slokken Martini innam. Hulp bij zelfdoding is verboden, van de risico’s was hij zich heus bewust. ‘Maar daar heb ik me niet door laten leiden.’ Voor de zekerheid maakte hij filmopnames.

‘Het was wel even schrikken, die mededeling van de nachtzuster. Slaapdronken heb ik er niet echt op gereageerd. Gelukkig, want zij doelde gewoon op een telefoontje van haar, op zo’n tijdstip.’

Een half jaar later las hij over de filmplannen van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE). ‘Over het probleem van het voltooide leven. Dat kende ik. Moek was eigenlijk een schoolvoorbeeld. Misschien moest de film maar over haar gaan.’ De laatste wens van Moek, van documentairemaker Nan Rosens, met daarin ook Heringa’s eigen opnames, werd in februari 2010 vertoond in het televisieprogramma Netwerk. Twee weken later zat hij in een verhoorkamer tegenover twee rechercheurs. ‘Ik werd als verdachte genoteerd, en mijn moeder als slachtoffer, maar ik voelde mij niet als misdadiger behandeld. Het was eerder hilarisch om te zien hoe wonderlijk het juridisch bedrijf werkt.’

Intussen schreef hij een boek, eveneens getiteld De laatste wens van Moek. Het verhaal, vervlochten met de vragen in de verhoorkamer, eindigt in 2013, nog altijd in afwachting van de rechtszitting. Inmiddels heeft hij meer kritiek. ‘Wat ik het OM echt kwalijk neem, is dat er dingen gezegd zijn die evident bezijden de waarheid zijn. Dat ik misschien vertroebeld was, toen ik mijn moeder hielp. Dat kán natuurlijk, maar is op basis van alle gegevens geen zuivere aanname.’ Zijn commentaar, ook op de inefficiëntie van de rechtsgang, staat al op papier. ‘Ik denk over een artikel in het Nederlands Juristenblad. Ik wacht nog even tot het hele proces voorbij is.’ Het OM ging namelijk nog in cassatie, nadat hij vorig jaar door het gerechtshof ontslagen was van alle rechtsvervolging. ‘Het is een principezaak geworden voor het OM. In de praktijk zullen de gevolgen waarschijnlijk meevallen, maar ik ben op alles voorbereid.’

‘Het enige dat inmiddels veranderd is, is de handreiking van artsenfederatie KNMG. Voortaan kan ook een stapeling ouderdomsklachten de medische verantwoording vormen voor euthanasie. Het medisch excuus, noem ik dat. Want Moek had weliswaar verschillende kwalen, maar de achtergrond van haar wens was niet medisch. Die was existentieel: het is genoeg geweest.’

‘Als het met mij zover komt, heeft mijn dochter al aangegeven te willen helpen, maar ik hoop niet dat het dan nog nodig zal zijn. De situatie zal sowieso anders zijn. Moek had niet veel meer dan een euthanasieverklaring. Ik heb de pillen al in huis. Vooralsnog heb ik nog genoeg om mezelf van straat te houden, hoor. En uit het graf.’

Sterrewacht, vrijdag 18 maart, 13.00 uur. Aanmelden via

jfvgrotius.intern@law.leidenuniv.nl