Achtergrond
Grote handen en monden, kleine hartjes
Bij wie zit je straks in de attractie? Mare deed alvast een rondje kermis. ‘‘Mijn neefje staat verderop met grijpkranen. En daar staat mijn zwager.’
Petra Meijer
donderdag 1 oktober 2015
© Taco van der Eb

Attractie: New York New York (eigenaar Fam. Raaij)

Wie? Ronald Streekstra

‘Je wordt hier geboren. Mijn opa deed het al. Mijn vader begon met een oliebollenkraam. Later had hij meerdere eetzaken: oliebollen, friet. Tijdens mijn jeugd waren we altijd onderweg. Ik ging naar de rijdende school. Die hebben we nu ook nog, wat dat betreft is er niet zoveel veranderd. De kinderen leren wel langer door.

‘Ik denk dat het kermisleven vroeger mooier was. Mijn vader was in de winter bijvoorbeeld nooit in de woonwagen, in die periode waren we altijd thuis. Wij konden als kind gewoon op boksen, wedstrijdzwemmen, waterpolo. Tegenwoordig zijn we elf maanden per jaar onderweg. Ik ben deze winter negen dagen thuis geweest. Voor de kinderen is dat lastig: ze kunnen niet op een of ander clubje. Maar ze hebben elkaar en groeien op met de attracties. Toen mijn dochter vier jaar was, ging ze niet zoals andere kinderen in de draaimolen, maar in de Breakdance. Ze weten niet beter.

‘Mijn neefje staat verderop met grijpkranen. Daar staat mijn zwager, en die vent ernaast is zijn broer, ze helpen me altijd wel met opbouwen. Het zijn lange dagen, maar ik zou niet anders willen. Zie je die dikke? Die werkt al negen jaar voor me. Als het nou zou gaan regenen, dan trekt ‘ie zijn T-shirt uit en gaat vervolgens gewoon door met werken.’

Attractie: The View

Wie? Arend Harms

‘Dit reuzenrad gaat dit jaar in première. Hij heeft nog niet eerder gedraaid – nou ja, behalve voor de keuring dan. Ik had eerst een andere, maar die heb ik ingeruild bij de fabriek in Heerenveen. Deze is een stuk groter. Hij is 55 meter hoog en heeft 42, in plaats van 28 cabines. Natuurlijk heerst er competitiestrijd. Maar hoger dan dit kan eigenlijk niet als je hem nog wilt verplaatsen. Voor de kermis is dit dus het hoogst haalbare.

‘Ik heb eigenlijk niets bijzonders met het reuzenrad. Veel exploitanten hebben jarenlang dezelfde attractie, maar ik heb al twintig verschillende gehad. De enige die me echt aan het hart gaat is de zweefmolen die ik op 15-jarige leeftijd van mijn opa heb gekregen. Die doe ik ook nooit weg. Op dit moment reist mijn neefje ermee.

‘Ik ben in de kermis geboren en getogen. Mijn opa en oma trokken al het land door met een hondenkar en de kop van Jut. Ze werkten van Pasen tot oktober, en waren in de winter vrij. Wij werken eigenlijk het hele jaar door. Na Leiden ga ik naar Amsterdam, en dan naar de kerstmarkt in Brussel. De mobiele woningen hebben alles wat een normaal huis ook heeft: een keuken, een badkamer, zelfs een bad. Het is geen kamperen.

‘Eergister stond deze zweefmolen nog in de fabriek. Het was even spannend of hij wel al voor Leiden klaar zou zijn. Nu ben ik natuurlijk vooral benieuwd of we meer omzet weten te halen.’

Attractie: Nostalgische draaimolen

Wie? Dhr. Hendriks

‘De draaimolen is nog van mijn opa geweest. Vroeger was het een stoomcarrousel, hij is al meer dan honderd jaar oud. Door de jaren heen zijn er natuurlijk wel wat dingen vervangen. Vroeger hadden we paarden en gondels, maar de jeugd wilde toen auto’s en fietsjes. Het orgel en de acht paarden zijn nog origineel. Naast deze draaimolen heb ik nog een vaststaande draaimolen in Kijkduin.

‘Vroeger gingen kinderen van tien nog in de draaimolen, maar tegenwoordig worden ze zo snel oud. Nu willen ze met zes jaar al in die snel draaiende Breakdance. Mijn zoon vindt zo’n draaimolen ook maar niks, die heeft zelf twee kinderachtbanen en een grotere achtbaan. Er zit geen toekomst meer in, maar uit nostalgie zouden we draaimolens toch moeten koesteren. Er zijn er denk ik nog maar vier of vijf die de Nederlandse kermissen afreizen, verder is het allemaal van dat moderne spul. Er is me wel eens gevraagd of ik hem wilde verkopen, maar ik doe hem niet weg. Wat mijn kinderen er later mee doen, moeten ze dan zelf weten.’

