Achtergrond
SEN-SA-TIO-NEEL! Een MEISJE!
Zaterdag deed filosofiestudent en motorcrosser Christa van Steeg mee aan haar eerste grote race, de Red Bull Knock Out in Scheveningen. ‘Met paardrijden of turnen kun je ook botten breken.’
Marleen van Wesel
woensdag 2 december 2015

‘RENG-DENG-DENG!’

‘Oooh, dat geluid van startende tweetakt- en viertaktmotoren!’

‘Nog twee minuten te gaan!’

Het commentaar van het presentatieduo schalt zaterdagochtend nogal overweldigend over de Boulevard van Scheveningen. Om negen uur start de eerste heat van de Red Bull Knock Out, de grootste motorcross-strandrace ter wereld. Het aanzwellende geronk van de motoren verklaart meteen het volume uit de luidsprekers. En daar scheuren de eerste 375 deelnemers voorbij, vooruitgegaan door een walm van brandstof. De presentator somt de namen op van de deelnemende vrouwen. Dertien, op een totaal van 1500 riders in vier heats. ‘NANCY VAN DE VEN!’ Net achttien en deze zomer nog derde op het WK motorcross voor vrouwen.

En ook: ‘CHRISTA VAN STEEG!’ 24 jaar, filosofiestudent aan de Universiteit Leiden.

Ze begon op haar zestiende. ‘Toen gingen mijn ouders overstag. Mijn vader crosste vroeger ook. Mijn broer vond er niet veel aan, maar ik wilde al veel eerder’, vertelt ze later. Inmiddels heeft ze ook een motorrijbewijs, maar nog geen voor de auto. ‘Dus mijn vader rijdt altijd met de aanhangwagen van Wassenaar naar Nunspeet, waar ik train.’ In aanloop naar de strandrace was dat soms twee keer per week.

Zenuwachtig, was ze vanmorgen vroeg. ‘Mijn eerste grote race. Normaal rijden we een minuut of achttien over een parcours van twee kilometer, met maximaal veertig man.’ Dat is deze keer wel anders. 4500 Vrachtwagens zand zijn hier leeg gekiept, om een vijf kilometer lange track te bouwen met liefst 57 jumps. Vlak na de start, bij de haven, liggen de eerste twee. Daar vliegen de rijders over de heuvels, staand op de voetsteunen, om meters verder weer met de wielen in het zand en de billen op het zadel te belanden. Daarna volgt een speed section langs de branding van anderhalve kilometer. Daar scheurt ook ‘NANCY VAN DE VEN’ voorbij, zo schreeuwen de commentatoren intmiddels: ‘Als achttiende! Met DRIE-HONDERD-VIJFTIG mannen achter zich aan!’

Vlak voor de pier is de Oakley Holeshot, een kronkel met twee heuvels vlak achter elkaar. De eersten gaan genadeloos onderuit. Onder de pier door, waarop ook publiek staat, ter hoogte van Carlton Beach Club, is een grote bocht. Terug voor het Kurhaus ligt een zeshonderd meter lange wave-section, een wasbordparcours. Niet iedereen weet daar doorheen te ploeteren. ‘Ik groef mezelf daar helemaal in’, vertelt ook Van Steeg later. ‘Er moest vier man met een schep aan te pas komen. En toen was het afgelopen.’

Over de boulevard moet ze met haar motor terug naar de start. Daar worden de machines afgespoeld en in vrachtwagens gereden. ‘Lekker!’ reageert ze desondanks op iedereen die haar vraagt hoe het ging. ‘Vooral dat lange stuk, daar heb ik nog best wat mannen ingehaald!’ Ze rijdt op een Suzuki. ‘Een 125cc tweetakt. In dat mulle zand is een zwaarder model eigenlijk handiger. Ik heb wel geoefend met een 250cc viertakt, maar ik ben niet zo groot. Het aantrappen lukt nog niet altijd.’

Wie de wave-section wel overleeft, wacht de split line, tussen twee scherpe bochten waar ook veel rijders zandhappen, terwijl de rest keihard voorbij scheurt. In de pitlane moet elke rider verplicht een keer een pitstop maken. Na nog wat bochten en een boom hole volgt de finish, bovenop een table top-heuvel. En daarna nog eens datzelfde rondje, en nog eens. Tot je eruit ligt, of tot er vijftig minuten, plus nog twee rondes voorbij zijn.

Van de Ven staat even twintigste, maar duikt dan naar de zeventiende plek, en de zestiende. Kort daarop: ‘Het is werkelijk SEN-SA-TIO-NEEL! NANCY VAN DE VEN inmiddels op een DERTIENDE plaats! Als de heren naar de pitlane gaan, kan onze Nancy nog doorstoten naar DE TOP TIEN. Deze achttienjarige Zeeuwse! Oooh, ze is al nummer TWAALF!’ Als een van de kanshebbers zichzelf muurvast rijdt in het zand, houden de commentatoren het niet meer. ‘Het zou toch WERKELIJK AB-SO-LU-TE SENSATIE zijn? Ja, Nancy, NU, op de TIENDE POSITIE! Dat kan toch niet! Een DAME! Een MEISJE! Die armen, zo gespierd boven die machine!’

‘Zij is heel goed’, vertelt Van Steeg. ‘Het is best wel een mannensport, maar zij kan wel tegen de kerels op. Het is ook fysiek zwaar. Vandaag heb ik dus een tijd stilgestaan, maar normaal ben ik écht, écht kapot.’

Later die dag wordt een deelnemer met meerdere botbreuken naar het ziekenhuis afgevoerd. ‘Telkens als ik een ambulance hoor, denk ik: oh shit, hoe erg zou het zijn? Vooral achter een heuvel ligt het gevaar. Als je daar valt, word je niet op tijd gezien door je achtervolgers.’ Een keer zag ze dat gebeuren. ‘Met als gevolg acht gebroken ribben en een klaplong. Maar met paardrijden of turnen kun je ook botten breken.’

Nóg een kanshebber rijdt zichzelf klem. En dán, na de allerlaatste ronde: ‘DAAR IS ZE! BINNEN OP DE TIENDE PLAATS!’ Met overslaande stem: ‘NANCY, HET KANON UIT ZEELAND!’

De volgende dag wordt de finale van de Red Bull Knock Out gewonnen door de Belg Axel van de Sande. Er zijn plannen om volgend jaar weer een editie in Scheveningen te organiseren. Van Steeg is erbij. ‘Ja! En dan probeer ik mijn achterwiel niet vast te laten lopen.’