Nieuws
'Heeft er iemand nog tomaten?!'
Maagdenhuisbezetter en UvA-docent Rudolf Valkhoff en de Leidse hoogleraar rechtsfilosofie Andreas Kinneging waren het vooral vaak met elkaar eens over hoe de universiteit van de toekomst er uit moet zien.
Vincent Bongers
woensdag 25 november 2015

Dat bleek tijdens een debat dinsdag in het KOG over de ‘nieuwe universiteit’. ‘Onze generatie heeft het volkomen verkloot. Het is aan jullie om het beter te doen’, zei Rudolf Valkhoff (61), docent algemene cultuurwetenschappen aan de UvA. ‘Managers geschoold in pennenlikkerij bepalen nu wat er gebeurt op de universiteit. Er is een wildgroei aan studies die alleen bedacht zijn om zoveel mogelijk studenten te trekken. Naar staf en studenten wordt niet geluisterd. Er wordt alleen gekeken naar rendementen en de kwaliteit neemt steeds verder af. Iedereen ziet dat het mis gaat, toch ben ik een van de weinige docenten die mee heeft gedaan aan de bezetting van het Maagdenhuis. Ik denk dat dat komt door de angstcultuur op de UvA.’

En die angst is niet geheel onterecht. Valkhoff is op non-actief gesteld. ‘Dit kan wel eens mijn ontslag worden. Toch snap ik niet dat jullie in Leiden niet in opstand komen.’

Valkhoff pleitte voor decentralisering van de macht op universiteiten. ‘Maak de leerstoelen weer het belangrijkste. De staf en de studenten praten dan wel mee over het beleid.’

Kinneging (53) was het deels met Valkhoff eens. ‘Een senaat van hoogleraren moet de macht hebben.’

Minder blij is hij met de nadruk die Valkhoff legt op de democratisering. ‘Ik ben tegen studentleden in een benoemingscommissie. Een student is een ignoramus. Een onwetende laat je niet meebeslissen over wie de nieuwe hoogleraar filosofie wordt.

‘Ik heb aan de Radboud Universiteit Nijmegen gewerkt, daar mocht zelfs de koffiejuffrouw meebeslissen over academische kwesties. Dat is onzin.’

Valkhoff ergerde zich aan het beeld wat Kinneging van studenten schetste. ‘Ik vind het echt tenenkrommend dat u de student omschrijft als ignoramus.’ Hij richtte zich tot de zaal en zei tegen de studenten. ‘Ik zou dat niet pikken! Heeft er iemand tomaten bij zich?’

Kinneging vond het dan weer ‘tenenkrommend’ dat Valkhoff suggereerde dat hij studenten als ‘dom’ omschreef. ‘Ik hoop alleen maar intelligente studenten tegen te komen. Maar een eerstejaars weet gewoon nog geen moer.’

Kinneging vond een kwalijk gevolg van democratisering dat iedereen maar moet studeren. ‘Dat vijftig procent van de bevolking hoog opgeleid moet zijn, is belachelijk. En het kost een vermogen. Als ik ooit nog eens dictator word, krijgen studenten vier jaar vakken als filosofie en de klassieke talen. Dan pas volgt specialisatie. Dat is alleen maar mogelijk met minder studenten.’

Valkhoff was het met Kinneging eens. Al koppelt hij de stormloop op de universiteiten niet aan democratisering. ‘Ouders denken dat een universitaire studie noodzakelijk is voor hun kinderen. Maar het is al lang niet meer zo dat een academische titel leidt tot een goede baan. Elk mens is een juweel dat opgepoetst moet worden om te glanzen. Maar dat hoeft helemaal niet op een universiteit te gebeuren. Als iemand een passie heeft voor hout hakken, is dat ook prima.

‘Ik heb twee maanden in het Maagdenhuis gezeten. Ik hoefde overigens niet op de grond te slapen, er was een matras voor mij geregeld. En het was het waard. Ik verwacht dat u als u net zo oud als ik ben, ook over gaat tot bezetten. Dan bent u het helemaal zat.’

Kinneging: ‘Dat zie ik nog niet gebeuren. Misschien alleen als ik een luchtbed krijg.’