Columns & opinie
Oekra
Eenheid en solidariteit: dat is wat Oekraïne nodig heeft van Europa, aldus president Petro Porosjenko. ‘Sceptici zijn Eurolafaards.’
Monica Preller
woensdag 2 december 2015
De Oekraïense president Petro Porosjenko balt zijn vuist: 'United we stand, divided we fall.' © Jeroen Hiemstra

Op 27 november iets voor half één staat de Oekraïnse president Petro Porosjenko achter het spreekgestoelte in het Groot Auditorium. Het publiek, voornamelijk gehuld in colbert of mantelpak, is vol aandacht als de lezing begint. ‘Oekraïne is een onderdeel van Europa’, zegt Porosjenko. ‘Het land vecht aan Europese zijde, en wordt bijeengehouden door Europese idealen.’ Hij vergelijkt de bezetting van de Krim met de bouw van de Berlijnse muur. ‘Oekraïense burgers nu zijn net zo hulpbehoevend als de Berlijners van toen.’

Maar, zo zegt hij, tijden zijn veranderd. ‘Europeanen zijn in toenemende mate sceptisch over de EU. Dit zijn Eurolafaards’, aldus de president. ‘Er woedt geen burgeroorlog in Oekraïne, maar er is sprake van Russische agressie tegen Europese waarden.’ Daarom moet de EU Oekraïne de helpende hand bieden, vindt hij.

Wat moet er gebeuren om Oekraïne uit de brand te helpen, om het land terug te brengen naar een staat van vrede en hervorming? ‘Een verenigd Europa dat solidair is met Oekraïne. Unity and solidarity.’ Hoe moet het land hervormd worden, waar te beginnen? ‘Lees het associatieverdrag.’ Het begrijpen hiervan is essentieel bij deelname aan het referendum over dat verdrag, volgend jaar. ‘Wie vóór hervorming is van Oekraïnse politiek, stemt vóór het verdrag.’

Ook relaties met Nederlandse handelspartners zullen hierdoor een impuls krijgen, voorspelt hij. ‘Op dit moment is Nederland na Duitsland de grootste investeerder van Oekraïne. Volgend jaar zullen jullie de Duitsers verslaan’, grapt Porosjenko.

Zijn gezicht betrekt weer. ‘Het is een moeilijke tijd voor Europa’, geeft hij toe. ‘Het continent kampt met terrorisme, de toestroom van vluchtelingen en agressieve politiek vanuit een naburig Rusland.’ Indringend kijkt hij de toeschouwers aan. ‘Hulp aan Oekraïne is een investering in uw eigen veiligheid. Vergeet dit niet.’

‘Wij geloven in Nederland’, vervolgt hij. ‘Wij geloven in Europa. Oekraïne geeft niet op, en moet daarom de Europese steun krijgen die het verdient.’ Hij balt zijn vuist. ‘United we stand’, spreekt hij, ‘divided we fall.’ Kort knikt hij naar het publiek. ‘Thank you.’

Applaus vult de ruimte. Enkele studenten Europese wetgeving en internationale betrekkingen mogen hun vooraf geselecteerde vragen stellen. De beurt is aan Andrej Sovik. ‘Tijdens uw inauguratietoespraak zei u dat Oekraïne nooit de Krim zou opgeven’, begint hij. ‘Welke concrete stappen gaat u nemen om de Krim terug te winnen?’

Geroezemoes stijgt op vanuit het publiek. ‘Heel goede vraag’, antwoordt de president, ‘en heel hartelijk bedankt hiervoor.’ Even flitsen zijn ogen heen en weer. Porosjenko lijkt tijd te willen rekken, en begint een verhaal over Russische wandaden tegen Krimbewoners. ‘Oekraïne moet als land succesvol worden’, zegt hij dan. ‘Dan kunnen we de Krim bevrijden.’

Inmiddels is het bijna kwart over één. De president ligt achter op schema. ‘Slava Ukrayini!’, besluit hij voor hij de zaal verlaat: eer aan Oekraïne!