Columns & opinie
Column: Moedertaal
Tim Meijer
woensdag 9 december 2015

Het college liep op zijn einde en ik was net bezig mijn spullen in te pakken toen er docent van een ander vak binnenstormde. Hij had twee stapels papier in zijn handen en zijn gezicht stond op onweer.

‘Meestal…’ begon hij, ‘meestal, ben ik teleurgesteld wanneer ik werkstukken nakijk en ze blijken niet zo goed gemaakt.’ De gezichten van de studenten om me heen betrokken. ‘Maar in dit geval ben ik niet alleen teleurgesteld, maar eigenlijk ook beledigd.’ Nu keek ik ook geschrokken op.

De docent hield de stapel in zijn rechterhand omhoog. ‘Ik vraag me echt af wat de mensen die deze dingen hebben ingeleverd dachten. Lezen jullie je eigen werk niet meer na? Het lijkt namelijk alsof jullie de woordenbrij die op jullie schermen stond rechtstreeks naar de printer hebben gestuurd en het geheel vervolgens zonder het ook nog maar een blik waardig te gunnen in mijn postvak hebben gesmeten. Ik heb er geen cijfers voor gegeven, want jullie mogen het nog overdoen, maar geen van allen zou een voldoende hebben gekregen.’

Hij bladerde door de papers heen en citeerde uit zijn eigen commentaar. ‘Kijk hier heb ik “is het Nederlands wel je moedertaal?” geschreven. En hier staat “het ritselt van de anglicismen!”’ Terwijl onze gezichten steeds bleker werden ging hij genadeloos verder: ‘“Slecht taalgebruik”, “zwak betoog”, “waar is de structuur?”, “let op je spelling”. Ik heb deze week ook papers voor een tweedejaarsvak nagekeken en als ik eerlijk ben, zaten daar werkstukken tussen die veel beter waren dan deze.’

De lucht in de collegezaal leek bevroren. De docent van het vak dat eigenlijk gegeven werd, zat ongemakkelijk glimlachend achter zijn lessenaar. Toen hield zijn collega een stapel in zijn linkerhand omhoog, die beduidend dunner was. ‘Deze papers daarentegen, zijn stukken beter. Hier is zowaar over nagedacht. Ik loop ondertussen al bijna dertig jaar op de universiteit rond, dus ik kan inmiddels wel zien of iemand zijn best heeft gedaan. Deze zijn veel beter geschreven, met een duidelijke structuur. En je ziet terug dat deze studenten de moeite hebben genomen om nog wat extra literatuur te raadplegen.’

Terwijl hij de papers in willekeurige volgorde uitdeelde, probeerde ik uit alle macht te bedenken bij welke stapel ik zou zitten. Ik had mijn paper inderdaad niet eerst op papier nagelezen voordat ik het ingeleverd had en spelling is niet een van mijn sterkste kanten. Maar aan de andere kant, ik was er best tevreden over en Nederlands is toch echt mijn moedertaal. Bovendien probeer ik anglicismen altijd zoveel mogelijk te vermijden en had ik het stuk op de computer nog wel een paar keer nagelezen voordat ik het had uitgeprint.

Toen mijn paper voor me op tafel gesmeten werd, schrikte ik op uit mijn overpeinzingen. De hoekjes van het papier waren verfrommeld, het was gekreukt en volgeschreven in een bijna onleesbaar handschrift. Maar het cijfer viel me alleszins mee.