Nieuws
'Maar wat als we weigeren?'
De buurtbewoners van het Lipsius willen maar één ding weten: wát als zij niet akkoord gaan met de sloopplannen van de universiteit? Maar daar gaan universiteit en gemeente voorlopig niet op in.
donderdag 10 december 2015

Door Marleen van Wesel ‘Ooit deed ik mee aan De Sterkste Man van Leiden, maar nu ben ik longpatiënt’, zegt een van de vijfentwintig bewoners die dinsdagavond naar een nieuwe buurtbijeenkomst kwamen. Hoe moet hij, met zijn eveneens zieke vrouw, een verhuizing voor elkaar krijgen?

De 58 sociale huurwoningen tegenover het Lipsius moeten namelijk verdwijnen voor de bouw van een Humanities Campus op het gehele Doeleneiland. ‘Ik zit liever tien jaar hier in de herrie, dan dat ik daar doodga!’ zegt zijn vrouw. Achter het Centraal Station bedoelt ze, waar de universiteit 58 nieuwe woningen wil realiseren. Die zijn bedoeld als compensatie voor de voorraad van woningcorporatie De Sleutels, benadrukt Willem te Beest van het universiteitsbestuur. ‘Het is niet per se zo dat ú daar terechtkomt.’

Te Beest begrijpt de emoties. ‘We wonen immers allemaal in een huis. U zit er nog tamelijk rustig bij, in vergelijking met hoe ik zelf zou reageren.’ De faculteit groeit, doordat het KITLV en het Afrika Studie Centrum erbij kwamen. Het aantal studenten is gestegen. ‘Dat ziet u vast aan het aantal fietsen. Op langere termijn zouden de woningen een blokkade vormen.’

Ook in de universiteitsraadsvergadering klonk eerder die dag: ‘De huidige woningen zijn het resultaat van een langetermijnvisie, namelijk dat universiteit en samenleving niet te ver uit elkaar moeten komen te liggen’, zei Karwan Fatah-Black van personeelspartij Abvakabo. ‘Rond het Doeleneiland staan ook heel veel woningen’, reageerde Te Beest toen.

Zeventig procent van de bewoners moet instemmen. Dat is een eis van De Sleutels, voor zij een contract met de universiteit tekent. ‘We kijken naar iedere bewoner afzonderlijk’, reageerde Te Beest ’s middags op raadsvragen. ‘Voor wie over een aantal jaar naar een verzorgingstehuis zou gaan, is de situatie anders dan voor iemand die juist graag wat dichter bij zijn zoon wil wonen.’

‘Er zijn al mensen naar me toegekomen, die zeiden: “Nou, ik wil best verhuizen!”, zegt Leenders ’s avonds. Hij heeft het over ‘drie, vier, vijf’ mensen. ‘Já hoor!’ en ‘Smerig!’ klinkt het op de achterste rijen. De bewoners hebben zelf ook vast een peiling gedaan. ‘Geen enkele bewoner geeft daarin aan voor sloop te zijn’, zegt Elger Niels van de huurdersvereniging.

Eén vraag wordt steeds opnieuw gesteld: wat als de bewoners níet akkoord gaan? Maar daarop wil de universiteit nog niet ingaan. Alleen Sleutels-manager Wilbert de Wilde reageert uiteindelijk op de vraag of de gemeente kan onteigenen. ‘Bottom line? Ja. Maar ik geloof nooit dat ze dat durven.’ Bij een vorige bijeenkomst verzekerde Leenders nog: ‘Die instrumenten zullen niet worden gebruikt.’

Ook wethouder Frank de Wit krijgt de vraag voorgelegd. ‘Als er geen contract ligt, ligt er geen contract’, reageert hij na enkele omwegen.

‘Er is behoefte aan een iets explicietere uitspraak’, dringt wijkvoorzitter Jan Pieters aan. ‘Stel dat minder dan zeventig procent akkoord gaat…’

‘Die als-dan-redenering ga ik nu niet maken’, reageert de wethouder.

Pieters legt het nóg wat duidelijker uit: ‘Kan zonder contract het bestemmingsplan tóch veranderd worden door de gemeente? Dát is onze onzekerheid.’

‘Daar gaan we pas na dat hele traject iets van vinden’, besluit De Wit.

Allereerst worden de plannen deze donderdag behandeld in de Raadscommissie Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente.