Studentenleven
Column: Van oude mensen
woensdag 2 december 2015

Goed, ik draag dan wel de achternaam maar honderd procent Moluks ben ik niet. Toch zijn een paar waarden er bij mij vanaf kinds af aan met de paplepel ingegoten, of zelfs gemept. Rijst eten met een vork is bijvoorbeeld een grote no-no, maar nog belangrijker is dat je de ouderen respecteert.

Het gaat zelfs zo ver dat de generatie boven je aangesproken wenst te worden met oom of tante en de generatie daar weer boven dien je aan te spreken met opa of oma. Ongeacht of ze daadwerkelijk aan je gerelateerd zijn, want alle Molukkers zijn immers familie.

In familiair verband houd ik me graag aan deze normen en waarden, maar daarbuiten gebeurt het meer dan eens dat ouderen me kapot irriteren. Scootmobielen die tegen je schenen aanbeuken in de supermarkt. Het type dat denkt zich te mogen bemoeien met je leven als je even buiten een sigaretje staat te roken. Of gewoon de bejaarden die denken beter te zijn omdat ze toevallig een paar bloembollen achter de kiezen hebben: ik heb er een broertje dood aan.

Maar het allerergste soort is de bejaarde die rustig met fiets (met fietstassen!) op de zaterdagmarkt boodschappen gaat doen, en ook met de fiets aan de hand door de stad loopt. Zo eentje trof ik afgelopen zaterdag in de Vrouwensteeg; een oude vrouw blokkeerde de doorgang omdat ze een voorbijgegane fietser toch even moest duidelijk maken dat fietsen daar verboden was. De mevrouw was duidelijk van mening dat de fietser, die haar geen enkel kwaad deed, de hele wereld naar de verdoemenis zou helpen door te fietsen in een voetgangersgebied.

Ergens gaf ik haar gelijk; regels zijn regels. Maar meneer zat mij niet in de weg, anders had hij er op kunnen rekenen dat ik niet geheel per ongeluk een stap in de richting van zijn wiel zou zetten. Met ruimte zat, mag je van mij gaan en staan waar je wil.

Helaas hebben oude mensen het gevoel dat de hele straat van hen is en dat het negeren van een voetgangersbordje een doodzonde is. En dat moeten ze duidelijk maken ook.

Na een minuutje ongeduldig gewacht te hebben, want mevrouw had intussen de hele steeg versperd door haar fiets dwars te parkeren, vond ik het wel mooi geweest.

‘Mevrouw, alstublieft. Sommigen van ons moeten ook nog ergens naar toe.’ Ik gebaarde chagrijnig naar de rij wachtenden achter me. Voor de grijze duif voor me was dit echter de perfecte aanleiding om haar onrecht op mij af te vuren, want ja, niks is makkelijker dan de jeugd van tegenwoordig af te fakkelen. Of ik mijn grote mond wilde houden en wat respect wilde tonen.

Ergens heb ik medelijden met dit soort mensen; de wereld is al zo zuur en voor hen zal het leven nauwelijks meer wat zoets bevatten. Maar respect moet je verdienen, niet eisen.

Door Esha Metiary