Attractie: Snowjet

Wie? Reinard van der Veen

‘Ik heb mijn eerste Snowjet 21 jaar geleden met mijn vader en vrouw gekocht. Het is een populaire attractie. Hij combineert een oude nostalgische beweging met spectaculaire snelheid. Hij kan 90 km per uur. Mijn vader stond vroeger al op de kermis met de “Round Up”. Ik zat tot mijn 21e op de kostschool, maar in weekends en in de vakantie was ik er altijd. Daar werd ik met het kermisvirus besmet. Het is een way of life.

‘De woonwagen is net als een huis. We kunnen een hele wand uitschuiven: dan wordt hij bijna twee keer zo breed. Mijn zoon gaat nog naar school, dus die is doordeweeks thuis met zijn moeder. Maar mijn dochter van negentien reist met me mee.

‘Naast deze heb ik nog een Snowjet. Die staat op dit moment op de kermis in Weert. Ik heb ook een funhouse in dezelfde winterstijl, en een eetzaak met wafels en glühwein. Met de kerst staan we in Londen.

‘Het kermisleven is best zwaar. Elke keer weer de attracties maar ook je huis op- en afbouwen. Het is een legpuzzel die we inmiddels wel doorhebben, maar die zichzelf wel elke week herhaalt. Deze attractie heb ik denk ik al zo’n vierhonderd keer op- en afgebouwd. Als het slecht weer is, en je weinig geld hebt verdiend, dan zie je daar natuurlijk wel eens tegenop. Toch is het ook vooral heel mooi. We zien altijd vrolijke mensen. Het drie oktober-feest in Leiden is wel een van mijn favorieten. Er komen soms mensen die het hele jaar voor de kermis gespaard hebben.’

Agent Henk ziet alles

Extra cameratoezicht en crowd control

Camera-agent Henk de Jong kijkt met u mee, op 2 en 3 oktober. Hij ziet zowel ‘dronken droppies als lui die elkaar op de smoel slaan’.

‘We zetten elk jaar honderd man in om de boel in goede banen te leiden’, zegt Henk de Jong. Hij is adviseur crisis- en conflictbeheersing bij de politie en geeft een rondleiding door de regiekamer op het politiebureau van de Langegracht. ‘We krijgen per jaar met zo’n 2500 evenementen te maken. Ik zeg wel eens gekscherend: ik ben van de feestpolitie.’

Voor dit weekend zijn er extra camera’s geplaatst, zegt De Jong. ‘Als er iets gebeurt, kunnen we daarmee haarscherp inzoomen.’ Hij geeft een demonstratie: bij een willekeurig terrasje op een flinke afstand van de camera valt de menukaart op tafel nog te lezen. ‘Leiden is een D66-stad, dus we hebben nauwelijks cameratoezicht en dat zal er ook wel nooit komen, maar voor dit soort evenementen zijn ze onmisbaar.’

De camera’s worden voornamelijk gebruikt voor crowdmanagement: het beïnvloeden van grote publieksstromen. Vorig jaar bood de politie een publieksapp aan, die de drukte kon bijhouden. Maar daarover brak – in verband met privacygevoeligheid - ophef uit. Nu wordt de drukte met behulp van de camera’s bepaald. ‘Dat doen we door slim te tellen’, zegt De Jong, terwijl hij een map met plaatjes openslaat. ‘Hier zie je hoe een menigte er van voren of bovenaf uitziet bij een bezettingsgraad van veertig, zestig of tachtig procent. Bij tachtig procent gaan mensen zich ongemakkelijk voelen. Ga maar na: als je twee man in een wc zet, en je doet de deur dicht, dan voelt dat niet plezierig.’

Als het ergens te druk wordt, kan de politie de menigte met behulp van lichtkranten proberen te sturen. De Jong: ‘Er zijn altijd eigenwijze mensen bij, maar we weten uit ervaring dat het werkt.’

De politie kan de camera’s ook gebruiken om verdachten op te sporen. ‘Zo zijn er vaak ballonnenverkopers aanwezig die portemonnees jatten. Verdacht gedrag komen we met de camera’s sneller op het spoor. Maar dat is allemaal bijvangst, in eerste instantie houden we de boel slechts in de gaten.’

Naast de elf camera’s beschikt de politie over vijf body-cams. ‘Die worden op de kleding bevestigd. Vorig jaar was er een agent nog geen vijf minuten onderweg of hij moest iemand reanimeren. Toen zaten wij allemaal op de schermen mee te kijken.’

Maar meestal blijft het bij kleine akkefietjes, zegt De Jong. ‘Dronken droppies en mensen die elkaar op de smoel slaan. Natuurlijk is de politie wat toleranter dan normaal. Als je op drie oktober tegen een boom aan plast, zullen we daar niet meteen wat van zeggen. Maar als je door iemand zijn brievenbus staat te zeiken, dan gaat dat natuurlijk te ver.’ En als het écht nodig is, dan is de politie zeker aanwezig. ‘Onder de menigte bevindt zich ook ME en politie te paard. We zijn vriendelijk als het kan, maar dapper als het nodig is. We kijken er maanden naar uit, maar drie oktober is op het bureau toch ook altijd een beetje spannend.’

Extra uitdaging dit jaar: ‘We hebben voor het eerst te maken met een dertig meter diepe bouwput. Daarom heen staan attracties met een hoge middelpuntvliedende kracht, en ze wegen ook behoorlijk wat. Dat houden we nauwkeurig in de gaten. Overal zijn sensoren geplaatst. Als er iets verschuift of verzakt, hebben we dat meteen door, en kunnen we de boel snel afsluiten.’

De rector: ‘Ik ben geen kermisklant

‘Een deel van de Leidse bevolking vertrekt elk jaar met drie oktober naar de Efteling’, zegt rector magnificus Carel Stolker. ‘Ik heb altijd bij het deel gehoord dat bleef. Mijn ouders woonden lange tijd op de Zoeterwoudse Singel. Daar keek ik altijd naar de optocht. Ik heb als kind wel eens meegelopen met een paarse pruik op. Samen met de Koraalzang vind ik de optocht het hoogtepunt van het feest. Ik ga niet echt naar de kermis. Als kind natuurlijk wel, en later ging ik ook wel met mijn dochters. Maar ik ben geen echte kermisklant.

‘Op drie oktober trek ik eigenlijk de hele dag met de burgemeester en de voorzitter van de 3 October Vereeniging op. Na de opening gaan we met de koets naar het Van der Werfpark. Dit jaar heb ik besloten om een nieuwe traditie te beginnen: ik ga vanaf nu mijn ambtsketen omdoen. Die hoor je eigenlijk alleen op een toga te dragen, maar voor het ontzet kan er wel een uitzondering worden gemaakt, vind ik. De burgemeester en voorzitter van de 3 October Vereeniging dragen ook hun ambtsketen, dus dat staat wel mooi.

‘Na de herdenkingsdienst worden we in het stadhuis ontvangen, vervolgens gaan we naar Minerva voor de hutspotlunch, en langs herenvereniging Amicitia. Vervolgens laat ik Leiden achter me en ga ik naar vriendjes in Katwijk, omdat mijn oude jaarclub jarig is.

‘Ze zeggen soms dat de universiteit en de stad op drie oktober met de ruggen naar elkaar toe staan, maar daar is tegenwoordig niets van te merken. Dit jaar doet de Universiteit Leiden voor het eerst mee in het programma. We organiseren een aantal lezingen in het Van der Werfpark.

‘Op Lowlands was het ook een groot succes, en de Nacht van Kunst en Kennis werd door zesduizend mensen bezocht. Er is zeker honger naar kennis en wetenschap.’

Wat is er allemaal te doen?

Op vrijdag 2 oktober starten de festiviteiten officieel op de Garenmarkt om 15.74 (16.14 voor niet-Leidse horloges) met de openingsvoorstelling ‘De wereld op z’n kop’. ’s Avonds, om 19.30 trekt de Taptoe ‘Een lint van licht’ door de stad. Op vrijdag (13.00-21.00) en zaterdag (9.00-22.00) is er een feestelijke warenmarkt in de stad. Ook het Lunapark, de grote kermis, is niet te missen. Verspreid over de hele stad vind je dj’s en bands. Op zaterdag moet je eigenlijk vroeg je bed uit voor de Reveilll-je om 7.00 op het Stadhuisplein. Om 10.00 uur is de herdenkingsdienst in de Pieterskerk, vanaf 13.00 uur trekt de grote optocht volgens de omgekeerde route door de stad en om 15.00 uur kun je zien wie er een nat pak haalt bij het polsstokverspringen bij het Van der Werfpark. Daar bevindt zich ook de 3 October University, waar de Universiteit Leiden drie lezingen organiseert. Het feest eindigt ’s avonds met vuurwerk om 23.30 uur bij de Ankerplaats aan de Zijlsingel.